Raaf

Uit Christipedia
Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 23 mei 2020 om 10:42 (Nieuwe pagina aangemaakt met 'De '''raaf''' is een welbekende vogel die met de kraai, ekster en dergelijke een eigen soort uitmaakt, die op de gehele aarde thuis is. '''Naam.''' De Hebreeuwse...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

De raaf is een welbekende vogel die met de kraai, ekster en dergelijke een eigen soort uitmaakt, die op de gehele aarde thuis is.

Naam. De Hebreeuwse naam in de Bijbel is oreb, meervoud orebiem.

Kleur. Zijn glanzende zwarte kleur is een grote schoonheid bij het menselijke haar (Hoogl. 5: 11).

Onrein. Daar hij alle mogelijke vlees, ook dood aas eet, was hij in de wet van Mozes onrein (Lev. 11 : 15. Deut, 14: 14).

Na de zondvloed was de raaf de eerste vogel die Noach uitzond (Gen. 8: 7). Zijn natuurlijke hebzucht in het opzoeken van menselijk voedsel, regelde God aldus dat de profeet Elia wonderbaar door raven gevoed werd (1 Kon. 17:4). Rationalistische wondervrees heeft deze raven, in het Hebreeuws orebim, als Orebieten tot bewoners van een in de Talmoed stad Orba gemaakt en daarbij aan de rots Oreb herinnerd (Richt. 7: 25). Doch, ook afgezien van alle andere onwaarschijnlijkheden, zou toch Elia moeilijk bij het ijverig zoeken van Achab hebben kunnen verborgen blijven, wanneer een half jaar lang dagelijks tweemaal lieden van één plaats de weg tot hem gegaan waren.

Aan lijken, ook wel bij levenden, met welke zij vechten, pikken de raven het eerst de ogen uit. Daarom worden kinderen die hun ouders verachten (Spr. 30: 17), met deze vreselijke soort van dood bedreigd, dat hun lijken onbegraven weggeworpen en zo de spottende ogen aan de raven tot voedsel zullen strekken.

Daar de raven schijnbaar onnutte en lastige schepselen zijn, wordt de algemene liefdevolle voorzienigheid van God voor alle, ook voor de geringste schepselen, met grote nadruk daardoor betoond, dat Hij óók de raven voedt (Luk. 12: 24) en hun hees en hongerig krassen als een gebed aanneemt en verhoort (Job 38: 41. Ps. 147: 9). Hierbij is het onnodig om de fabel van de ouden aan te nemen, dat de raven hun jongen voordat zij veren hebben, als wit verafschuwen, hen aanstonds na de geboorte verlaten en zich over hun voeding niet bekommeren, en daaruit voor slechte, zorgeloze ouders de uitdrukking van ravenvader, ravenmoeder is ontstaan. Volgens nauwkeuriger waarneming is dit alleen juist, dat zij de jongen, zodra deze vliegen kunnen, uit het nest, ja uit hun streek verdrijven.

Bron

H. Zeller, Bijbelsch Woordenboek voor het Christelijke volk. Tweede deel K - Z. ('s Gravenhage: M.J. Visser, 1872) s.v. Raaf. De tekst van dit lemma is op 23 mei 2020 onder wijziging verwerkt.