Romeinen 3: verschil tussen versies
Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting |
k (→4) |
||
Regel 7: | Regel 7: | ||
Ro 3:4 Volstrekt niet! Maar God zij waarachtig en ieder mens leugenachtig, zoals geschreven staat: ‘Opdat U gerechtvaardigd wordt in uw woorden, en overwint, wanneer U geoordeeld wordt’. (Telos) |
Ro 3:4 Volstrekt niet! Maar God zij waarachtig en ieder mens leugenachtig, zoals geschreven staat: ‘Opdat U gerechtvaardigd wordt in uw woorden, en overwint, wanneer U geoordeeld wordt’. (Telos) |
||
'''God zij waarachtig en ieder mens leugenachtig.''' Zie ook vs. 7. |
'''God zij waarachtig en ieder mens leugenachtig.''' Zie ook vs. 7. |
||
'''‘Opdat U gerechtvaardigd wordt in uw woorden, en overwint, wanneer U geoordeeld wordt’.''' Dit is een aanhaling van Ps. 51:4. |
|||
''Ps 51:4 (51-6) Tegen U, U alleen, heb ik gezondigd, en gedaan, dat kwaad is in Uw ogen; opdat Gij rechtvaardig zijt in Uw spreken, [en] rein zijt in Uw richten.'' (SV) |
|||
''Ps 51:4 (51:6) Voor u en u alleen heb ik gezondigd; wat in uw ogen kwaad is deed ik, zodat gij in uw récht staat met uw wóord — en zúiver bent in úw geríchten!'' ((NaB) |
|||
Luther vertaalt het tweede deel van de zin: "Opdat gij recht behoudt in Uw woorden, en rein blijft, wanneer U geoordeeld wordt". Hij is hierin de Septuaginta gevolgd. |
|||
God wordt voor iedereen gerechtvaardigd in Zijn woorden, in Zijn beloften en bedreigingen, die Hij nauwkeurig vervult en opdat Hij overwint, de zege behoudt, wanneer Hij geoordeeld wordt, als U aan een rechterlijke beoordeling van mensen wordt onderworpen. |
|||
== 5 == |
== 5 == |
||
Regel 33: | Regel 43: | ||
Ro 3:9 Wat dan? Zijn wij uitnemender? Helemaal niet. Wij hebben immers tevoren zowel Joden als Grieken beschuldigd, dat zij allen onder de zonde zijn, (Telos) |
Ro 3:9 Wat dan? Zijn wij uitnemender? Helemaal niet. Wij hebben immers tevoren zowel Joden als Grieken beschuldigd, dat zij allen onder de zonde zijn, (Telos) |
||
'''Zijn wij uitnemender?''' Uitnemender dan die lasteraars? |
'''Zijn wij uitnemender?''' Uitnemender dan die lasteraars? |
||
== 10 == |
|||
Ro 3:10 zoals geschreven staat: ‘Er is geen rechtvaardige, ook niet een; (Telos) |
|||
Van verscheidene mensen in De Bijbel wordt gezegd dat zij rechtvaardig waren (zie [[Rechtvaardig]]), maar er is geen mens die volstrekt rechtvaardig is gelijk God. |
|||
''Jes 64:6 Doch wij allen zijn als een onreine, en al onze gerechtigheden zijn als een wegwerpelijk kleed; en wij allen vallen af als een blad, en onze misdaden voeren ons henen weg als een wind.'' (SV) |
|||
Vergelijk Jezus' antwoord op iemand die Hem "goede meester" noemde: |
|||
''Mr 10:18 Jezus echter zei tot hem: Waarom noemt u Mij goed? Niemand is goed dan Een: God.'' (Telos) |
|||
Jezus wijst hem op de volkomen goedheid van God, waarbij de goedheid van mensen tekort schiet. |
|||
''Ro 3:23 Want allen hebben gezondigd en komen te kort aan de heerlijkheid van God,'' (Telos) |
|||
De enige mens, trouwens, die in zijn leven praktisch volkomen rechtvaardig en goed was, was onze Heer Jezus Christus. |
|||
== 13 == |
== 13 == |
||
Regel 57: | Regel 83: | ||
''Ro 1:16 Want ik schaam mij niet voor het evangelie; want het is Gods kracht tot behoudenis voor ieder die gelooft, eerst voor de Jood, en ook voor de Griek. Ro 1:17 Want gerechtigheid van God wordt daarin geopenbaard op grond van geloof tot geloof, zoals geschreven staat: ‘Maar de rechtvaardige zal op grond van geloof leven’.'' (Telos) |
''Ro 1:16 Want ik schaam mij niet voor het evangelie; want het is Gods kracht tot behoudenis voor ieder die gelooft, eerst voor de Jood, en ook voor de Griek. Ro 1:17 Want gerechtigheid van God wordt daarin geopenbaard op grond van geloof tot geloof, zoals geschreven staat: ‘Maar de rechtvaardige zal op grond van geloof leven’.'' (Telos) |
||
'''Waarvan door de wet en de profeten getuigenis gegeven wordt.''' Door de wet: de toerekening van de gerechtigheid aan Abraham op grond van diens geloof. Door de profeten, als Habakuk. |
'''Waarvan door de wet en de profeten getuigenis gegeven wordt.''' Door de wet: de toerekening van de gerechtigheid aan Abraham op grond van diens geloof. Door de profeten, als Jesaja en Habakuk. |
||
''Jes 53:11 Om den arbeid Zijner ziel zal Hij het zien, [en] verzadigd worden; door Zijn kennis zal Mijn Knecht, de Rechtvaardige, velen rechtvaardig maken, want Hij zal hun ongerechtigheden dragen.'' (SV) |
|||
''Hab 2:4 Zie, zijn ziel is hoogmoedig, niet oprecht in hem, maar de rechtvaardige zal door zijn geloof leven.'' (HSV) |
''Hab 2:4 Zie, zijn ziel is hoogmoedig, niet oprecht in hem, maar de rechtvaardige zal door zijn geloof leven.'' (HSV) |
||
Regel 70: | Regel 98: | ||
Ro 3:24 en worden om niet gerechtvaardigd door zijn genade, door de verlossing die in Christus Jezus is. (Telos) |
Ro 3:24 en worden om niet gerechtvaardigd door zijn genade, door de verlossing die in Christus Jezus is. (Telos) |
||
Vs. 22 vermeldt de menselijke grond of voorwaarde voor rechtvaardiging: geloof. In vs. 24 zien wij Gods voorwaarden voor de rechtvaardiging van de mens: 1e Zijn genade, 2e de verlossing in Christus Jezus. |
Vs. 22 vermeldt de menselijke grond of voorwaarde voor rechtvaardiging: geloof. In vs. 24 zien wij Gods voorwaarden voor de rechtvaardiging van de mens: 1e Zijn genade, 2e de verlossing in Christus Jezus. |
||
== Bron == |
|||
Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Rom. 3:4 en Ps. 51:4. Enige tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 8 dec. 2021. |