Sichor, ook geschreven Sihor, is de naam van een rivier. Jes. 23: 3, Jer. 2: 18.

De Hebreeuwse naam is שׁיחור, Sjiychor, of שׁחור, Sjichor, of שׁחר, Sjichor. De eigennaam betekent "duister"[1], "zwart"[2] of "troebel"[3] en komt 4x in het Oude testament voor. Het wordt in de Statenvertaling en in de NBG5-1 vertaling 3x vertaald als Sichor en 1x als Sihor. Het Strongnummer is 07883.

Het is onzeker welke rivier bedoeld is. Mogelijkheden zijn:

  1. een zijarm van de Nijl. Deze rivier of het kanaal liep aan de oostgrens van Egypte[1], vgl. Joz. 13:3.
  2. de Nijl. Volgens de Joodse commentator Rasji.
  3. het bovenste deel van de Nijl[4]
  4. de beek van Egypte. Sommige uitleggers[5] maken een verschil tussen twee verwijzingen van Sichor: naar de Nijl en naar de beek van Egypte. In Joz. 13: 3 en 1 Kron. 13: 5 wordt niet de Nijl, maar de beek el-Arisch of Rhinokoloera, gewoonlijk de beek van Egypte genoemd, bedoeld[6].

Joz 13:3  Van de Sichor, die voor aan Egypte is, tot aan de landpale van Ekron tegen het noorden, dat den Kanaänieten toegerekend wordt; vijf vorsten der Filistijnen, de Gazatiet en Asdodiet, de Askeloniet, de Gathiet en Ekroniet, en de Avvieten. (SV)

De uitdrukking zaad van Sichor (Jes. 23:3) betekent het koren, dat na de overstromingen van de Nijl welig groeit[6].

Bronnen

P.J. Gouda Quint, Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling. Haarlem: De erven F. Bohn, 1866. Tekst van het lemma Sichor is op 28 mei 2020 onder wijziging verwerkt.

Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen. Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon van Larry Pierce.

Voetnoten

  1. 1,0 1,1 Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen. Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon van Larry Pierce.
  2. P.J. Gouda Quint, Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling. Haarlem: De erven F. Bohn, 1866.
  3. Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Jes. 23:3.
  4. Waarschijnlijk, aldus Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Jes. 23:3.
  5. Karl August Dächsel en P.J. Gouda Quint.
  6. 6,0 6,1 P.J. Gouda Quint, Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling. Haarlem: De erven F. Bohn, 1866. S.v. Sichor.