Simon de Zeloot

Uit Christipedia

Simon de Zeloot of de Kanaäniet was een van de twaalf apostelen van de Heer Jezus.

Bijnaam. Zijn bijnaam was Zeloot, d.i. IJveraar. In het Grieks: Zelotes. De Telos-vertaling neemt de Nederlandse vorm 'Zeloot'. De Statenvertaling en de Herziene Statenvertaling nemen de Griekse naam 'Zelotes' over.

Lu 6:15 Mattheüs en Thomas, Jakobus, den [zoon] van Alfeüs, en Simon genaamd Zelótes; (SV)

Lu 6:15 Mattheüs en Thomas, Jakobus de [zoon] van Alfeüs, en Simon die Zelotes genoemd werd, (HSV)

Naar het Aramees luidde de bijnaam 'de Kanaäniet', ‘Kananítes’ of ‘Kananeüs’. (Gr. κανανιτης).

Mt 10:4  Simon de Kanaäniet en Judas, de Iskariot, die Hem ook heeft overgeleverd. (Telos)

'De Kanaäniet" betekent "de IJverige", "de IJveraar". Het Hebreeuwse bijvoeglijke naamwoord קנא, qanna, betekent "ijverig, ijveraar, naijver, naijverige". De Aramese bijnaam betekent dus niet dat hij de stad Kana of uit het land Kanaän geboortig of afkomstig was. Waarschijnlijk diende de bijnaam om hem te onderscheiden van de andere apostel die Simon heette: Simon Petrus. Apostel van Jezus. De Heer Jezus verkoos Simon met elf anderen uit zijn leerlingen tot apostel.

Lu 6:13 En toen het dag was geworden, riep Hij zijn discipelen bij Zich en koos er twaalf van hen uit, die Hij ook apostelen noemde: Lu 6:14 Simon, die Hij ook Petrus noemde, en zijn broer Andreas, Jakobus, Johannes, Filippus, Bartholomeus, Lu 6:15 Mattheus, Thomas, Jakobus, de zoon van Alfeus, Simon, bijgenaamd de Zeloot, Judas, de broer van Jakobus, Lu 6:16 en Judas Iskariot, die de verrader is geworden. (TELOS)

De zeloot en de tollenaar. Simon behoorde voordien waarschijnlijk tot de groepering der Zeloten, die zich metterdaad verzetten tegen de Romeinse overheersing. Opmerkelijk is dat de Heer zowel een Zeloot (Simon), die weigerde belasting te betalen, als een tollenaar (Mattheüs ofwel Levi), die belasting inde voor de Romeinse bezetter, verkoos tot zijn apostelen, want de beide 'groepen' Zeloten en tollenaars waren tegengestelde uitersten.

Bron

P.J. Gouda Quint, Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling. Haarlem: De erven F. Bohn, 1866. Tekst van het lemma 'Simon', lid 6, is op 8 aug. 2015 verwerkt.