Sleutel van David
De sleutel van David, genoemd in Opb. 3:7 in de brief aan de gemeente te Filadelfia, is een symbool van de bevoegdheid welke Christus, de zoon van David, heeft met betrekking tot het huis van koning David en de vertrekken en kostbaarheden in dat huis. Met deze sleutel kan alleen hij deuren openen en sluiten.
Opb 3:7 En schrijf aan de engel van de gemeente in Filadelfia: Dit zegt de Heilige, de Waarachtige, die de sleutel van David heeft, die opent en niemand zal sluiten, en die sluit en niemand opent: Opb 3:8 Ik weet uw werken; zie, Ik heb een geopende deur voor u gegeven, die niemand kan sluiten; want u hebt kleine kracht en hebt mijn woord bewaard en mijn naam niet verloochend. Opb 3:9 Zie, Ik geef enigen uit de synagoge van de satan, die zeggen dat zij Joden zijn en het niet zijn, maar liegen; zie, Ik zal maken dat zij komen en zich neerbuigen voor uw voeten en erkennen dat Ik u heb liefgehad. Opb 3:10 Omdat u het woord van mijn volharding hebt bewaard, zal Ik ook u bewaren voor het uur van de verzoeking, dat over het hele aardrijk zal komen, om te verzoeken hen die op de aarde wonen. Opb 3:11 Ik kom spoedig, houd wat u hebt, opdat niemand uw kroon neemt. Opb 3:11 Ik kom spoedig, houd wat u hebt, opdat niemand uw kroon neemt. (TELOS)
De Heer Jezus verwijst met de uitdrukking 'de sleutel van David' waarschijnlijk naar een profetie over Eljakim. Jes. 22:15-25 bevat een profetie over Sebna en Eljakim. Volgens deze profetie zou Seba, het hoofd van de hofhouding van koning Hizkia, door God een schandvlek van des konings huis genoemd, door Eljakim worden opgevolgd. Deze zou de sleutel van het huis van David ontvangen.
Jes 22:15 Alzo zegt de Heere, de HEERE der heirscharen: Ga heen, ga in tot dien schatmeester, tot Sebna, den hofmeester, [en] [spreek]: Jes 22:16 Wat hebt gij hier, of wien hebt gij hier, dat gij u hier een graf uitgehouwen hebt [als] die zijn graf in de hoogte uithouwt, die een woning voor zich op een rotssteen laat aftekenen? Jes 22:17 Zie, de HEERE zal u wegwerpen met een mannelijke wegwerping, en Hij zal u ganselijk overdekken. Jes 22:18 Hij zal u gewisselijk voortrollen, gelijk men een bal rolt, in een land, wijd van begrip; aldaar zult gij sterven, en aldaar zullen uw heerlijke wagenen zijn, o gij schandvlek van het huis uws heren! Jes 22:19 En Ik zal u afstoten van uw staat, en van uw stand zal Hij u verstoren. Jes 22:20 En het zal te dien dage geschieden, dat Ik Mijn knecht, Eljakim, den zoon van Hilkia, roepen zal. Jes 22:21 En Ik zal hem met uw rok bekleden, en Ik zal hem met uw gordel sterken, en uw heerschappij zal Ik in zijn hand geven; en hij zal den inwoneren te Jeruzalem en den huize van Juda tot een vader zijn. Jes 22:22 En Ik zal den sleutel van het huis van David op zijn schouder leggen; en hij zal opendoen, en niemand zal sluiten, en hij zal sluiten, en niemand zal opendoen. Jes 22:23 En Ik zal hem [als] een nagel inslaan in een vaste plaats; en hij zal wezen tot een stoel der eer voor het huis zijns vaders. Jes 22:24 En men zal aan hem hangen alle heerlijkheid van het huis zijns vaders, der uitspruitelingen en der afkomelingen, [ook] alle kleine vaten, van de vaten der bekers af, zelfs tot al de vaten der flessen. Jes 22:25 Te dien dage, spreekt de HEERE der heirscharen, zal die nagel, die aan een vaste plaats gestoken was, weggenomen worden; en hij zal afgehouwen worden, en hij zal vallen, en de last, die daaraan is, zal afgesneden worden; want de HEERE heeft het gesproken. (SV)
Zie voor de uitleg van deze passage ook: Sebna.
Dat het "de Heilige, de Waarachtige" (Opb. 3:7) is die sleutel van David heeft, staat in tegenstelling tot de goddeloze hofmeester en ontrouwe sleuteldrager Seba, en is in overeenstemming met de hoedanigheid van de vrome Eljakim. De laatste kan dan ook als een type van Christus worden gezien.
Een andere tegenstelling in de brief aan de gemeente te Filadelfia is mogelijk die tussen het huis van David en de synagoge van de satan. Joden die christen werden, werden uit de synagoge verstoten en buitengesloten. Maar de christenen horen bij de Zoon van David, die de sleutel van David heeft. Hij nu geeft hen een geopende deur. Vervolgens zullen enkele Joden uit de synagoge tot de gelovigen komen en hun bijzondere plaats in verbinding met de Ware David erkennen. De Heer Jezus zal de gelovigen, die zijn woord hebben bewaard, bewaren voor het uur van de verzoeking.
De apostel Johannes zag na de boodschappen gericht aan de zeven gemeenten een deur geopend in de hemel, en toen zei de Heer: Kom hier op (Opb. 4:1). Daarna kwam Johannes in de hemelse troonzaal (Opb. 4:2).