Naar inhoud springen

Bruid, bruidegom: verschil tussen versies

12.985 bytes toegevoegd ,  6 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
Een '''bruid''' is een vrouw op haar trouwdag, een '''bruidegom''' is een man op zijn trouwdag<ref>Woordenboek Nederlands. Haarlem: Dutchbook, 2006.</ref>.
 
[[Bestand:David Adolph Constant Artz - De bruid van de zeeman (EGM 1898-1).jpg|miniatuur|"De bruid van de zeeman", schilderij van de Nederlandse kunstschilder Adolph Artz (1837-1890). ]]
Van de bruid zijn de bruidwervers, bruidleiders en bruidsmeisjes (bruidsjonkvrouwen) te onderscheiden (Ps. 45 : 10. Joh. 3: 29).
 
== God en zijn volk; Christus en zijn gemeente ==
In de Schrift wordt de verhouding van bruidegom en bruid gebruikt als zinnebeeld van de innerlijke liefdes- en levensgemeenschap tussen God en zijn volk, tussen Christus en zijn gemeente.
 
Reeds de boeken van Mozes beschouwen de betrekking van Jahweh tot zijn volk en van Christus tot Zijn gemeente onder het beeld van een echtelijke verbintenis (Exod. 34: 15; Num. 14: 33; Deut. 32: 16; Exod. 20 : 5). In het Oosten werd in 't algemeen de koning voor de echtgenoot van zijn volk gehouden wordt; zijn troonsbestijging gold voor een verlovingsplechtigheid met zijn volk.
 
Opvallend is dat de Heer Jezus het begin van zijn tekenen deed op een bruiloft. Daar vulde hij de wijn, die opgeraakt was, aan met wijn die nog beter was dan wat de gasten reeds genoten hadden. <blockquote>''Joh 2:11 Dit heeft Jezus gedaan als begin van zijn tekenen te Kana in Galilea en Hij heeft zijn heerlijkheid geopenbaard, en zijn discipelen geloofden in Hem. (TELOS)''</blockquote>
In Ps. 45, die volgens de nieuwtestamentische aanhalingen bepaald op Christus betrekking heeft, ofschoon de uitwendige aanleiding daartoe Salomo's troonsbestijging mag geweest zijn, hebben wij een liefelijke schilderij voor ons van deze verhouding van Christus tot zijn gerneente.
 
=== Man en mannine ===
Reeds op de eerste bladzijden van de Heilige Schrift geeft God een schaduwbeeld van de verhouding van Christus en Zijn Gemeente. Vóór de schepping maakt hij Zich al een voorstelling aangaande Christus en Diens bruid. Deze voorstelling kreeg gestalte in de verhouding van de eerste mens en zijn vrouw. God wilde niet dat Adam alleen zou blijven. Hij formeerde een vrouw die bij hem zou passen, hem zou aanvullen en met hem een eenheid, een volheid zou vormen. Desgelijks wilde God voor zijn Zoon een een vrouw, een bruid vormen.
 
De vrouw werd geschapen op een betekenisvolle wijze. God bracht Adam in een diepe slaap, opende als een chirurg zijn zij, nam van hem een lichamelijk bestanddeel (wellicht een rib) en formeerde daaruit Eva. Om de Gemeente te vormen, moest God zijn Zoon in ‘het stof des doods leggen’ (Psalm 22:16). Toen de dood was ingetreden, werd Christus' zijde geopend en vloeide er water en bloed uit. Een gelovige kan zeggen met een woord uit een lied: "En het bloed uit zijn zij, spreekt van zonden mij vrij". Op grond van de bloedstorting van Jezus Christus, welke vergeving en reiniging mogelijk maakt, kon de Gemeente worden gevormd.
 
Alle goddelijke personen hebben een aandeel in de vorming van de vrouw van Christus gehad. Christus stortte zijn bloed als het geslachte Lam en bouwt zijn Gemeente. De Gemeente ontstond op de Pinksterdag, doordat de Heilige Geest de gelovigen tot één Lichaam, dat is de Gemeente, samenvoegde. God (de Vader) heeft Zich de gemeente verworven door het bloed van ziin eigen Zoon. <blockquote>''Hnd 20:28 Past op uzelf en op de hele kudde, waarin de Heilige Geest u als opzieners heeft gesteld, om de gemeente van God te hoeden, die Hij Zich heeft verworven door het bloed van zijn eigen Zoon. (TELOS)''</blockquote>God bracht de vrouw bij Adam, Hij stelde haar voor hem. Adam riep verrukt uit: "Dit is nu eindelijk been van mijn gebeente en vlees van mijn vlees, deze zal ‘mannin’ heten, omdat ze uit de man genomen is" (Gen. 2:23). Adam zag een wezen dat uit hem gevormd was en met wie hij kon omgaan. Hij was niet langer alleen. De Heer Jezus het kruis verdragen en de schande, Hem aangedaan, veracht "om de vreugde die voor hem lag" (Hebr. 12:2). <blockquote>''Heb 12:2 terwijl wij zien op Jezus, de overste leidsman en de voleinder van het geloof, die om de vreugde die voor Hem lag, het kruis heeft verdragen, terwijl Hij de schande heeft veracht, en die is gaan zitten aan de rechterzijde van de troon van God. (TELOS)''</blockquote>Die vreugde betrof tenminste de Gemeente van verlosten die bij Hem zouden zijn (Joh. 14) en in Zijn heerlijkheid zou delen. Voor haar gaf Hij zichzelf over, opdat Hij haar zou heiligen en reinigen en tenslotte als een mooie bruid voor Zich zou stellen. <blockquote>''Efe 5:25 Mannen, hebt uw vrouwen lief, evenals ook Christus de gemeente heeft liefgehad en Zichzelf voor haar heeft overgegeven, Efe 5:26 opdat Hij haar zou heiligen, haar reinigend door de wassing met water door het woord, Efe 5:27 opdat Hij de gemeente voor Zich zou stellen, heerlijk, zonder vlek of rimpel of iets dergelijks, maar opdat zij heilig en onberispelijk zou zijn. Efe 5:28 Zo behoren ook de mannen hun eigen vrouwen lief te hebben als hun eigen lichamen. Wie zijn eigen vrouw liefheeft, heeft zichzelf lief. Efe 5:29 Want niemand heeft ooit zijn eigen vlees gehaat, maar hij voedt en koestert het, evenals ook Christus de gemeente. Efe 5:30 Want wij zijn leden van zijn lichaam, van zijn vlees en van zijn gebeente. Efe 5:31 ‘Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen, en die twee zullen tot een vlees zijn’. Efe 5:32 Deze verborgenheid is groot, maar ik doel op Christus en op de gemeente. Efe 5:33 In elk geval, ook u, laat ieder van u zijn eigen vrouw zo liefhebben als zichzelf; en de vrouw moet ontzag hebben voor haar man. (TELOS)''</blockquote>Hier valt op een alledaagse zaak, de verbintenis van man en vrouw en de bijbehorende plichten, het licht van de hoogste geestelijke realiteit. Het aardse huwelijk is een afschaduwing van de band tussen Christus en Zijn gemeente.
 
Eva werd verbonden aan een man, die het hoofd van de toenmalige aardse dingen was. Zo is Christus, aan wie alles is onderwerpen, als hoofd gegeven aan de Gemeente. Eva vulde Adam aan, evenzo is de Gemeente volheid van Christus. <blockquote>''Efe 1:22 En Hij heeft alles aan zijn voeten onderworpen en Hem als hoofd over alles gegeven aan de gemeente, Efe 1:23 die zijn lichaam is, de volheid van Hem die alles in allen vervult. (TELOS)''</blockquote>Christus hééft Zich voor de Gemeente overgegeven (Ef. 5:25). Dat is gebeurd op het kruis, in het ''verleden''. Thans, dus in het ''heden'', is Hij bezig haar te heiligen en te reinigen (Ef. 5:26). Want de gelovigen, waaruit de Gemeente bestaat, kennen nog zwakheid, ze kunnen nog zondigen. Ze kunnen bevuild worden in hun wandel op aarde (vgl. de voetwassing in Joh. 13), door zonde bevlekt worden (vgl. 1 Jh. 2:1,2). Christus reinigt ons door Zijn woord. Dat woord komt tot ons uit de Bijbel en door de prediking.
 
In de ''toekomst'' (Ef. 5:27) zal Christus de Gemeente zonder vlek of rimpel, als een smetteloos mooie Bruid voor Zich stellen. Op haar kledij zijn geen zondevlekken. Evenmin zal zij een een rimpeltje van veroudering, aftakeling, vergankelijkheid vertonen ("zonder rimpel", vers 27). Hij stelt de Gemeente voor Zich (vers 27), Hij plaatst haar vlak voor zijn ogen, alsof Hij haar zodoende goed kan beschouwen en haar beeld in Zich kan opnemen. De verrukking en bewondering van Adam voor de uit hem geformeerde vrouw was een voorafschaduwing is van de verrukking en vreugde van de Heer als Hij de Gemeente voor Zich gesteld aanschouwt. Zij is prachtig geworden door Zijn werk.
 
Eva was van Adams gebeente en van Adams vlees en werd hem zo toegevoegd als bruid, als vrouw. Zo is ook de Gemeente het lichaam van Christus en zij is tegelijk Zijn bruid. De Gemeente is het lichaam van Christus; "wij zijn leden van zijn lichaam" (Ef. 5: 30). <blockquote>''Efe 5:30 Want wij zijn leden van zijn lichaam, van zijn vlees en van zijn gebeente. (TELOS)''</blockquote>Het huwelijk tussen een man en een vrouw heeft dus een verheven betekenis. Laten gelovige gehuwden hun roeping verstaan om in hun dagelijkse omgang aan het beeld van Christus en de Gemeente te beantwoorden, in weerwil van de huwelijksontrouw en huwelijksvervlakking in de wereld.
 
=== Ps. 45 en Hooglied ===
In het Oosten werd in 't algemeen de koning voor de echtgenoot van zijn volk gehouden wordt; zijn troonsbestijging gold voor een verlovingsplechtigheid met zijn volk.
 
In Ps. 45, die volgens de nieuwtestamentische aanhalingen bepaald op Christus betrekking heeft, ofschoon de uitwendige aanleiding daartoe Salomo's troonsbestijging mag geweest zijn, hebben wij een liefelijke schilderij voor ons van deze verhouding van Christus tot zijn gerneentegemeente.
 
Op de hoogsten trap der ontwikkeling treffen wij volgens vele schriftuitleggers deze goddelijke gedachte in het Hooglied aan. Onder het beeld van de bruidsliefde van Salomo en Sulamith wordt daar de liefdesgemeenschap tussen de Heer en zijn gemeente geschilderd. De profeten en ook de Schriften van het Nieuwe Testament bevatten vele heenwijzingen daarop die vaak over het hoofd gezien zijn (vgl. Jes. 54 : 5; 62: 5; Jer. 3: 1; Ezech. 18: 6; Hosea 1: 2; Matth. 9: 15; Joh. 3: 29; Rom. 7: 4; Ef. 5: 32; 2 Kor. 11:2; Openb. 19; 7; 21 : 2).
Regel 16 ⟶ 34:
In de grondtekst van deze plaats heet het betekenisvol: "Ik wil mij u kopen" - zoals Jakob eens met een lange en moeilijke dienst Rachel tot vrouw gekocht heeft, gelijk David met een gevaarlijke heldendaad de dochter van koning Saul verworven heeft. De Zoon van God heeft in diepe vernedering, in de gestalte van een slaaf, in een moeilijke 33-jarige loopbaan, terwijl Hij zich tenslotte onder de oordelen Gods in onze plaats stelde, zijn arme, zondige gemeente verworven, en een nieuw verbond voor de eeuwigheid met het bloed van de verzoening verzegeld.
 
Johannes de Doper zinspeelde op Christus als de bruidegom:<blockquote>''Joh 3:28 Uzelf getuigt van mij, dat ik heb gezegd dat ik niet de Christus ben, maar dat ik voor Hem uit ben gezonden. Joh 3:29 Hij die de bruid heeft, is de <u>bruidegom</u>; maar de vriend van de <u>bruidegom</u>, die daarbij staat en hem hoort, verblijdt zich met blijdschap over de stem van de <u>bruidegom</u>. Deze blijdschap van mij dan is vervuld geworden. Joh 3:30 Hij moet meer, maar ik minder worden. (TELOS)''</blockquote>Ofschoon Jezus alle dagen bij de zijnen is tot aan het einde van de eeuw, zo is toch de tijd van af zijn marteldood tot op de dag van Zijn luistervolle terugkeer in menig opzicht als een tijd van afwezigheid van de bruidegom te beschouwen (Matth. 9: 15). In deze tijd heeft de strijdende kerk op de toekomstige, openbare verloving met Christus zich voor te bereiden en te versieren (2 Kor. 11 : 2; Ef. 5: 25; Openb. 19 : 7). Hij beschermt haar tegen de poorten van het dodenrijk, die zullen zijn gemeente niet overweldigen (Matth. 16 : 18). Hij zal Zijn gemeente tot zich nemen (Joh. 14:1v; 1 Thess. 4). Dan komt het bruiloftsmaal van het Lam met zijn bruidsgemeente (Matth. 22: 2; Openb. 12 : 1; Matth. 25 : 10; Openb. 21 : 2, 9). Op de nieuwe aarde prijkt de gemeente van de wedergeborenen in de heerlijkste tooi. <blockquote>''Opb 21:2 En ik zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, uit de hemel neerdalen van God, gereed als een <u>bruid</u> die voor haar man versierd is. (TELOS)''</blockquote><blockquote>''Opb 21:9 En een van de zeven engelen die de zeven schalen hadden, vol van de zeven laatste plagen, kwam en sprak met mij en zei: Kom, ik zal u <u>de bruid, de vrouw van het Lam</u> tonen.''</blockquote><blockquote>''Opb 22:17 En de Geest en de <u>bruid</u> zeggen: Kom! En laat hij die het hoort, zeggen: Kom! En laat hij die dorst heeft, komen; laat hij die wil, het levenswater nemen om niet.'' (TELOS)</blockquote>
 
=== De bruid van het Lam ===
== Toepassing op de individuele gelovigen ==
<blockquote>''2Co 11:2 Want ik ben naijverig over u met een naijver van God; want ik heb u aan een man verloofd om u als een reine maagd voor Christus te stellen. (TELOS)''</blockquote>Zoals Ef. 5 een verheven licht werpt op de echtverbintenis van man en vrouw, zo verleent dit vers een hemelse glans aan het maagd-zijn van de vrouw.
Wat van het gehéél van Gods volk geldt, vindt zijn toepassing ook op de afzonderlijke zielen (Openb. 3: 17). Een trouwe bruidegom bemint, versiert, verzorgt zijn verloofde, haalt haar tot de bruiloftsvreugde naar huis. Wat doet de hemelse Bruidegom? Hij heeft ons, armen, diepschuldigen met zijn bloed gekocht; Hij zag ons, ellendigen, die gekwetst en beschadigd waren, in ons bloed liggen en erbarmde zich over ons (Ezech. 16: 6); Hij heeft een verbond met ons gemaakt, dat alles, wat het zijne is, ons eigendom zal worden. Hij bemint het tederste ons die in Hem geloven (Ef. 5: 25). Hij schenkt en bekleedt ons met een heerlijk tooisel (Ps. 45: 10; Jes. 61 : 10). Hij acht ons hoog en kostbaar (Ps. 17: 8). Hij voedt en verzorgt de zijnen (Luk. 22: 35). Hij gaat zeer vriendelijk met hen om (Ps. 45: 3). Hij geeft hun de bruidschat van de Heilige Gees (Ef. 1 : 13, 14). Hij leert, onderwijst leidt ons (Ps. 32: 8). hij voedt hen met zijn vlees en bloed (Joh. 6: 53) en haalt hen eindelijk naar huis tot de eeuwige vreugde (Joh. 14:1v; voor de vreugde vgl. Matth. 25: 21).
 
Ofschoon Jezus alle dagen bij de zijnen is tot aan het einde van de eeuw, zo is toch de tijd van af zijn marteldood tot op de dag van Zijn luistervolle terugkeer in menig opzicht als een tijd van afwezigheid van de bruidegom te beschouwen (Matth. 9: 15). In deze tijd heeft de strijdende kerk op de toekomstige, openbare verloving met Christus zich voor te bereiden, zich rein te bewaren en zich te versieren (2 Cor. 11 : 2; Ef. 5: 25; Openb. 19 : 7). Hij beschermt haar tegen de poorten van het dodenrijk, die zullen zijn gemeente niet overweldigen (Matth. 16 : 18). Hij zal Zijn gemeente tot zich nemen (Joh. 14:1v; 1 Thess. 4). Dan komt het bruiloftsmaal van het Lam met zijn bruidsgemeente (Matth. 22: 2; Openb. 12 : 1; Matth. 25 : 10; Openb. 21 : 2, 9). Het laatste Bijbelboek spreekt over de verhouding van Christus tot Zijn Gemeente onder de benaming Lam en Bruid van het Lam.
 
'''Gereedmaking'''. In Opb. 19 wordt gemeld dat de vrouw van het Lam zich heeft gereedgemaakt. <blockquote>''Opb 19:7 Laten wij blij zijn en ons verheugen en Hem de heerlijkheid geven, want de bruiloft van het Lam is gekomen en zijn vrouw heeft zich <u>gereedgemaakt</u>; Opb 19:8 en haar is gegeven bekleed te zijn met blinkend, rein, fijn linnen, want het fijne linnen zijn de gerechtigheden van de heiligen. (TELOS)''</blockquote><blockquote>''Opb 21:2 En ik zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, uit de hemel neerdalen van God, <u>gereed</u> <u>als een</u> <u>bruid</u> die voor haar man versierd is. (TELOS)''</blockquote>Zij heeft zich gereedgemaakt door (1) zich met passende kleding te kleden en (2) zich voor haar man te versieren. Wij zouden kunnen zeggen: zij heeft haar bruidsjapon aangetrokken.
 
'''Bruidskleed'''. Van de persoonlijke gereedmaking voor de bruiloft is de kleding wel het belangrijkste. De bruid van het Lam is "bekleed ... met blinkend, rein, fijn linnen" (Opb. 19:8). Merk op dat er staat "haar is gegeven". God of het Lam heeft haar de mogelijkheid gegeven een passend (schitterend, smetteloos rein) bruidskleed te dragen. Zij kon er, gegeven die mogelijkheid, ook zelf wat aan doen en heeft dat ook gedaan, "want het fijne linnen zijn de gerechtigheden van de heiligen". Deze gerechtigheden zijn de rechtvaardige daden van de heiligen. Het gaat niet om hun rechtvaardigmaking uit geloof, maar om de goede werken die zij uit geloof hebben gedaan, nadat zij gerechtvaardigd zijn, rechtvaardig zijn verklaard op grond van hun geloof. Het kleed van de hemelse bruid wordt door de bruid geweven uit draden van rechtvaardige daden.
"Laten we niet de kantjes eraf lopen, maar ons inzetten voor God en voor Christus. Laat het belang van de Heer bij ons altijd de eerste plaats hebben. Laten we wel doen aan allen, laten we het evangeliewerk steunen, help een zieke zuster, laat op je werk zien wie Christus is. Al zijn we geen handwerkslieden, we kunnen weven, weven aan het bruidskleed van de vrouw van het Lam." ([[Jaap Fijnvandraat]])<ref name=":0">Jaap Fijnvandraat, ''Christus en zijn bruidsgemeente'', op Jaapfijnvandraat.nl, zonder jaar. Internetadres: http://jaapfijnvandraat.nl/index.php?page=artikel&id=2459</ref>
'''Sieraden'''. De bruid van het Lam draagt ook sieraden. <blockquote>''Opb 21:1 En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde; want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan, en de zee was niet meer. Opb 21:2 En ik zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, uit de hemel neerdalen van God, gereed als een bruid die voor haar man <u>versierd</u> is. (TELOS)''</blockquote>Een voorafbeelding vinden wij in de geschiedenis van Isaäc, Eliëzer en Rebekka. Rebekka kreeg van de knecht van Abraham sieraden (Gen. 24). De sieraden waren een gift van Isaäc door de handen van Eliëzer. De Zoon van God heeft ze door de Heilige Geest aan de gemeente. Rebekka kreeg ze, maar ze moest ze zelf aandoen.
 
De bruid van het Lam heeft "voor haar man versierd" (Opb. 21:2). Ze doet het om Hem te behagen. Het sieraad van de bruid van het Lam bestaat uit alles wat waardevol is voor Christus, wat Hem welbehaaglijk is. Christus bouwt zijn gemeente, maar schakelt zijn leden in. Volgens 1 Ko. 3 moet de gemeente - daar gezien onder het beeld van een te bouwen huis - gebouwd worden met goud, zilver en kostbare stenen. In Openb. 21 is de voorstelling die van een bruid, maar de gedachte van mooi maken vinden we in beide beelden. Versieren we ons met dingen die mooi in zijn ogen Zijn? Deugden als zachtmoedigheid, medelijden en nederigheid zijn mooi in Zijn ogen! <blockquote>''1Pe 3:1 Evenzo, vrouwen, weest aan uw eigen mannen onderdanig, opdat, ook als sommigen ongehoorzaam zijn aan het woord, zij door de wandel van hun vrouwen zonder woord gewonnen worden, 1Pe 3:2 wanneer zij uw kuise wandel in vrees hebben opgemerkt. 1Pe 3:3 Laat <u>uw versiering</u> niet de uiterlijke zijn: het vlechten van het haar en het omhangen van gouden dingen of het aantrekken van kleren, 1Pe 3:4 maar de verborgen mens van het hart, in de onvergankelijke <u>versiering</u> van de zachtmoedige en stille geest, die kostbaar is voor God 1Pe 3:5 Want zo <u>versierden</u> zich vroeger ook de heilige vrouwen die hun hoop op God stelden, terwijl zij aan hun eigen mannen onderdanig waren; (...) 1Pe 3:7 Mannen, evenzo, woont bij hen met verstand als bij een zwakker vat, het vrouwelijke, en bewijst hun eer, omdat zij ook medeërfgenamen van de genade van het leven zijn, opdat uw gebeden niet verhinderd worden. 1Pe 3:8 En tenslotte, weest allen eensgezind, medelijdend, vol broederlijke liefde, welgezind, nederig, (TELOS)''</blockquote>Johannes zag de bruid van het Lam in al haar schoonheid (Opb. 21:9v). Op de nieuwe aarde prijkt de gemeente van de wedergeborenen in de heerlijkste tooi. <blockquote>''Opb 21:2 En ik zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, uit de hemel neerdalen van God, gereed als een <u>bruid</u> die voor haar man versierd is. (TELOS)''</blockquote><blockquote>''Opb 21:9 En een van de zeven engelen die de zeven schalen hadden, vol van de zeven laatste plagen, kwam en sprak met mij en zei: Kom, ik zal u <u>de bruid, de vrouw van het Lam</u> tonen.''</blockquote><blockquote>''Opb 22:17 En de Geest en de <u>bruid</u> zeggen: Kom! En laat hij die het hoort, zeggen: Kom! En laat hij die dorst heeft, komen; laat hij die wil, het levenswater nemen om niet.'' (TELOS)</blockquote>
 
== Kentekenen van de bruid van Christus ==
Regel 30 ⟶ 58:
c. Zij geeft Hem van het ogenblik af haar hart, haar wil; wat zij is, heeft en vermag, dat is van nu af aan niet meer haar eigendom, maar behoort aan Hem, die haar het eerst en zozeer heeft liefgehad (2 Kor. 5 : 14). Gelijk hik met het zijne de onze wordt, zo worden wij met het onze de zijnen (Hoogl. 6 : 2; Luk. 15: 31).
 
d. Zij dient en gehoorzaamt hem alleen, want zij gedenkt bestendig aan de roepstem: Hij is uw Heer, U zult Hem aanbidden. (Ps. 45: 11, 12; Ef. 5 : 24). [[Bestand:David Adolph Constant Artz - De bruid van de zeeman (EGM 1898-1).jpg|miniatuur|"De bruid van de zeeman", schilderij van de Nederlandse kunstschilder Adolph Artz (1837-1890). ]]e. Zij looft en prijst hem ten allen tijde en over alles (Ps. 44: 2).
 
e. Zij looft en prijst hem ten allen tijde en over alles (Ps. 44: 2).
 
f. Zij is aangedaan met haar tooi met blinkend en fijn lijnwaad, met de gerechtigheden van de heiligen (Openb. 19 : 8; Jes. 61: 10).
Regel 38 ⟶ 64:
g. Zij laat zich door niets van zijn liefde scheiden, het is een verloving voor eeuwig (1 Kor. 15: 19; Rom. 8: 35).
 
== Toepassing op de individuele gelovigen ==
== Bron ==
Wat van het gehéél van Gods volk geldt, vindt zijn toepassing ook op de afzonderlijke zielen (Openb. 3: 17). Een trouwe bruidegom bemint, versiert, verzorgt zijn verloofde, haalt haar tot de bruiloftsvreugde naar huis. Wat doet de hemelse Bruidegom? Hij heeft ons, armen, diepschuldigen met zijn bloed gekocht; Hij zag ons, ellendigen, die gekwetst en beschadigd waren, in ons bloed liggen en erbarmde zich over ons (Ezech. 16: 6); Hij heeft een verbond met ons gemaakt, dat alles, wat het zijne is, ons eigendom zal worden. Hij bemint het tederste ons die in Hem geloven (Ef. 5: 25). Hij schenkt en bekleedt ons met een heerlijk tooisel (Ps. 45: 10; Jes. 61 : 10). Hij acht ons hoog en kostbaar (Ps. 17: 8). Hij voedt en verzorgt de zijnen (Luk. 22: 35). Hij gaat zeer vriendelijk met hen om (Ps. 45: 3). Hij geeft hun de bruidschat van de Heilige Gees (Ef. 1 : 13, 14). Hij leert, onderwijst leidt ons (Ps. 32: 8). hij voedt hen met zijn vlees en bloed (Joh. 6: 53) en haalt hen eindelijk naar huis tot de eeuwige vreugde (Joh. 14:1v; voor de vreugde vgl. Matth. 25: 21).
 
In Opb. 22:17 vinden wij een opwekking voor het collectief, het geheel (de bruid) en het individu ("hij die het hoort"):<blockquote>''Opb 22:17 En de Geest en de <u>bruid</u> zeggen: Kom! En laat <u>hij die het hoort</u>, zeggen: Kom! En laat hij die dorst heeft, komen; laat hij die wil, het levenswater nemen om niet.'' (TELOS)</blockquote>
Een jongen en een meisje zien uit naar de dag van de bruiloft. Wat leven ze er naar toe. Christus ziet uit naar de dag van zijn bruiloft. Zien wij er net zo naar uit als Hij........‘wat een dag, wat een dag zal dat zijn’! ([[Jaap Fijnvandraat]])<ref name=":0" />
 
== BronBronnen ==
H. Zeller, ''Bijbelsch Woordenboek voor het Christelijke volk''. Eerste deel A - J. ('s Gravenhage: M.J. Visser, 1867) s.v. Bruid, Bruidegom. Tekst hiervan is op 26 sept. 2017 verwerkt.
 
Jaap Fijnvandraat, ''Christus en zijn bruidsgemeente'', op Jaapfijnvandraat.nl, zonder jaar. Internetadres: http://jaapfijnvandraat.nl/index.php?page=artikel&id=2459
 
== Voetnoot ==
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.