Naar inhoud springen

Feest van de tempelwijding: verschil tussen versies

k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 11:
Het kruikje met de olie voor één dag raakte echter niet na één dag leeg. Acht dagen, zo lang als nodig was om nieuwe gewijde olie te krijgen, kwam er uit dat kruikje voldoende olie om de tempelmenora aan te steken.
 
'''Periode.''' Het vernieuwingsfeest begint op dag 25 van de Joodse maand Kislew (rond midden december). Het valt dus in de winter en duurt acht dagen. In 2015 bijvoorbeeld viel het feest in de periode 7 t/m 14 december, in 2014 van 17 t/m 24 december. Het Nieuwe Testament geeft ook aan dat het feest in de winter viel. <blockquote>''Joh 10:22 En het was het feest van de tempelwijding in Jeruzalem; <u>het was winter</u>.'' (TELOS)</blockquote>Het getal van acht (dagen) herinnert aan het ‘Chanoeka-wonder’, olie die acht dagen wonderbaarlijk bleef branden. Volgens de rabbijnse overlevering was er slechts één kruikje reine olie voorradig om de menora, de zevenarmige kandelaar in de tempel, te laten branden tijdens de reiniging van de tempel. Het kruikje raakte echter niet leeg voordat nieuwe zuivere olie was toebereid. Men spreekt dan ook van ‘het wonder van Chanoeka’
[[Bestand:Chanoeka-640.jpg|miniatuur|565x565px]]
Het getal van acht (dagen) herinnert aan het ‘Chanoeka-wonder’, olie die acht dagen wonderbaarlijk bleef branden. Volgens de rabbijnse overlevering was er slechts één kruikje reine olie voorradig om de menora, de zevenarmige kandelaar in de tempel, te laten branden tijdens de reiniging van de tempel. Het kruikje raakte echter niet leeg voordat nieuwe zuivere olie was toebereid. Men spreekt dan ook van ‘het wonder van Chanoeka’
 
'''Viering.''' Het feest van de tempelwijding of Chanoeka wordt gevierd met het aansteken van kaarsen of oliepitten in een [[chanoekia]], een achtarmige kandelaar met een aparte arm (in het midden) voor de sjamasj, de hulpkaars of "dienaarskaars". Deze kaars wordt gebruikt om de andere acht kaarsen te ontsteken en dient tevens als lichtbron in het algemeen, daar het licht van de andere kaarsen niet tot verlichting gebruikt mag worden. Met de hulpkaars wordt op elke avond van het feest een kaars of oliepit méér aangestoken, tot op de achtste dag alle kaarsen of oliepitten branden. Bij de viering worden soefganiot gegeten, een soort Berliner bollen.
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.