Naar inhoud springen

Hebreeën 7: verschil tussen versies

5.416 bytes toegevoegd ,  6 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 3:
 
== Hebr. 7:1 ==
''Heb 7:1 Want deze Melchizedek, koning van Salem, priester van God de Allerhoogste, die Abraham tegemoet ging toen hij van het verslaan van de koningen terugkeerde, en hem zegende, (TELOS)''
'''Tegemoet ging'''. Met brood en wijn.
 
'''Salem'''. Dat is Jeruzalem, zie [[Salem]]. De naam betekent "vrede" (vers 2).
 
'''God de Allerhoogste'''. Melchizedek is, na de schrijver van Genesis zelf, de eerste in de Bijbel die God de "Allerhoogste" noemt. Over dit begrip, zie [[God#Allerhoogste|God]].
 
== Hebr. 7:2 ==
Heb 7:2 aan wie ook Abraham een tiende van alles gaf, is in de eerste plaats naar de uitleg [van zijn naam]: koning van de gerechtigheid, en vervolgens ook: koning van Salem, dat is koning van de vrede, (TELOS)
'''Koning van de gerechtigheid'''. De naam [[Melchizedek]] betekent 'koning van de gerechtigheid'.
 
== Hebr. 7:7 ==
Heb 7:7 Zonder enige tegenspraak nu wordt het mindere gezegend door het meerdere. (TELOS)
'''Zonder enige tegenspraak.''' Ontegenzeglijk, overduidelijk, buiten kijf.
 
'''Het mindere gezegend door het meerdere'''. Hij die zegent is, in dit opzicht, groter dan hem die de zegen ontvangt, evenals de priesters, die mensen zegenden, in hun ambt groter waren dan de mensen die zij zegenden<ref>''John Gill's Expositor'', commentaar bij Hebr. 7:7. </ref>, aan wie zij overigens als hun broeders gelijk zijn.
 
== Hebr. 7:8 ==
Heb 7:8 En hier ontvangen sterfelijke mensen wel tienden, maar daar iemand van wie getuigd wordt dat hij leeft. (TELOS)
'''Sterfelijke mensen'''. De Levitische priesters.
'''Van wie getuigd wordt dat hij leeft.''' Vergelijk: <blockquote>''Heb 7:16 die het niet geworden is naar de wet van een vleselijk gebod, maar naar de kracht van een onvergankelijk leven; Heb 7:17 want van Hem wordt getuigd: U bent priester tot in eeuwigheid naar de orde van Melchizedek. (TELOS)''</blockquote><blockquote>''Ps 110:1 Een psalm van David. De HEERE heeft tot mijn Heere gesproken: Zit aan Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden gezet zal hebben tot een voetbank Uwer voeten. (...) Ps 110:4 De HEERE heeft gezworen, en het zal Hem niet berouwen: Gij zijt Priester in eeuwigheid, naar de ordening van Melchizédek.''</blockquote>
 
'''Daar iemand'''. Daar, in het geval van Melchizedek
 
'''Van wie getuigd wordt dat hij leeft.''' Vergelijk:
 
''Heb 7:3 en terwijl hij zonder vader, zonder moeder, zonder geslachtsregister, zonder begin van dagen of einde van leven is, maar op de Zoon van God lijkt, blijft hij priester voor altijd. (TELOS)''
 
Van Melchizedek, doordat hij tienden van Abraham neemt, wordt getuigd dat hij leeft, want hij doet hetgeen hij doet als iemand die in geen ander een opvolger heeft. Het getuigenis dat hij leeft, vinden wij van Melchizedek niet ''woordelijk'', maar ''zakelijk''. Melchizedek wordt uitgebeeld als een eeuwig levend ''priester''. Niet als een eeuwig levend ''mens'', want als mens is Melchizedek, net als zijn natuurgenoten, gestorven. Zoals hij wordt voorgesteld als iemand die in zijn betrekking van priester noch begin van dagen noch einde van leven heeft, zo komt hij ook hier voor als een priester die, met betrekking tot zijn waardigheid volgens het aangehaalde getuigenis nooit heeft opgehouden te leven, voor zover er namelijk nooit, door opvolging van een soortgelijk priester, aan zijn priesterleven een einde gekomen is.  
 
'''VanVergelijk wiewat getuigdvan de Heer Jezus wordt datgezegd: hij'priester leeft.''tot in eeuwigheid'. Vergelijk: <blockquote>''Heb 7:16 die het niet geworden is naar de wet van een vleselijk gebod, maar naar de kracht van een <u>onvergankelijk leven</u>; Heb 7:17 want van Hem wordt getuigd: U bent <u>priester tot in eeuwigheid</u> naar de orde van Melchizedek. (TELOS)''</blockquote><blockquote>''Ps 110:1 Een psalm van David. De HEERE heeft tot mijn Heere gesproken: Zit aan Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden gezet zal hebben tot een voetbank Uwer voeten. (...) Ps 110:4 De HEERE heeft gezworen, en het zal Hem niet berouwen: Gij zijt <u>Priester in eeuwigheid</u>, naar de ordening van Melchizédek.''</blockquote>
 
== Hebr. 7:11 ==
Heb 7:11 Als er nu inderdaad volmaking door het Levietische priesterschap was - want in verbinding daarmee heeft het volk de wet ontvangen -, waarom was het dan nog nodig dat er een andere priester opstond naar de orde van Melchizedek en deze niet genoemd werd naar de orde van Aaron? (TELOS)
'''Volmaking'''. Vergelijk:
 
''Heb 7:19 (want de wet heeft niets tot volmaaktheid gebracht), ...'' (TELOS)
 
== Hebr. 7:12 ==
Heb 7:12 Want als het priesterschap verandert, vindt er ook noodzakelijk verandering van de wet plaats. (TELOS)
'''Verandering van wet'''. De 'orde' van Aaron of van Melchizedek ziet op de instelling, de regels. Voor het Levietische priesterschap gelden andere regels dan voor het Melchizedekse priesterschap. Eén regel is dat de priester een zoon (nakomeling) van Aaron moest zijn, vgl. vers. 13.
 
''Heb 7:18 Want er is enerzijds een afschaffing van het vroegere gebod wegens zijn zwakheid en nutteloosheid (TELOS)''
 
== Hebr 7:13 ==
Heb 7:13 Want Hij van Wie deze dingen gezegd zijn, maakt deel uit van een andere stam, waarvan niemand verbonden is geweest aan het altaar. (TELOS)
'''Hij van wie'''. Dat is Christus. 
 
'''Andere stam'''. Namelijk Juda, zie volgende vers.
 
== Hebr. 7:16 ==
Heb 7:16 die het niet geworden is naar de wet van een vleselijk gebod, maar naar de kracht van een onvergankelijk leven; (TELOS)
'''Vleselijk gebod.''' Een gebod dat betrekking had op ons lichaam, ons vlees, in het bijzonder de vleselijke afstamming.
 
'''Onvergankelijk leven'''. Uit deze uitdrukking blijkt dat de Heer pas na zijn opstanding priester naar de orde van Melchizedek is geworden. 
 
== Hebr. 7:17 ==
Heb 7:17 want van Hem wordt getuigd: U bent priester tot in eeuwigheid naar de orde van Melchizedek. (TELOS)
De schrijver verwijst naar:
 
''Ps 110:1 Een psalm van David. De HEERE heeft tot mijn Heere gesproken: Zit aan Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden gezet zal hebben tot een voetbank Uwer voeten. (...) Ps 110:4 De HEERE heeft gezworen, en het zal Hem niet berouwen: Gij zijt <u>Priester in eeuwigheid</u>, naar de ordening van Melchizédek.''
 
== Hebr. 7:18 ==
Heb 7:18 Want er is enerzijds een afschaffing van het vroegere gebod wegens zijn zwakheid en nutteloosheid (TELOS)
Vergelijk:
 
''Heb 7:12 Want als het priesterschap verandert, vindt er ook noodzakelijk verandering van de wet plaats.'' (TELOS)
 
== Hebr. 7:19 ==
Heb 7:19 (want de wet heeft niets tot volmaaktheid gebracht), en anderzijds de invoering van een betere hoop, waardoor wij tot God naderen. (TELOS)
'''Betere hoop'''. Eén van de betere zaken die ons in deze brief genoemd worden. 
 
== Bron ==
Karl August Dächsel; F P L C van Lingen; H van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Hebr. 7. Enige tekst hiervan is verwerkt.
 
== Voetnoot ==
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.