Naar inhoud springen

Ezechiël (boek): verschil tussen versies

15 bytes toegevoegd ,  6 jaar geleden
k
Tekstuele fouten verbeterd.
k (Tekstuele fouten verbeterd.)
Regel 43:
'''Deel 1 (1:1-24:27)  Het oordeel over Juda en Jeruzalem.'''
 
Het roepingsvisioen neemt de eerste drie hoofdstukken in beslag. Ezechiël moet diverse malen de ondergang van Jeruzalem en de ballingschap uitbeelden. De heerlijkheid van de Heer trekt zich terug uit de tempel en stijgt op van de Olijfberg. De balingenballingen klagen bij EzechëlEzechiël dat zij de dupe zijn van de zonden van hun voorgeslacht, maar Ezechiël maakt ze duidelijk dat ieder persoonlijk verantwoordelijk is voor zijn eigen zonden.
 
'''Deel 2 (25:1-32:32)  Gods oordeel over verschillende volken.'''
Regel 74:
 
== Inhoud ==
Ezechiël 1. Wij hebben hier een prachtig visioen van de regering en voorzienigheid van God op aarde, maar verenigd met de troon in de hemel. Vergelijk de vier levende wezens met die beschreven in Openbaring 4:6-8. (Het dertigste jaar van Ezechiël 1:1 is zonder twijfel het jaar van dehet Babylonische koninkrijk, dat door Nabopolassar was opgericht in 625 v.C.: het dertigste jaar zou zijn 595, hetgeen overeenkomt met het vijfde jaar van Jojachins gevangenschap.)
 
Ezechiël 2-3 zijn inleidend. Ezechiël moet spreken, of Israël zal horen of niet: hij moet het boek der profetie eten (dat wil zeggen, aanvaarden in zijn eigen ziel) en trouw zijn in het waarschuwen van de goddelozen.
Regel 84:
Ezechiël 9. Het overblijfsel dat klaagt over de gruwelen wordt gemarkeerd aan hun voorhoofd. Het behaagt God dat iemand over het kwade treurt in verband met Zijn naam, hoewel de treurende het kwaad niet kan wegnemen.
 
Ezechiël 10-11. De cherubs handelen tegen Jeruzalem. De heersers worden veroordeeld, maar er is genade en herstel voor dehet vrome overblijfsel.
 
Ezechiël 12. De vlucht en gevangenschap van Zedekia worden voorspeld.
Regel 98:
Ezechiël 21-24. De invasie en vernietiging van Jeruzalem. Tijdens het verslag daarvan sterft de vrouw van Ezechiël, de lust van zijn ogen. Hij mocht niet rouwen om het verlies. Toen de ballingen hem vroegen wat ze hiervan moesten leren, kregen ze te horen dat wanneer Gods oordelen op de tempel en op hun zonen en dochters vielen, ze niet moesten treuren; ze zouden versmachten om hun ongerechtigheden en kreunen de een tot de ander.
 
Ezechiël 25-32 zijn de profetieën tegen de heidense volken, die Palestina omringden en omgang met Israël hadden. De profetieën zijn tegen Ammon, Moab, Edom, en Filistea. In de profetie tegen Tyrus is de opmerkelijke beschrijving van een 'gezalfde cherub', die in een zeer verheven positie was, maar die viel en de vijand van God werd. Dit ziet ongetwijfeld op Satan ( Ezechiël 28:11-19). Ezechiël 28:20-26 zijn tegen Sidon. Ezechiël 29 tot 32 zijn tegen Egypte.
 
Ezechiël 33-36 zijn profetieën tegen Israël, gevolgd door toekomstig herstel en zegen, en het oordeel over degenen die hen verdrukken. In Ezechiël 33 tot 35 spreekt God met Zijn volk. In Ezechiël 36 is er zegen voor hen.
 
Ezechiël 37 toont het herstel van Israël, in het visioen van het dal van dorre beenderen en de twee stokken. Velen hebben gedacht, vanwege de opening der graven en gezien het feit dat de mensen uit hun graven wordtworden gebracht, dat deze passage verwijst naar de opstanding van het lichaam. Maar de mensen zeggen, voordat de graven worden geopend, "onze botten zijn verdroogd en onze verwachting is verloren", het gevoel van vele Joden uitdrukkend. Deze opstanding wordt gebruikt als een symbool van het leven dat aan Israël en ook aan Juda wordt hergeven. De twee naties moeten één worden, een geweldig groot leger, en zij zullen worden verzameld in hun eigen land. Het hoeft nauwelijks gezegd te worden dat dit niet van toepassing kan zijn op Juda, dat deels terugkeerde onder Zerubbabel, Ezra en Nehemia. Het visioen is nog deels toekomst en zal zeker worden vervuld. 
 
Ezechiël 38-39. Het herstel van Israël zal worden tegengestaan. Gog en Magog zullen de belangrijkste tegenstanders zijn. In Ezechiël 38:2 leest de LXX in plaats van "o Gog, grootvorst van Mesech en Tubal,": "o Gog ... Rosh, prins van Mesoch en Thobal," en zo ook in Ezechiël 39:1. Deze betekenis wordt voor de juiste gehouden en Rosh verwijst dan naar Rusland, dat het hoofd van die natie zal zijn welke de voornaamste vijand van Israël zal zijn wanneer het is teruggebracht in het beloofde land. De vijanden zullen vernietigd worden, en Israël zal gezegend worden.
Regel 116:
'''Ter herdenking.''' Sommigen hebben moeite om de hervatting van de dierenoffers te begrijpen. Hoewel de doeltreffendheid van het bloed van Christus overeind blijft voor God, zijn er zeker verschillen in de toepassing ervan. Christenen hebben vrijmoedigheid om het Allerheiligste in te gaan door het bloed van Jezus: joden als zodanig hebben een dergelijke voorrecht niet. De meest heilige plaats zal terug te vinden zijn in de toekomstige tempel, waarbij een zekere afstand tot God gehandhaafd blijft voor de mens op aarde. De hernieuwde offers zijn in overeenstemming met deze stand van zaken. Zij vormen een gedachtenis aan het offerwerk van Christus.
[[Bestand:Tempel Ezechiël - Reinders.jpg|geen|miniatuur|799x799px|''Weergave van het toekomstige tempelcomplex door architect B. Reinders'']]
Behalve de tempel, waarvan volledige bijzonderheden worden gegeven, en behalve de offers en feesten (opmerkelijk is de afwezigheid van de Grote Verzoendag en het Wekenfeest), wordt er een vorst vermeld, en een deel van het land hem toegewezen, samen met de offers die hij zal aanbieden. Ongetwijfeld zal de vorst een vertegenwoordiger van het koninklijk huis van David zijn. Uit het heiligdom zal een rivier stromen, op de oevers groeien bomen en het water zal de Dode Zee veranderen in een meer vol leven, met allerlei vis (vergelijk Joël 3:18; Zach 14:8). Het gehele land zal de Israëlieten ter bezitting zijn. Het zal worden verdeeld in twaalf delen, behalve  een heilig gedeelte voor het heiligdom, de priesters, de Levieten, en de stad. De positie van elke stam wordt vermeld. De toestand van de stad Jeruzalem zal volledig worden veranderd en de naam van hetde stad zal van die dag af zijn "De Heer is daar."
[[Bestand:Israël in Vrederijk.jpg|geen|miniatuur|1077x1077px|''Indeling van het Heilige Land in het 1000-jarig Vrederijk volgens Ezechiël '']]
 
Regel 129:
Geen profeet wijst zo duidelijk op de verantwoordelijkheid van de mens en de weg tot behoud (Ezech. 18).  
 
Het gedeelte Ezech. 28: 11-29 geeft ons een beschrijving van het oordeel over de vorst van Tyrus, waarbij gedacht kan worden aan de val van Satan en zijn oordeel.  
 
In het ooglopend zijn de profetieën over de hereniging van de twaalf stammen en de opstanding van het gehele volk voorgesteld door de 2 stukken hout en de dorre doodsbeenderen (Ezech.  36). Ezech. 37 tekent het herstel van Israël doordat het van de Here een nieuw hart en een nieuwe geest ontvangt. EzecEzech. 38-39 beschrijft de ondergang van Gog, die uit het land ten noorden van Israël komt.  
 
Ezechiël mag voor velen een bijbelboek zijn dat wordt overgeslagen omdat één en ander moeilijk is te verstaan, toch is het ook een boek dat spreekt over de hoopvolle toekomst van Gods volk en het bevat vele bemoedigende gedeelten voor de nieuwtestamentische gelovige.
47

bewerkingen

Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.