Naar inhoud springen

Offer: verschil tussen versies

44 bytes toegevoegd ,  5 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 9:
'''Griekse woorden.''' ''Dooron'' (δωρον) is het Griekse woord voor gift, geschenk, gave. Het is de letterlijke vertaling van het Hebreeuwse ''mincha''. ''Thusia'' (θυσια) is het Griekse woord voor offer en komt overeen met het Hebreeuwse zebach (= "slachtoffer"). Beide Griekse woorden komen voor in: <blockquote>''Heb 8:3 Want iedere hogepriester wordt aangesteld om zowel <u>gaven</u> als <u>slachtoffers</u> te offeren; daarom was het nodig dat ook Deze iets had om te offeren. (TELOS)''</blockquote>'''Slachtoffer.''' Een slachtoffer is een ''bloedig'' offer. Het Hebreeuwse woord is ''zebach'', meervoud ''zebachiem''. <blockquote>''1Kr 29:21 De volgende dag slachtten zij voor de HERE <u>slachtoffers</u> en brachten zij de HERE brandoffers: duizend stieren, duizend rammen, duizend schapen met de daarbij behorende plengoffers, en <u>slachtoffers</u> in menigte voor geheel Israel. (NBG51)''</blockquote><blockquote>''Efe 5:1 Weest dan navolgers van God, als geliefde kinderen, Efe 5:2 en wandelt in liefde, zoals ook Christus ons heeft liefgehad en Zichzelf voor ons heeft overgegeven als een offerande en een <u>slachtoffer</u> voor God tot een welriekende reuk. (TELOS)''</blockquote>
Zie [[Slachtoffer]] voor het hoofdartkel
'''Geschiedenis'''. Het offer is even oud als de '''geschiedenis''' van de gevallen mens: de zonen van Adam brachten offers aan God. Bij alle volken die van Adam afstammen en in al hun godsdiensten komen offers voor.
 
'''Offerdieren.''' De landdieren die God als geschikt voor het offer aanwees, waren reine diersoorten en zij behoorden tot het '''tamme vee'''. Nergens en nimmer spreekt de bijbel over het offeren van wilde roofdieren. Dergelijke dieren zouden in strijd zijn met het karakter van het ware Offer, onze Heiland, die leefde en stierf in gehoorzaamheid en overgave.
 
'''Israëls offers.''' Het geslachte paaslam, waarvan het bloed aan de deurposten de Israëlieten vrijwaarde van het oordeel, staat aan het begin van de verlossing van '''Israel''' uit Egypte. De oudtestamentische offerdienst is door God ingesteld toen Israel in de woestijn was, op weg naar het beloofde land. Centraal in de Israelietische offerdienst stonden de dagelijkse brandoffers en het jaarlijkse zondoffer. Daarnaast waren er vijf soorten offers die de individuele Israëliet mocht of moest brengen:
# het '''brandoffer'''<br><br>Dit staat in de offerdienst van Israël op de voorgrond. In Leviticus wordt het als eerste genoemd. Het is een vrijwillig en bloedig offer. Het moest bestaan uit een dier van vee (rund, geit of schaap) of gevogelte (duif). Het brandoffer verwijst naar het offer van Jezus Christus, die zich offerde aan God om Hem te verheerlijken.<br>Voor het hoofdartikel over het brandoffer, zie [[Brandoffer]].<br> 
# het '''spijsoffer'''<br><br>Dit is een vrijwillig offer, bestaande uit koren in verschillende vorm: brood, koeken, meel enz. Een deel van dit offer kwam op het vuur van het altaar, het andere deel was tot voedsel voor de priesters. Het spreekt van het reine mens-zijn en zuivere leven van Jezus Christus.<br>Voor het hoofdartikel over het brandoffer, zie [[Spijsoffer]].<br> 
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.