Vervolging van christenen: verschil tussen versies
k
→Tiende vervolging (303-313)
Regel 119:
==== Tiende vervolging (303-313) ====
De tiende grote en bloedige vervolging van de christenen begon in het begin van de 4e eeuw onder de keizers [[Diocletianus]] (keizer 284 — 305) en [[Maximianus]] (medekeizer 286 — 305), en werd voortgezet onder Maxentius, Licinus en Maximinus, tot in het zevende jaar van Constantinus (of Constantijn) de Grote.
In het jaar 302 na Christus' geboorte, in het 19e jaar der regering van keizer [[Diocletianus]] (keizer 284 — 305), gaf deze bevel tot een grote en wrede vervolging van de christenen. Van deze vervolging, die de tiende genoemd wordt, zegt de gelovige schrijver [[Sulpicius Severus]] (leefde 363 — ca. 422) het volgende:
''Omtrent 50 jaren na hem'' (te weten, keizer Valerianus)'', onder de regering van Diocletianus en Maximianus, brak de allerhevigste vervolging uit, die tien jaren achtereen Gods volk plaagde. In die tijd was genoegzaam de gehele wereld besmet met het heilig bloed van de martelaren, want men liep als om strijd tot deze heerlijke en beroemde martelingen. Door op een waardige en heerlijke wijze te sterven, werd toen de eer, die een martelaar toekomt, met grotere ijver gezocht, dan men nu, door ongepaste en zondige eergierigheid gedreven, de bisschoppelijke ambten najaagt. De wereld werd nimmer door enige oorlog meer onderdrukt; nimmer hebben wij met groter triomf overwinningen behaald, dan toen wij door tienjarige verdrukking en geweld toch niet konden overwonnen worden.''
In deze vervolging werd Diocletianus ook aangezet en geholpen door zijn mederegent [[Maximianus]]. Diocletianus woedde tegen de christenen in het oosten, Maximianus tegen die in het westen van het rijk.
Onder de martelaren in het eerste jaar van de vervolging (303) zijn te noemen de lector Procopius van Scythopolis<ref>Ook genoemd Procopius van Caesarea, niet te verwarren met een latere naamgenoot. Over hem, zie het artikel http://www.heiligen.net/heiligen/07/08/07-08-0303-procopius-caesarea.php</ref>, onthoofd te [[Caesarea (Maritima)|Caesarea]], de eerste martelaar onder Diocletianus<ref>Volgens http://www.heiligen.net/heiligen/07/08/07-08-0303-procopius-caesarea.php</ref>, verder de hofbeambte [[Petrus (hofbeambte)|Petrus]], de kamerheren [[Dorotheüs en Gorgoneüs]], [[Anthimus]] opziener te Nicomedië, Tyrannion opziener te Tyrus, Zenobius te [[Sidon]], Silvanus te [[Gaza]], secretaris [[Eustrathius]], de militair [[Georgius van Cappadocië]].
[[Bestand:Agnes van Rome schilderij in kathedraal van Pisa.jpg|miniatuur|Schilderij van Agnes in de kathedraal van Pisa, Italië. Ze wordt vaak met een lam afgebeeld.]]
In 303 of 304 stierf te [[Antiochië (Syrië)]] de diaken [[Romanus van Caesarea]] een gruwelijke marteldood. In 304 werden te Bologna (Italië) om hun geloof omgebracht [[Agricola en Vitalis|Agricola en zijn dienaar Vitalis]] en in Mérida (Spanje) de 13-jarige maagd [[Eulalia van Merida|Eulalia]]. Omstreeks deze tijd werd [[Cassianus van Imola|Cassianus]], onderwijzer te Imola (Italië), met priemen gestoken en omgebracht. Kort na 303 is mogelijk ook [[Albanus van Engeland]] onthoofd. In 304 stierf als martelaar Marcellinus<ref>Zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Paus_Marcellinus</ref>, opziener van de gemeente te Rome. Euplius van Catania in Sicilië, Italië, diaken, stierf ca. 304 als martelaar, omdat hij in het openbaar met de vier evangeliën rondliep en er voor belangstellenden uit voorlas. Toen hij weigerde aan de goden Apollo, Mars en Aesculapius te offeren, omdat hij alleen de Vader, de Zoon en de Heilige Geest wilde eren, werd hij gruwelijk gefolterd en stierf<ref>[http://www.heiligen.net/heiligen/08/12/08-12-0304-euplius.php Euplius van Catania], Heiligennet, geraadpleegd 4 nov. 2018. Volgens Adrianus Haemstedius, aangehaald werk, werd hij onthoofd.</ref>. In 304 werd [http://www.heiligen.net/heiligen/01/03/01-03-0304-gordius.php Gordius van Caesarea] (in [[Cappadocië]], in het huidige Turkije) gedood, nadat hij openlijk zijn geloof tijdens een volksfeest had beleden en hij gefolterd was om hem van zijn geloof af te brengen. Circa 304 werd te Rome de Godgewijde maagd Soteris, die weigerde de goden te offeren, geslagen en eindelijk onthoofd. [[Ambrosius van Milaan]], een verwante van haar, heeft haar martelaarschap beschreven. In 304 of 305 onderging te Rome het 12- of 13-jarige meisje Agnes, om de naam van Christus, en wel onder stadhouder Sempronius, de marteldood.
Regel 133:
In 309 stierf als martelaar door onthoofding [[Pamphilus van Caesarea|Pamphilus]], ouderling te Caesarea. Omstreeks die tijd stierf door onthoofding ook [http://www.heiligen.net/heiligen/11/11/11-11-0295-menas.php Menas], een soldaat, afkomstig uit [[Egypte]].
[[Bestand:Martyrs Silvanus the Bishop of Emesa, Luke the deacon, and Mocius (Mucius) the reader (Menologion of Basil II).jpg|links|miniatuur|430x430px|Silvanus, Lukas en Mocius aan de wilde dieren voorgeworpen. Schildering uit 985.]]
In 312 liet men Silvanus (ook Silvinus genoemd), opziener te Emesa, een stad bij Apamea, in Syrië, met de diaken Lukas en de voorlezer Mocius (of Mucius) in de gevangenis verhongeren. Daarna werden zij aan de wilde dieren ter verslinding voorgeworpen, maar die lustten ze niet. Achtergelaten stierven deze christenen van uitputting. Medechristenen haalden de ontslapenen 's nachts op en begroeven ze. Kort daarna werd de arts Julianus aangehouden en gekruisigd. Misschien was hij een van de gelovigen die het lichaam van Silvanus hadden geborgen. Men doodde de Julianus door een spijker door zijn hoofd te drijven.<ref>Silvanus van Emesa, Heiligen.net, geraadpleegd 10 maart 2019.</ref>
=== 2017 ===
|