Naar inhoud springen

Hooglied/Hoofdstuk 7: verschil tussen versies

1.074 bytes toegevoegd ,  4 jaar geleden
k
 
Regel 166:
 
De voorgaande hoge liefdebetuigingen van haar vriend maken haar nu sterk en gerust omtrent hun band en haar verzekerd aandeel. Ja het is alsof zij in dankbare roem en blijdschap uitroept: Ik ben van mijn liefste en zijn genegenheid is tot mij.
 
== Hoogl. 7:12 ==
Hoo 7:12  Laat ons vroeg ons opmaken naar de wijnbergen, laat ons zien, of de wijnstok bloeit, de jonge druifjes zich opendoen, de granaatappelbomen uitbotten; daar zal ik U mijn uitnemende liefde geven. (SV)
Hij was eerder tot de notenhof afgegaan om te zien of de wijnstof bloeit, de [[Granaatappel|granaatbomen]] uitbotten.
 
''Hoo 6:11  Ik ben tot den notenhof afgegaan om de groene vruchten der vallei te zien; om te zien, of de wijnstok bloeide, de granaatbomen uitbotten. (SV)''
 
Ook de Heer Jezus heeft vrucht gezocht:
 
''Mt 21:19  En toen Hij een vijgeboom langs de weg zag, ging Hij er naar toe en vond niets daaraan dan alleen bladeren. En Hij zei tot hem: Laat van u in eeuwigheid geen vrucht meer komen! En de vijgeboom verdorde onmiddellijk. (Telos)''
 
Echter komt er een tijd dat Israël wel voor hem vrucht draagt.
 
== Hoog. 7:13 ==
Hoo 7:13  De liefdesappelen geven reuk, en aan onze deuren zijn allerlei edele vruchten, nieuwe en oude; o mijn Liefste! die heb ik voor U weggelegd. (CP<ref name=":0" />)
Zij heeft vrucht voor hem.
 
== Bron ==
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.