Naar inhoud springen

Kind: verschil tussen versies

38 bytes toegevoegd ,  4 jaar geleden
k
Regel 155:
 
== Jezus en kinderen ==
'''Zijn kinderen.'''
'''Zijn kinderen.''' <blockquote>''Jes 53:10  Doch het behaagde den HEERE Hem te verbrijzelen; Hij heeft Hem krank gemaakt; als Zijn ziel Zich tot een schuldoffer gesteld zal hebben, zo <u>zal Hij zaad zien</u>, Hij zal de dagen verlengen; en het welbehagen des HEEREN zal door Zijn hand gelukkiglijk voortgaan.'' (SV)</blockquote>Na zijn dood zou Hij, de knecht van God, de Messias, zaad, d.i. nageslacht, zien. Vergelijk de Herziene Statenvertaling:<blockquote>''Jes 53:10  Maar het behaagde de HEERE Hem te verbrijzelen, Hij heeft Hem ziek gemaakt. Als Zijn ziel Zich tot een schuldoffer gesteld zal hebben, <u>zal Hij nageslacht zien</u>, Hij zal de dagen verlengen; het welbehagen van de HEERE zal door Zijn hand voorspoedig zijn. (HSV)''</blockquote>Dit vers spreekt dus van Zijn offerdood, herleving (opstanding) en nageslacht.
 
<blockquote>''Jes 53:10  Doch het behaagde den HEERE Hem te verbrijzelen; Hij heeft Hem krank gemaakt; als Zijn ziel Zich tot een schuldoffer gesteld zal hebben, zo <u>zal Hij zaad zien</u>, Hij zal de dagen verlengen; en het welbehagen des HEEREN zal door Zijn hand gelukkiglijk voortgaan.'' (SV)</blockquote>
God de Vader heeft aan de Heer Jezus kinderen gegeven:<blockquote>''Heb 2:11  Want en Hij die heiligt en zij die geheiligd worden, zijn allen uit een; daarom schaamt Hij Zich niet hen broeders te noemen en zegt:  Heb 2:12  ‘Ik zal uw naam aan mijn broeders verkondigen, in het midden van de gemeente zal Ik U lofzingen’.  Heb 2:13  En opnieuw: ‘Zie, Ik en <u>de kinderen die God Mij gegeven heeft</u>’. (Telos)''</blockquote>De laatste aanhaling komt uit Jes. 8:18, waar de profeet [[Jesaja (profeet)|Jesaja]] zegt: <blockquote>''Jes 8:18  Ziet, ik en <u>de kinderen, die mij de HEERE gegeven heeft</u>, zijn tot tekenen en tot wonderen in Israël, van den HEERE der heirscharen, Die op den berg Sion woont.'' (SV)</blockquote>De schrijver van de Hebreeënbrief past de woorden van Jesaja op de Christus toe. Jesaja had twee kinderen. Hij en zijn kinderen waren tot tekenen en wonderen in Israël. De beide zoonsnamen vormen als het ware een samenvatting van Jesaja's boodschap: de verovering en verwoesting van Jeruzalem, maar ook de hoop op herstel daarna. Zie [[Jesaja (profeet)]] voor een nadere inlichting. Trouwens, ook de Heer sprak van Jeruzalems toekomstige verwoesting en het herstel ('wedergeboorte') van Israël. Jes. 8:18 wordt dus op de Heer Jezus en zijn geestelijk nageslacht, zijn leerlingen, toegepast.
 
Na zijn dood zou Hij, de knecht van God, de Messias, zaad, d.i. nageslacht, zien. Vergelijk de Herziene Statenvertaling:
'''Zijn leerlingen.''' De Heer Jezus noemde zijn leerlingen 'kinderen':<blockquote>''Mt 11:25  In die tijd antwoordde Jezus en zei: Ik prijs U, Vader, Heer van de hemel en van de aarde, dat U deze dingen voor wijzen en verstandigen hebt verborgen en ze aan <u>kleine kinderen</u> hebt geopenbaard.'' (Telos)</blockquote><blockquote>''Mr 10:24  De discipelen nu stonden verbaasd over zijn woorden. Jezus echter antwoordde opnieuw en zei tot hen: <u>Kinderen</u>, hoe moeilijk is het voor hen die op vermogen vertrouwen, het koninkrijk van God binnen te gaan.'' (Telos)</blockquote><blockquote>''Joh 13:33  <u>Kinderen</u>, nog een korte tijd ben Ik bij u. U zult Mij zoeken en, zoals Ik de Joden heb gezegd: Waar Ik heenga kunt u niet komen, zeg Ik nu ook u. (Telos)''</blockquote><blockquote>''Joh 21:5  Jezus dan zei tot hen: <u>Kinderen</u>, hebt u soms iets te eten? Zij antwoordden Hem: Nee. (Telos)''</blockquote>'''Kinderen een voorbeeld.''' Kinderen stelde hij tot voorbeeld:<blockquote>''Lu 18:15  Zij nu brachten ook de kleine kinderen bij Hem, opdat Hij hen zou aanraken; toen de discipelen dit echter zagen, bestraften zij hen.'' ''Lu 18:16  Jezus echter riep hen bij Zich en zei: Laat de kinderen bij Mij komen en verhindert ze niet, want van de zodanigen is het koninkrijk van God. (Telos)''</blockquote><blockquote>''Mt 18:2  En Hij riep een kind bij Zich, plaatste het in hun midden'' ''Mt 18:3  en zei: Voorwaar, Ik zeg u: als u niet verandert en wordt als de kinderen, zult u het koninkrijk der hemelen geenszins binnengaan. Mt 18:4  Wie dan zichzelf zal vernederen als dit kind, die is de grootste in het koninkrijk der hemelen; Mt 18:5  en wie een zo’n kind ontvangt in mijn naam, ontvangt Mij. (Telos)''</blockquote>'''Eén met kinderen.''' Hij vereenzelvigde Zich er zelfs mee:<blockquote>''Mr 9:36  En Hij nam een kind en plaatste het in hun midden; en Hij nam het in zijn armen en zei tot hen: Mr 9:37  Wie een van zulke kinderen ontvangt in mijn naam, ontvangt Mij; en wie Mij ontvangt, ontvangt niet Mij, maar Hem die Mij heeft gezonden. (Telos)''</blockquote>'''Israëlieten Zijn kinderen.''' In antwoord op een heidense vrouw, die hem vroeg haar bezeten dochter te berijden, vergelijk Hij het volk Israël met kinderen:<blockquote>''Mr 7:27  en zij vroeg Hem de demon uit haar dochter uit te drijven. Maar Hij zei tot haar: Laat eerst de kinderen worden verzadigd, want het is niet juist het brood van de kinderen te nemen en het de honden voor te werpen. (Telos)''</blockquote>Hij vergelijk zijn ongelovige volksgenoten met kleine kinderen op de markt:<blockquote>''Mt 11:16  Met wie echter zal Ik dit geslacht vergelijken? Het is gelijk aan kinderen die op de markten zitten en de anderen de woorden toeroepen: (Telos)''</blockquote>Een verlamde die hij zou genezen, sprak hij aan met 'kind': <blockquote>''Mt 9:2  En toen Jezus hun geloof zag, zei Hij tot de verlamde: Heb goede moed, kind, uw zonden worden vergeven. (Telos)''</blockquote>Jeruzalems kinderen wilde hij bijeenverzamelen, zoals een hen haar eigen kuikens (= kinderen). Vergelijk:<blockquote>''Mt 23:37  Jeruzalem, Jeruzalem, dat de profeten doodt en hen stenigt die tot u zijn gezonden, hoe dikwijls heb Ik uw kinderen willen bijeenverzamelen, zoals een hen haar kuikens bijeenverzamelt onder haar vleugels, en u hebt niet gewild. (Telos)''</blockquote>
 
'''Zijn kinderen.''' <blockquote>''Jes 53:10  Doch het behaagde den HEERE Hem te verbrijzelen; Hij heeft Hem krank gemaakt; als Zijn ziel Zich tot een schuldoffer gesteld zal hebben, zo <u>zal Hij zaad zien</u>, Hij zal de dagen verlengen; en het welbehagen des HEEREN zal door Zijn hand gelukkiglijk voortgaan.'' (SV)</blockquote>Na zijn dood zou Hij, de knecht van God, de Messias, zaad, d.i. nageslacht, zien. Vergelijk de Herziene Statenvertaling:<blockquote>''Jes 53:10  Maar het behaagde de HEERE Hem te verbrijzelen, Hij heeft Hem ziek gemaakt. Als Zijn ziel Zich tot een schuldoffer gesteld zal hebben, <u>zal Hij nageslacht zien</u>, Hij zal de dagen verlengen; het welbehagen van de HEERE zal door Zijn hand voorspoedig zijn. (HSV)''</blockquote>Dit vers spreekt dus van Zijn offerdood, herleving (opstanding) en nageslacht.
 
God de Vader heeft aan de Heer Jezus kinderen gegeven:
 
<blockquote>''Heb 2:11  Want en Hij die heiligt en zij die geheiligd worden, zijn allen uit een; daarom schaamt Hij Zich niet hen broeders te noemen en zegt:  Heb 2:12  ‘Ik zal uw naam aan mijn broeders verkondigen, in het midden van de gemeente zal Ik U lofzingen’.  Heb 2:13  En opnieuw: ‘Zie, Ik en <u>de kinderen die God Mij gegeven heeft</u>’. (Telos)''</blockquote>
 
De laatste aanhaling komt uit Jes. 8:18, waar de profeet [[Jesaja (profeet)|Jesaja]] zegt:
 
<blockquote>''Jes 8:18  Ziet, ik en <u>de kinderen, die mij de HEERE gegeven heeft</u>, zijn tot tekenen en tot wonderen in Israël, van den HEERE der heirscharen, Die op den berg Sion woont.'' (SV)</blockquote>
 
God de Vader heeft aan de Heer Jezus kinderen gegeven:<blockquote>''Heb 2:11  Want en Hij die heiligt en zij die geheiligd worden, zijn allen uit een; daarom schaamt Hij Zich niet hen broeders te noemen en zegt:  Heb 2:12  ‘Ik zal uw naam aan mijn broeders verkondigen, in het midden van de gemeente zal Ik U lofzingen’.  Heb 2:13  En opnieuw: ‘Zie, Ik en <u>de kinderen die God Mij gegeven heeft</u>’. (Telos)''</blockquote>De laatste aanhaling komt uit Jes. 8:18, waar de profeet [[Jesaja (profeet)|Jesaja]] zegt: <blockquote>''Jes 8:18  Ziet, ik en <u>de kinderen, die mij de HEERE gegeven heeft</u>, zijn tot tekenen en tot wonderen in Israël, van den HEERE der heirscharen, Die op den berg Sion woont.'' (SV)</blockquote>De schrijver van de Hebreeënbrief past de woorden van Jesaja op de Christus toe. Jesaja had twee kinderen. Hij en zijn kinderen waren tot tekenen en wonderen in Israël. De beide zoonsnamen vormen als het ware een samenvatting van Jesaja's boodschap: de verovering en verwoesting van Jeruzalem, maar ook de hoop op herstel daarna. Zie [[Jesaja (profeet)]] voor een nadere inlichting. Trouwens, ook de Heer sprak van Jeruzalems toekomstige verwoesting en het herstel ('wedergeboorte') van Israël. Jes. 8:18 wordt dus op de Heer Jezus en zijn geestelijk nageslacht, zijn leerlingen, toegepast.
 
'''Zijn leerlingen.''' De Heer Jezus noemde zijn leerlingen 'kinderen':
 
<blockquote>''Mt 11:25  In die tijd antwoordde Jezus en zei: Ik prijs U, Vader, Heer van de hemel en van de aarde, dat U deze dingen voor wijzen en verstandigen hebt verborgen en ze aan <u>kleine kinderen</u> hebt geopenbaard.'' (Telos)</blockquote>
 
<blockquote>''Mr 10:24  De discipelen nu stonden verbaasd over zijn woorden. Jezus echter antwoordde opnieuw en zei tot hen: <u>Kinderen</u>, hoe moeilijk is het voor hen die op vermogen vertrouwen, het koninkrijk van God binnen te gaan.'' (Telos)</blockquote><blockquote>''Joh 13:33  <u>Kinderen</u>, nog een korte tijd ben Ik bij u. U zult Mij zoeken en, zoals Ik de Joden heb gezegd: Waar Ik heenga kunt u niet komen, zeg Ik nu ook u. (Telos)''</blockquote><blockquote>''Joh 21:5  Jezus dan zei tot hen: <u>Kinderen</u>, hebt u soms iets te eten? Zij antwoordden Hem: Nee. (Telos)''</blockquote>
 
'''Kinderen een voorbeeld.''' Kinderen stelde hij tot voorbeeld:<
 
blockquote>''Lu 18:15  Zij nu brachten ook de kleine kinderen bij Hem, opdat Hij hen zou aanraken; toen de discipelen dit echter zagen, bestraften zij hen.'' ''Lu 18:16  Jezus echter riep hen bij Zich en zei: Laat de kinderen bij Mij komen en verhindert ze niet, want van de zodanigen is het koninkrijk van God. (Telos)''</blockquote>
 
<blockquote>''Mt 18:2  En Hij riep een kind bij Zich, plaatste het in hun midden'' ''Mt 18:3  en zei: Voorwaar, Ik zeg u: als u niet verandert en wordt als de kinderen, zult u het koninkrijk der hemelen geenszins binnengaan. Mt 18:4  Wie dan zichzelf zal vernederen als dit kind, die is de grootste in het koninkrijk der hemelen; Mt 18:5  en wie een zo’n kind ontvangt in mijn naam, ontvangt Mij. (Telos)''</blockquote>
 
'''Eén met kinderen.''' Hij vereenzelvigde Zich er zelfs mee:<blockquote>''Mr 9:36  En Hij nam een kind en plaatste het in hun midden; en Hij nam het in zijn armen en zei tot hen: Mr 9:37  Wie een van zulke kinderen ontvangt in mijn naam, ontvangt Mij; en wie Mij ontvangt, ontvangt niet Mij, maar Hem die Mij heeft gezonden. (Telos)''</blockquote>
 
'''Israëlieten Zijn kinderen.''' In antwoord op een heidense vrouw, die hem vroeg haar bezeten dochter te berijden, vergelijk Hij het volk Israël met kinderen:
 
<blockquote>''Mr 7:27  en zij vroeg Hem de demon uit haar dochter uit te drijven. Maar Hij zei tot haar: Laat eerst de kinderen worden verzadigd, want het is niet juist het brood van de kinderen te nemen en het de honden voor te werpen. (Telos)''</blockquote>
 
Hij vergelijk zijn ongelovige volksgenoten met kleine kinderen op de markt:<blockquote>''Mt 11:16  Met wie echter zal Ik dit geslacht vergelijken? Het is gelijk aan kinderen die op de markten zitten en de anderen de woorden toeroepen: (Telos)''</blockquote>
 
Een verlamde die hij zou genezen, sprak hij aan met 'kind':
 
<blockquote>''Mt 9:2  En toen Jezus hun geloof zag, zei Hij tot de verlamde: Heb goede moed, kind, uw zonden worden vergeven. (Telos)''</blockquote>Jeruzalems kinderen wilde hij bijeenverzamelen, zoals een hen haar eigen kuikens (= kinderen). Vergelijk:
 
<blockquote>''Mt 23:37  Jeruzalem, Jeruzalem, dat de profeten doodt en hen stenigt die tot u zijn gezonden, hoe dikwijls heb Ik uw kinderen willen bijeenverzamelen, zoals een hen haar kuikens bijeenverzamelt onder haar vleugels, en u hebt niet gewild. (Telos)''</blockquote>
 
== Meer informatie ==
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.