Naar inhoud springen

Sion: verschil tussen versies

6 bytes toegevoegd ,  4 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 6:
'''Uitbreiding'''. Later werd de begripsomvang van Sion uitgebreid. De hele oostelijke heuvelrug, Sion en Ofel, werd 'Sion' genoemd. Vervolgens ook de tempelberg, ten noorden van Sion en Ofel. Tenslotte werd 'Sion' een benaming voor de hele stad Jeruzalem (2 Kon. 19:21; Jes. 2:3).<blockquote>''2Kon 19:21  Dit is het woord, dat de HEERE over hem gesproken heeft: De jonkvrouw, <u>de dochter van Sion</u>, veracht u, zij bespot u, <u>de dochter van Jeruzalem</u> schudt het hoofd achter u.'' (SV)</blockquote><blockquote>''Jes 2:3  En vele volken zullen heengaan en zeggen: Komt, laat ons opgaan tot den berg des HEEREN, tot het huis van den God Jakobs, opdat Hij ons lere van Zijn wegen, en dat wij wandelen in Zijn paden; want <u>uit Sion zal de wet uitgaan, en des HEEREN woord uit Jeruzalem</u>. (SV)''</blockquote>Thans wordt de heuvel in het zuidwesten van de oude stad Jeruzalem 'berg Sion' genoemd, de "Western hill" op de kaart hierboven. Dit berust op een vergissing. Tussen beide heuvels liep een vallei, door de Romeinen ''Tyropoeonvallei'' (= 'dal van de kaasmakers') genoemd. De westelijke heuvel is hoger dan de oostelijke heuvelrug, welke tussen het Kidrondal en het dal van de Kaasmakers ligt. Men heeft ten onrechte gemeend dat de stad van David op de hogere westelijke heuvel heeft gelegen. Op die hogere heuvel woonden de priesters, die vandaar uitzagen op de tempel, en was ten tijde van de Heer Jezus het huis van de hogepriester, waar Petrus zijn Meester verloochende. De berg Sion met daarop de stad van David moeten wij echter niet op de westelijke heuvel, doch op de oostelijke heuvelrug lokaliseren.
 
'''<nowiki/>'Aan de zijden van het noorden'.''' Sion was ten zuiden van de tempel (2 Kronieken 5:2). Maar Ps. 48:2 spreekt van 'aan de zijden van het noorden'.<blockquote>''Ps 48:2 Schoon van gelegenheid, een vreugde der ganse aarde is de berg Sion, [aan] de zijden van het noorden; de stad des groten Konings. (SV)''</blockquote>Men zou kunnen denken dat de berg Sion in het noorden van de stad was, maar de woorden kunnen ook betekenen dat aan de noordzijde van Sion de stad van de grote Koning, dat is Jeruzalem, lag. De psalm ziet op het toekomstige vrederijk. Sion, dat als een deel van Jeruzalem gefaald heeft, zou worden omgeploegd als een akker en dat was eeuwenlang de toestand (Mich. 3:12).
 
<blockquote>''Ps 48:2 Schoon van gelegenheid, een vreugde der ganse aarde is de berg Sion, [aan] de zijden van het noorden; de stad des groten Konings. (SV)''</blockquote>
'''Woonplaats van God.''' God woonde eertijds in Sion, d.i. Jeruzalem.<blockquote>''Ps 76:2 (76-3) En in Salem is Zijn hut, en Zijn woning in Sion. (SV)''</blockquote>'''Overdrachtelijke zin.''' De term Sion heeft in de Schrift dikwijls een overdrachtelijke zin. 'Sion' staat voor de tussenkomst van soevereine genade in de persoon van Gods uitverkorenen koning, toen Israël volkomen hulpeloos was en de ark was overgegaan in de handen van de vijand. De ark werd door David gebracht naar de stad van David, en dit kan ertoe hebben geleid dat Sion wordt beschouwd als het centrum en de bron van zegen (Ps. 87:2; 149:2, enz.)
 
Men zou kunnen denken dat de berg Sion in het noorden van de stad was, maar de woorden kunnen ook betekenen dat aan de noordzijde van Sion de stad van de grote Koning, dat is Jeruzalem, lag. De psalm ziet op het toekomstige vrederijk. Sion, dat als een deel van Jeruzalem gefaald heeft, zou worden omgeploegd als een akker en dat was eeuwenlang de toestand (Mich. 3:12).
 
'''Woonplaats van God.''' God woonde eertijds in Sion, d.i. Jeruzalem.
 
'''Woonplaats van God.''' God woonde eertijds in Sion, d.i. Jeruzalem.<blockquote>''Ps 76:2 (76-3) En in Salem is Zijn hut, en Zijn woning in Sion. (SV)''</blockquote>'''Overdrachtelijke zin.''' De term Sion heeft in de Schrift dikwijls een overdrachtelijke zin. 'Sion' staat voor de tussenkomst van soevereine genade in de persoon van Gods uitverkorenen koning, toen Israël volkomen hulpeloos was en de ark was overgegaan in de handen van de vijand. De ark werd door David gebracht naar de stad van David, en dit kan ertoe hebben geleid dat Sion wordt beschouwd als het centrum en de bron van zegen (Ps. 87:2; 149:2, enz.)
 
'''Dochters van Sion.''' Het begunstigde volk van God wordt vaak aangesproken als 'dochters van Sion', vooral in de Profeten. De dochters van Sion worden verantwoordelijk gehouden gehouden voor hun eigenzinnigheid en gestraft, maar ze worden ook in het vooruitzicht gesteld van de toekomstige voorspoed. In deze profetieën van hun komende verheffing wordt Sion aangeduid als de zetel van de koninklijke macht van de Messias op aarde (Jes. 52:1-8; 60:14; Hebr 12:22).
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.