Demon: verschil tussen versies
k
→Hun kennis
k (→Toekomst) |
k (→Hun kennis) |
||
Regel 32:
== Hun kennis ==
In de confrontatie met de Heer Jezus geven zij er blijk van Hem te kennen: zij noemen Hem 'de Heilige van God', Luc. 4:34, 'de Zoon van God', Luk. 4:41, 'Zoon van God de Allerhoogste', Luk. 8:28. Ze weten dat Hij de Christus is, Luk. 4:41, en dat hij hen eens zal verderven (in de hel), Luc. 4:34.<blockquote>''Lu 4:33 En in de synagoge was een mens die de geest van een onreine demon had; Lu 4:34 en hij schreeuwde uit met luider stem: Ach, wat hebben wij met U te maken, Jezus, Nazarener? Bent U gekomen om ons te verderven? Ik weet Wie U bent: de Heilige van God.'' (TELOS)</blockquote><blockquote>''Lu 4:41 En er gingen van velen ook demonen uit, terwijl zij de woorden riepen: U bent de Zoon van God! En Hij bestrafte hen en liet hun niet toe te spreken, omdat zij wisten dat Hij de Christus was.'' (TELOS) </blockquote>Een man uit Gerasa die een legioen demonen in zich had, zei: <blockquote>''Lu 8:28 Toen hij nu Jezus zag, schreeuwde hij het uit, viel voor Hem neer en zei met luider stem: Wat heb ik met U te maken, Jezus, Zoon van God de Allerhoogste? Ik bid U, pijnig mij niet. (Telos)'' </blockquote>De boze geest die de Joodse [[Bezweerder|bezweerders]], zonen van een overpriester, toesprak, zei Jezus te kennen
== Verleidende geesten ==
|