Naar inhoud springen

Brief aan de Efeziërs: verschil tussen versies

6 bytes toegevoegd ,  4 jaar geleden
k
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 10:
 
== Schrijver, datering, bestemming ==
'''Schrijver.''' De brief is geschreven door Paulus tijdens zijn eerste gevangenschap in Rome, in het jaar 62/63 of 60/61 na Chr., ongeveer 8 jaar nadat de gemeente was gesticht, (Ef. 3:1; 4:1; 6:20; Hand. 28:30). <blockquote>''Efe 3:1 Daarom ik, Paulus, de gevangene van Christus Jezus voor u, de volken … (Telos)''</blockquote>'''Adressanten.''' De brief is gericht aan gelovigen uit de niet-Joodse volken. Dat blijkt uit woorden als "u, die vroeger de volken in het vlees was en onbesneden werd genoemd" (Ef. 2:11), "dat u in die tijd zonder Christus was, vreemd aan het burgerschap van Israel en vreemdelingen van de verbonden der belofte, terwijl u geen hoop had en zonder God was in de wereld" (Ef. 2:12), "in Christus Jezus, bent u die vroeger veraf was, nabij gekomen door het bloed van Christus" (2:13) "u die veraf was, en vrede aan hen die nabij waren" (2:17), "Dus bent u geen vreemdelingen en bijwoners meer" (2:19), "voor u, de volken" (3:1).
 
<blockquote>''Efe 3:1 Daarom ik, Paulus, de gevangene van Christus Jezus voor u, de volken … (Telos)''</blockquote>
In enkele van de oudste handschriften ontbreekt in Ef. 1:1 de vermelding dat de brief gericht was aan de Efeziërs: de woorden ‘in Efeze’ ontbreken. Daarom, misschien was de brief een rondzendbrief, een brief bestemd om in verschillende gemeenten voorgelezen te worden, mogelijk Laodicéa inbegrepen (verg. Col 4:16b). Een tweede grond voor de gedachte aan een rondzendbrief is dat Paulus niet handelt over bepaalde problemen in Efeze, maar een zeer verheven en diepgaande verhandeling geeft over de bijzondere plaats en voorrechten van de gemeente van Jezus Christus in verbinding met haar verheerlijkte Hoofd in de hemel. Een derde grond is dat de toon van de brief ook zeer algemeen is, niet zo persoonlijk, wat op zich vreemd zou zijn als Paulus schrijft naar een gemeente waar hij meer dan twee jaar lief en leed heeft gedeeld. Men gaat er daarom van uit dat de Efezebrief wel geadresseerd is geweest aan de gemeente te Efeze, maar meer bedoeld was als een rondschrijven voor de gehele regio. Het volgende vers toont aan dat Paulus een bepaalde groep gelovigen, plaatselijk of regionaal, voor de geest had: <blockquote>''Efe 1:15 Daarom ook, daar ik gehoord heb van het geloof in de Heer Jezus dat onder u is, en van de liefde die u hebt tot alle heiligen,''
 
'''Adressanten.''' De brief is gericht aan gelovigen uit de niet-Joodse volken. Dat blijkt uit woorden als "u, die vroeger de volken in het vlees was en onbesneden werd genoemd" (Ef. 2:11), "dat u in die tijd zonder Christus was, vreemd aan het burgerschap van Israel en vreemdelingen van de verbonden der belofte, terwijl u geen hoop had en zonder God was in de wereld" (Ef. 2:12), "in Christus Jezus, bent u die vroeger veraf was, nabij gekomen door het bloed van Christus" (2:13) "u die veraf was, en vrede aan hen die nabij waren" (2:17), "Dus bent u geen vreemdelingen en bijwoners meer" (2:19), "voor u, de volken" (3:1).
 
In enkele van de oudste handschriften ontbreekt in Ef. 1:1 de vermelding dat de brief gericht was aan de Efeziërs: de woorden ‘in Efeze’ ontbreken. Daarom, misschien was de brief een rondzendbrief, een brief bestemd om in verschillende gemeenten voorgelezen te worden, mogelijk Laodicéa inbegrepen (verg. Col 4:16b). Een tweede grond voor de gedachte aan een rondzendbrief is dat Paulus niet handelt over bepaalde problemen in Efeze, maar een zeer verheven en diepgaande verhandeling geeft over de bijzondere plaats en voorrechten van de gemeente van Jezus Christus in verbinding met haar verheerlijkte Hoofd in de hemel. Een derde grond is dat de toon van de brief ook zeer algemeen is, niet zo persoonlijk, wat op zich vreemd zou zijn als Paulus schrijft naar een gemeente waar hij meer dan twee jaar lief en leed heeft gedeeld. Men gaat er daarom van uit dat de Efezebrief wel geadresseerd is geweest aan de gemeente te Efeze, maar meer bedoeld was als een rondschrijven voor de gehele regio. Het volgende vers toont aan dat Paulus een bepaalde groep gelovigen, plaatselijk of regionaal, voor de geest had: <blockquote>''Efe 1:15 Daarom ook, daar ik gehoord heb van het geloof in de Heer Jezus dat onder u is, en van de liefde die u hebt tot alle heiligen,''
 
<blockquote>''Efe 1:15 Daarom ook, daar ik gehoord heb van het geloof in de Heer Jezus dat onder u is, en van de liefde die u hebt tot alle heiligen,''
''Efe 1:16 houd ik niet op voor u te danken, terwijl ik u gedenk in mijn gebeden,'' (Telos)</blockquote>
 
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.