Naar inhoud springen

Moab, Moabieten: verschil tussen versies

4.453 bytes toegevoegd ,  4 jaar geleden
k
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
'''Moab''' verwijst in de Bijbel naar de zoon van Lot of naar zijn nakomelingen, het volk van de Moabieten, hun land of rijk ten oosten van de Dode Zee.
 
'''Naam.''' De naam Moab betekent 'water van vader', in de zin van 'water, d.i. zaad, nakomelingschap van vader', van ''mo'' voor ''mai,'' 'water', en ''ab'', 'vader'<ref>S.J. van Ronkel, ''Woordenboek der eigennamen, naar hunne eerste spelling en oorspronkelijke uitspraak met eene korte beschrijving de personen, landen en plaatsen, in het Oude Testament voorkomende, en voor het grootste gedeelte ook etymologisch behandeld.'' (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. Moab. Van Ronkel was destijds hoofdonderwijzer aan een Joodse school en beëdigd vertaler.</ref>; of 'uit vader (voortgekomen)'<ref>De voetnoot van de Herziene Statenvertaling bij Gen. 19: 37 zegt: "Moab betekent Moab iets als 'uit vader (voortgekomen". </ref>.
Regel 16:
 
'''Erfenis van Godswege.''' Toen de Israëlieten het beloofde land naderden, mochten ze Moab niet beangstigen noch bestrijden (Deut. 2:9). Mozes getuigde:<blockquote>''De 2:9 Toen sprak de HEERE tot mij: Beangstig Moab niet, en meng u niet met hen in den strijd; want Ik zal u geen erfenis van hun land geven, dewijl Ik aan Lots kinderen <u>Ar ter erfenis</u> gegeven heb. (SV)''</blockquote>Daarom trokken de Israeliëten oostelijk om het land Moab heen.
 
De vele ruïnes in het land van de Moabieten laten zien dat het land ooit volkrijk was. Het moet welvarend zijn geweest om jaarlijks de schatting van 100.000 lammeren en 100.000 rammen met de wol voor Israël op te brengen.
 
'''Godsspraken tegen Moab.''' Moab wordt door de profeten aan de kaak gesteld. Jes. 15-16, Jer. 48 en Zef. 2 bevatten profetieën tegen Moab.
=== Steden in Moab ===
De hoofdstad van Moab was '''Ar,''' ook genoemd ''Ar-Moab'' en ''Ar-Moabs''. Het schijnt dat Ar een grensstad was, die aan de rivier Arnon lag.<blockquote>''De 2:18 heden trekt gij langs het gebied van Moab, te weten Ar (NBG51)''</blockquote>Een andere belangrijke stad was '''[[Kir-Haréseth]]''' (=schervenmuur), ook genoemd ''Kir in Moab'', ''Kir-Moab'' (Jes. 15:1) of ''Kir-héres''.
Regel 21 ⟶ 25:
Andere steden der Moabieten zijn onder meer '''Dibon''' (= 'treurende'), '''Aroër''' (= 'heide'), '''Bozra''' (= 'Sterkte') en '''Horonaïm''' (= 'Dubbelholen').
 
=== BetrekkingenGeschiedenis metvan IsraëlMoab ===
Hieronder volgt de geschiedenis van Moab en van zijn betrekking tot Israël.
 
'''Verbod.''' De Moabieten noch de Ammonieten mochten komen in de gemeente van God (Deut. 23:3; Neh. 13:1).<blockquote>''Ne 13:1  Op die dag werd er voorgelezen uit het boek van Mozes voor de oren van het volk. Daarin werd voorgeschreven bevonden dat een Ammoniet of een Moabiet tot in eeuwigheid niet in de gemeente van God mocht komen, Ne 13:2 omdat zij de Israëlieten niet met brood en water tegemoetgekomen waren, en men Bileam tegen hen had ingehuurd om hen te vervloeken; onze God had de vloek echter veranderd in zegen. (HSV)''</blockquote>'''Balak en Bileam.''' De Moabieten waren echter vervuld met schrik toen ze hoorden dat de Amorieten waren geslagen door Israël. Balak, de koning van Moab, huurde Bileam in om Israël te vervloeken. Bileam werd gedwongen door God om Israël te zegenen in plaats van te vervloeken, maar hij gaf aan de Moabietische koning het advies om Israel te verzwakken door vermenging, wat lukte. Het laatste Bijbelboek herinnert aan deze valstrik:<blockquote>''Opb 2:14 Maar Ik heb enkele dingen tegen u: dat u daar hebt die aan de leer van Bileam vasthouden, die Balak leerde de zonen van Israel een strik te spannen, om afgodenoffers te eten en te hoereren. (TELOS)''</blockquote>'''Graf van Mozes.''' Het was in een vallei in het land van Moab, dat Mozes in het geheim werd begraven (Deut. 34:6):<blockquote>''De 34:5 Alzo stierf Mozes, de knecht des HEEREN, aldaar in het land van Moab, naar des HEEREN mond. De 34:6 En Hij begroef hem in een dal, in het land van Moab, tegenover Beth-peor; en niemand heeft zijn graf geweten, tot op dezen dag. (SV)''</blockquote>'''Eglon.''' In de tijd van de richteren (rechters) gebruikt God koning Eglon van Moab om Israël te straffen, en zij dienden de Moabieten achttien jaar, maar toen riepen ze tot de Heer, verloste Hij ze door Ehud. De linkshandige Ehud doodde de zeer dikke koning Eglon met een tweesnijdend scherp zwaard, dat hij in diens buik liet zitten. Tienduizend van de Moabieten werden gedood (Richt. 3:12-30).
 
'''[[Ruth (persoon)|Ruth]]''', de Moabitische, was de overgrootmoeder van koning David. 
 
'''Verschillend.''' De betrekkingen van Israël met de Moabieten waren verschillend. In de profetie van Jes. 16 is Moab is kenmerkend voor de wereld waarin het verworpen Israël wordt verborgen: Elimelech en Naomi vluchtten uit de hongersnood daarheen, en David, toen Saul hem vervolgde, vertrouwde zijn vader en moeder aan de koning van Moab toe (1 Sam. 22:3-4). Tijdens zijn latere bewind versloeg David de Moabieten en maakte hen schatplichtig (2 Sam 8:2; 1 Kron. 18:2)).
 
'''Salomo.''' Koning [[Salomo]] van Juda had enkele Moabietische vrouwen, voor wie hij in Jeruzalem de dienst van [[Kamos|Kemos]] invoerde, de afgod van Moab (2 Koningen 23:13).
'''Aanval op Juda ten tijde van Josafat.''' In de tijd van Josafat vielen de kinderen van Moab, Ammon en de bewoners van de berg Seir Juda aan, maar God maakte de strijd tot de Zijne en deed Israels vijanden elkaar aanvallen (2 Kron. 20:1-23)
 
Nadat het land der Moabieten 60-70 jaren lang aan de scepter van het huis van David onderworpen geweest was, viel het bij de scheuring van het rijk in de 2e helft van de 10e eeuw v.C. de koningen van het [[Tienstammenrijk]] ten deel, en gaf het schatting van zijn kudden aan Samaria.
'''Achab en daarna.''' Tijdens de regering van Achab waren de Moabieten weer schatplichtig, maar na zijn dood onttrokken ze zich, maar ze werden weer volledig onderworpen door de verenigde strijdkrachten van Israël, Juda en Edom. Uit wanhoop offerde de koning van Moab zijn oudste zoon als brandoffer (2 Koningen 3:4-27).
 
Aan deze cijnsplichtigheid onttrok zich echter de Moabitische koning Mesa bij de dood van Achab in het jaar 853 v.C. De veldtocht van de beide verbonden koningen Joram van Israël en Josafat van Juda tegen de Moabieten, welke in het daarop volgende jaar valt, had geen gewenst gevolg (2 Kon. 1:1; 3:4 vv.). Uit wanhoop offerde de koning van Moab zijn oudste zoon als brandoffer (2 Koningen 3:4-27).
'''Nebukadnezer.''' Moab kwam daarna weer op, tot op zekere hoogte, maar werd onderworpen door Nebukadnezar (Jer. 27:1-11)
 
'''Aanval op Juda ten tijde van Josafat.''' InEnige jaren later, in de tijd van [[Josafat]], koning van Juda, vielen de kinderen van Moab, Ammon en de bewoners van de berg Seir Juda aan, maarwaarbij zij niets minder bedoelden dan een verdrijving van Gods volk. Hun aanval mislukte geheel: God trad tussenbeide, maakte de strijd tot de Zijne en deed IsraelsIsraëls vijanden elkaar aanvallen (2 Kron. 20:1-23).
'''[[Ruth (persoon)|Ruth]]''', de Moabitische, was de overgrootmoeder van koning David. 
 
Later maakten de eindeloze gevechten met de Syriërs voor het noordelijk rijk (Tienstammenrijk) het in bedwang houden van Moab en in ‘t algemeen van het gehele land ten oosten van den Jordaan onmogelijk. De daar aanwezige volken, waaronder Moab, verdrukten de Israëlietische bevolking en wreekten aan het verzwakte rijk Israël het verlies van hun zelfstandigheid (2 Kon. 10:32 v.; 13:20).
'''Salomo.''' Koning [[Salomo]] van Juda had enkele Moabietische vrouwen, voor wie hij in Jeruzalem de dienst van [[Kamos|Kemos]] invoerde, de afgod van Moab (2 Koningen 23:13)
 
Eerst [[Jerobeam II]] (1e helft van de 8e eeuw v.C.) heroverde, gelijk de profeet Jona voorspeld had, het gehele gebied, van Haurath in het noorden tot aan de Dode Zee in het zuiden (2 Kon. 14:25 vv.), en de Moabieten bleven naar alle schijn rustig, totdat in de dagen van Pekah (2e helft 8e eeuw v.C.), koning van Israël, Israëls tweeënhalve stammen ten oosten van de Jordaan door de Assyrische koning [[Pul]] (Tiglath-Pilezer III) in ballingschap werden vervoerd (2 Kon. 15:29). De Moabieten maakten van de gelegenheid gebruik, om hun vroegere bezitting (Num. 21:30) terug te nemen. Ze zetelden zich in al de steden ten noorden van de rivier [[Arnon]], die tot die tijd door de stammen van Ruben en Gad waren bevolkt geweest.
De vele ruïnes in het land van de Moabieten laten zien dat het land ooit volkrijk was. Het moet welvarend zijn geweest om jaarlijks de schatting van 100.000 lammeren en 100.000 rammen met de wol voor Israël op te brengen.
 
Deze is de stand van zaken, die wij bij de profetie van Jesaja tegen Moab (Jes. 15-16) aantreffen. In deze profetie toch is van Hesbon, Eléale, Jaëzer, enz. als Moabitische steden sprake, terwijl zij in Joz. 13:15 vv. (vgl. Num. 32:3 vv.) als steden der kinderen van Ruben en Gad voorkomen. Het ongeluk over deze nu Moabitische steden en over het eigenlijke gebied van Moab zuidelijk daarvan, aan gene zijde van de Arnon gelegen land, komt van het noorden, d.i. zonder twijfel van Assyrië en eindigt met een volkomen verdelging van die steden. De profetie eindigt met de woorden:<blockquote>''Jes 16:13  Dit is het woord, dat de HEERE tegen Moab gesproken heeft, van toen af.  Jes 16:14  Maar nu spreekt de HEERE, zeggende: Binnen drie jaren (als de jaren eens huurlings), dan zal de eer van Moab verachtzaam gemaakt worden, met al die grote menigte; en het overblijfsel zal klein, weinig, onmachtig wezen.'' (SV)</blockquote>Wij weten niet wanneer de rekening van drie jaren in vs. 14 begint. Daarom kunnen wij ook niet zeggen, welke Assyrische koning ([[Salmaneser]], [[Sargon II]] of [[Sanherib]]), die de Moabieten zozeer gestraft heeft. Als de profetie tegen Moab evenals de profetie tegen Filistea (die aan de profetie tegen Moab voorafgaat) in het sterfjaar van Achaz plaatsvond, dan eindigt de periode van 3 jaar kort voor de ondergang van Samaria en het Tienstammenrijk in 722 v.C.
'''Godsspraken tegen Moab.''' Moab wordt door de profeten aan de kaak gesteld. Jes. 15 en Jer. 48 bevatten profetieën tegen Moab. De profeet Zefanja kondigde de verwoesting van Moab aan:<blockquote>''Sef 2:8 Ik heb de beschimping van Moab gehoord, en de scheldwoorden der kinderen Ammons, waarmede zij Mijn volk beschimpt hebben, en hebben zich groot gemaakt tegen deszelfs landpale. Sef 2:9 Daarom, [zo] [waarachtig] [als] Ik leef, spreekt de HEERE der heirscharen, de God Israëls: Moab zal zekerlijk zijn als Sodom, en de kinderen Ammons als Gomorra, een netelheide, en een zoutgroeve, en een verwoesting tot in eeuwigheid! De overigen Mijns volks zullen ze beroven, en het overige Mijns volks zal ze erfelijk bezitten. (SV)''</blockquote>Dit is de toestand op dit moment.
 
'''GodssprakenDe tegenkatastrofe, Moab.'''die Moabnog wordt dooronder de profeten aanJesaja volgde, was niet de kaakgehele gesteld.vervulling van zijn Jesvoorzegging. 15Later enneemt JerJeremia (2e helft 7e eeuw - 1e helft 6e eeuw v.C.) in hoofdstuk 48 bevattenvan profetieënzijn tegenBoek Moabde profetie van Jesaja weer op. De profeet Zefanja (2e helft 7e eeuw v.C.) kondigde de verwoesting van Moab aan:<blockquote>''Sef 2:8 Ik heb de beschimping van Moab gehoord, en de scheldwoorden der kinderen Ammons, waarmede zij Mijn volk beschimpt hebben, en hebben zich groot gemaakt tegen deszelfs landpale. Sef 2:9 Daarom, [zo] [waarachtig] [als] Ik leef, spreekt de HEERE der heirscharen, de God Israëls: Moab zal zekerlijk zijn als Sodom, en de kinderen Ammons als Gomorra, een netelheide, en een zoutgroeve, en een verwoesting tot in eeuwigheid! De overigen Mijns volks zullen ze beroven, en het overige Mijns volks zal ze erfelijk bezitten. (SV)''</blockquote>DitDe isvoorname volvoering van Jesaja's bedreiging bleef later voor de toestandChaldeeën opbewaard; ditde momentvolkomen vervulling van de bedreiging vindt Jesaja's profetie in Jeremia's tijd.
=== De stele van Mesha ===
 
De Chaldeeën stonden de Moabieten eerst bij hun ondernemingen tegen Jeruzalem bij (2 Kon. 24:2 [{2Kon 24.2 }]). Later zochten de Moabieten de Judese koning Zedekia afkerig van de Chaldese koning [[Nebukadnezar]] te maken (Jer. 27:1 vv., vgl. 2 Kon. 24:20). Als met Zedekia verbondenen komen zij weer bij de verwoesting van Jeruzalem voor (Ezech. 25:8 vv.; Zef. 2:8 vv.).
 
=== De stele van Mesha ===
In 1868 werd een interessante gedenksteen (stele) ontdekt in Dibon (het tegenwoordige Dhiban in Jordanië). De steen bevat een inscriptie van 34 regels in Phoenicisch schrift. Toen de Arabieren bemerkten dat twee of drie naties de steen begeerden, dachten ze er meer voor te moeten krijgen door de steen in stukken aan te bieden. Daarom staken ze onder de steen een vuur aan en toen de steen verhit was, goten ze er koud water over, waardoor de steen brak. Tweederde van de brokstukken werd verworven en deze zijn te bezichtigen in Museum het Louvre te Parijs. Een papieren afdruk van de steen was genomen voordat de steen werd gebroken; de papieren afdruk is in het Brits Museum. 
 
Regel 47 ⟶ 59:
Zonder twijfel is de Mesa genoemd op de steen dezelfde als de Mesa genoemd in de Bijbel. De zoon van Omri is Achab.<blockquote>''2 Kon 3:4 Mesa nu, de koning der Moabieten, was een veehandelaar, en bracht op aan den koning van Israël honderd duizend lammeren, en honderd duizend rammen met de wol. 2Kon 3:5 Maar het geschiedde, als Achab gestorven was, dat de koning der Moabieten van den koning van Israël afviel. (SV)''</blockquote>Achab werd opgevolgd door Ahazia, maar deze viel Moab niet aan. Ahazia's bewind van twee jaar en het begin van de regeerperiode van Joram zou Mesa tijd gegeven hebben om zich te versterken tegen Israël en enkele van de perifere steden aan te vallen. De Schrift wordt dus bevestigd door dit interessante monument.
 
=== Toekomst ===
 
 
In het laatste der dagen zal Jahweh Moabs gevangenis wenden (Jer. 48:47).<blockquote>''Jer 48:47 Maar in het laatste der dagen, zal Ik Moabs gevangenis wenden, spreekt de HEERE. Tot hiertoe is Moabs oordeel.'' (SV)</blockquote>In de toekomst zal de koning van het noorden in het land Israel binnenvallen en Moab, dat tegenwoordig binnen de landsgrenzen van Jordanië valt, zal ontkomen.<blockquote>''Da 11:40 En op den tijd van het einde, zal de koning van het Zuiden tegen hem met hoornen stoten; en de koning van het Noorden zal tegen hem aanstormen, met wagenen, en met ruiteren, en met vele schepen; en hij zal in de landen komen, en hij zal ze overstromen en doortrekken. Da 11:41 En hij zal komen in het land des sieraads, en vele [landen] zullen ter nedergeworpen worden; doch deze zullen zijn hand ontkomen, Edom en Moab, en de eerstelingen der kinderen Ammons. (SV)''</blockquote>Moab, Edom en Ammon - tegenwoordig behorend tot Jordanië - zullen door IsraelIsraël worden gestraft (Jes 11:14).<blockquote>''Jes 11:12 En Hij zal een banier oprichten onder de heidenen, en Hij zal de verdrevenen van Israël verzamelen, en de verstrooiden uit Juda vergaderen, van de vier eilanden des aardrijks. Jes 11:13 En de nijd van Efraïm zal wegwijken, en de tegenpartijders van Juda zullen uitgeroeid worden; Efraïm zal Juda niet benijden, en Juda zal Efraïm niet benauwen. Jes 11:14 Maar zij zullen den Filistijnen op den schouder vliegen tegen het westen, [en] zij zullen te zamen die van het oosten beroven; [aan] Edom en Moab zullen zij hun handen slaan, en de kinderen Ammons zullen hun gehoorzaam zijn. (SV)''</blockquote>Moab zal zich onderwerpen aan de regering van de Vredevorst, de zoon van David, onze Heer Jezus Christus. In Jesaja's profetie tegen Moab heet het:<blockquote>''Jes 16:4 Laat bij u vertoeven mijn verdrevenen, [van] Moab, wees u hun een schuilplaats voor het aangezicht van de verwoester; totdat de onderdrukker een einde heeft, de verwoesting is geëindigd, de vertreders zijn verdaan van de aarde. Jes 16:5 Want er zal een troon gevestigd worden in goedertierenheid, en daarop zal bestendig een zitten in de tent van David, een, die oordeelt en het recht zoekt, en snel is ter gerechtigheid.'' (CP<ref>Vertaling of hertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling</ref>)</blockquote>
 
== Meer informatie ==
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.