Kind: verschil tussen versies

<blockquote>''Le 19:2  Spreek tot de ganse vergadering der kinderen Israëls, en zeg tot hen: Gij zult heilig zijn, want Ik, de HEERE, uw God, ben heilig!  Le 19:3  Want ieder zal zijn moeder en zijn vader vrezen, en Mijn sabbatten houden; Ik ben de HEERE, uw God! (SV)''</blockquote>De Herziene Statenvertaling heeft "ontzag hebben" in plaats van vrezen. <blockquote>''Heb 12:9  Bovendien, wij hadden de vaders van ons vlees om ons te tuchtigen en wij hadden ontzag voor hen; zullen wij dan niet veel meer aan de Vader van de geesten onderworpen zijn en leven?'' (Telos) </blockquote>

Een kind doet er goed aan te horen naar het onderwijs van de ouders, dat op levenservaring en opgedane kennis berust.<blockquote>''Spr 1:8  Mijn zoon! hoor de tucht uws vaders, en verlaat de leer uwer moeder niet; (SV)''</blockquote><blockquote>''Spr 6:20 Mijn zoon, bewaar het gebod uws vaders, en verlaat de wet uwer moeder niet.  Spr 6:21  Bind ze steeds aan uw hart, hecht ze aan uw hals.'' (SV)</blockquote><blockquote>''Spr 23:22  Hoor naar uw vader, die u gewonnen heeft; en veracht uw moeder niet, als zij oud geworden is. (SV)''</blockquote>

Zowel Jakob als Ezau gehoorzaamden hun vader Izak, die wilde dat zij niet met een Kanaänitische vrouw zouden trouwen. <blockquote>''Ge 28:6  Als nu Ezau zag, dat Izak Jakob gezegend, en hem naar Paddan-aram weggezonden had om zich van daar een vrouw te nemen; [en] als hij hem zegende, dat hij hem geboden had, zeggende: Neem geen vrouw van de dochteren van Kanaän;  Ge 28:7  En dat Jakob zijn vader en zijn moeder gehoorzaam geweest was, en naar Paddan-aram getrokken was;  Ge 28:8  En dat Ezau zag, dat de dochteren van Kanaän kwaad waren in de ogen van Izak, zijn vader; Ge 28:8  En dat Ezau zag, dat de dochteren van Kanaän kwaad waren in de ogen van Izak, zijn vader; Ge 28:9  Zo ging Ezau tot Ismaël, en nam zich tot een vrouw boven zijn vrouwen, Mahalath, de dochter van Ismaël, den zoon van Abraham, de zuster van Nebajoth. (SV)''</blockquote>Jozef gehoorzaamde zijn vader Jakob, die hem de opdracht gaf naar zijn broeders in Sichem te gaan:<blockquote>''Ge 37:13  Zo zeide Israël tot Jozef: Weiden uw broeders niet bij Sichem? Kom, dat ik u tot hen zende. En hij zeide tot hem: Zie, [hier] ben ik! (SV)''</blockquote>De gehoorzaamheid van sommigen aan hun vader worden zelfs tot voorbeeld vermeld. <blockquote>''Jer 35:14  De woorden van Jonadab, den zoon van Rechab, die hij zijn kinderen geboden heeft, dat zij geen wijn zouden drinken, zijn bevestigd; want zij hebben geen gedronken tot op dezen dag, maar het gebod huns vaders gehoord; en Ik heb tot ulieden gesproken, vroeg op zijnde en sprekende, maar gij hebt naar Mij niet gehoord.'' (SV)</blockquote><blockquote>''Efe 6:1  Kinderen, weest jullie ouders gehoorzaam in de Heer, want dat is terecht. (Telos)''</blockquote><blockquote>''Col 3:20  Kinderen, weest jullie ouders in alles gehoorzaam, want dit is welbehaaglijk in de Heer. (Telos)''</blockquote>Onder de wet van Mozes stond de doodstraf op ongehoorzaamheid bij een weerspannige ontspoorde zoon.<blockquote>''De 21:18  Wanneer iemand een moedwilligen en wederspannigen zoon heeft, die de stem zijns vaders en de stem zijner moeder niet gehoorzaam is; en zij hem gekastijd zullen hebben, en hij naar hen niet horen zal, De 21:19  Zo zullen zijn vader en zijn moeder hem grijpen, en zij zullen hem uitbrengen tot de oudsten zijner stad, en tot de poorte zijner plaats. De 21:20  En zij zullen zeggen tot de oudsten zijner stad: Deze onze zoon is afwijkende en wederspannig, hij is onze stem niet gehoorzaam; hij is een brasser en zuiper. De 21:21  Dan zullen alle lieden zijner stad hem met stenen overwerpen, dat hij sterve; en gij zult het boze uit het midden van u wegdoen; dat het gans Israël hore, en vreze.'' (SV)</blockquote>

Op het vloeken van zijn ouders stond in de Wet de doodstraf. Over mishandeling spreekt Spr. 19:26.<blockquote>''Spr 19:26 Wie zijn vader mishandelt, zijn moeder wegjaagt, is een zoon die beschaamd maakt en schandelijk handelt. (HSV)''</blockquote><blockquote>''Spr 30:11  Daar is een geslacht, dat zijn vader vervloekt, en zijn moeder niet zegent; (SV)''</blockquote><blockquote>''Spr 30:17  Het oog, [dat] den vader bespot, of de gehoorzaamheid der moeder veracht, dat zullen de raven der beek uitpikken, en des arends jongen zullen het eten. (SV)''</blockquote><blockquote>''Ex 21:15  Zo wie zijn vader of zijn moeder slaat, die zal zekerlijk gedood worden. (...)  Ex 21:17  Wie ook zijn vader of zijn moeder vloekt, die zal zekerlijk gedood worden.'' (SV)</blockquote>