Naar inhoud springen

Merkteken van het Beest: verschil tussen versies

k
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 33:
 
== Verzegelden aan de voorhoofden ==
In de toekomstige oordeelstijd zullen 144.000 Israëlische dienstknechten van God verzegeld worden aan hun voorhoofden.<blockquote>''Opb 7:3 Zeggende: Beschadigt de aarde niet, noch de zee, noch de bomen, totdat wij de dienstknechten onzes Gods zullen verzegeld hebben aan hun voorhoofden. Opb 7:4 En ik hoorde het getal dergenen, die verzegeld waren: honderd vier en veertig duizend waren verzegeld uit alle geslachten der kinderen Israëls. (TELOS)''</blockquote>Op hun voorhoofden staan twee namen geschreven: de naam van het Lam (Jezus Christus) en de naam van de Vader van de Heer Jezus.<blockquote>''Opb 14:1 En ik zag en zie, het Lam stond op de berg Sion en met hem honderdvierenveertigduizend, die zijn naam en de naam van zijn Vader hadden, geschreven op hun voorhoofden. (TELOS)''</blockquote>Merk op dat er sprake is van een tweevoudige naam. De aanbidders van het Beest daarentegen hebben één naam, de naam van het Beest of het getal van zijn naam. Een tweede verschil is dat de dienstknechten van God alleen op hun voorhoofden een naam dragen, terwijl de Beestaanbidders op hun voorhoofd of op hun rechterhand het merkteken hebben. Een derde verschil is dat Gods dienstknechten ''verzegeld'' zijn, terwijl de Beestaanbidders een ''merkteken'' dragen.
 
Merk op dat er sprake is van een tweevoudige naam. De aanbidders van het Beest daarentegen hebben één naam, de naam van het Beest of het getal van zijn naam. Een tweede verschil is dat de dienstknechten van God alleen op hun voorhoofden een naam dragen, terwijl de Beestaanbidders op hun voorhoofd of op hun rechterhand het merkteken hebben. Een derde verschil is dat Gods dienstknechten ''verzegeld'' zijn, terwijl de Beestaanbidders een ''merkteken'' dragen.
 
In het Nieuwe Jeruzalem zullen de heiligen Gods naam op hun voorhoofden dragen.<blockquote>''Opb 22:1 En hij toonde mij een rivier van levenswater, blinkend als kristal, die uitging vanuit de troon van God en van het Lam. Opb 22:2 In het midden van haar straat en aan beide zijden van de rivier was de boom van het leven, die twaalf vruchten draagt en elke maand zijn vrucht geeft; en de bladeren van de boom zijn tot genezing van de naties. Opb 22:3 En er zal geen enkele vervloeking meer zijn; en de troon van God en van het Lam zal daarin zijn en zijn slaven zullen Hem dienen, Opb 22:4 en zij zullen zijn aangezicht zien en zijn naam zal op hun voorhoofden zijn. Opb 22:5 En er zal geen nacht meer zijn en lamplicht en zonlicht hebben zij niet nodig, want de Heer, God, zal over hen lichten; en zij zullen regeren tot in alle eeuwigheid. (TELOS)''</blockquote>
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.