Joas (koning van Juda): verschil tussen versies
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 22:
De straf voor al deze gruwelen, waarmee de eertijds zo vrome Joas zich bevlekte, bleef niet achterwege. De Syriërs onder Hazaël drongen tot Jeruzalem door, versloegen hem, deden velen van de zijnen sneuvelen. Toen Joas hem een aanzienlijke schat van geheiligde dingen en goud uit zijn eigen huis betaald had, trok Hazaël af van Jeruzalem (2 Kon. 12:17-18). Zo voorkwam Joas de plundering van zijn hoofdstad en wellicht ook de ondergang van zijn rijk. Hij werd echter ernstig ziek achtergelaten (2 Kron. 24:25).
Niet weinig werkte deze grote vernedering van de in vorige jaren geëerbiedigde en beminde vorst, aan wie zich toen de grootste verwachtingen hadden vastgeknoopt,
Zo treurig was het einde van de man, die gedurende 40 jaren, Davids rijk had bestuurd, en wiens latere regering zozeer in strijd was geweest met de hoop, die zijn eerste optreden gewekt had. Behalve in de strijd tegen Israël, welk rijk hij enkele steden ontnam, was hij in de oorlog niet gelukkig geweest. Wel levert de rampzalige vorst bewijs voor de waarheid, dat wie God verlaat, ook Gods zegen prijsgeeft.
|