Atheïsme: verschil tussen versies
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 7:
Men kan atheïsme ook omschrijven als het ''geloof'' dat God noch goden bestaan. Een atheïst heeft dus een '''overtuiging''', zij het een negatieve: één waarvan de kern een negatie (ontkenning) is. Sommige atheïsten belijden hun geloof. Een ''belijdend'' atheïst heeft een ''geloofsbelijdenis'', namelijk de belijdenis van het geloof dat God niet bestaat.
'''Afbakening.''' Een atheïst moet onderscheiden worden van een ''scepticus'' en een ''agnost''. Een scepticus (lett. 'twijfelaar') twijfelt aan het bestaan van God. Een agnost (lett. 'niet-weter') is iemand die zegt dat men niet weet of kàn weten dat God bestaat of niet bestaat. Op de vraag "Gelooft u dat God bestaat?" kan een atheïst logisch antwoorden: "Nee. Ik geloof dat er geen god bestaat." Een agnost: "Nee. Ik weet niet of hij wel of niet bestaat." Een scepticus: "Nee. Ik twijfel eraan of Hij bestaat". Een scepticus en een agnost leven in de praktijk meestal als een atheïst, ze leven praktisch, alsof Hij er niet is.
'''
'''
'''Geen bewijs.''' Nooit heeft iemand bewezen dat God niet bestaat, of dat Zijn bestaan tot de onmogelijkheden behoort. Atheïsten geven toe dat niet bewezen kan worden dat er geen hogere macht bestaat. Hun overtuiging berust niet op bewijs. Zelfs de hardnekkigste godloochenaars geven dit vrij algemeen toe.
'''Naturalisme.''' Als God niet bestaat, dan houd je volgens veel atheïsten alleen de wereld, de natuur over. Het wereldbeeld is dan ''naturalistisch'': er is geen plaats is voor bovennatuurlijke, boven de wereld uitstijgende (transcendente) krachten of machten. Veel atheïsten zijn daarom sceptisch ten aanzien van bovennatuurlijke wonderen en paranormale verschijnselen.
|