Naar inhoud springen

Jefta: verschil tussen versies

484 bytes toegevoegd ,  7 jaar geleden
geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 3:
De '''naam''' Jefta (Grieks ''Ιεφθαε;'' Lat. ''Iepthae''; Hebr. ''Jiftach;'' Eng. ''Jephthah''), ook gespeld ''Jeftha'' (in de Statenvertaling) betekent ‘hij opent’<ref>Aldus ''Hebreeuws-Nederlands Lexicon'', onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.</ref> of ‘hij zal openen’, van het werkwoord ''patoäch''<ref>Aldus S.J. van Ronkel, aangehaalde plaats.</ref>. De persoonsnaam wordt 29 keer genoemd in het Oude Testament en 1 keer in het Nieuwe Testament (Hebr. 11:32).
 
Jefta was de zoon van Gilead, endie hem had verwekt bij een bijvrouwhoer; hij was een 'hoerekind', Richt. 11:1. Jefta woonde tein Mizpa in het land van Gilead. HijZijn verlostehalfbroers, Israëlde uitzonen van de machtvrouw dervan AmmonietenGilead, verstootten hem. Daarop ging Jefta wonen in het land Top, Richt. 11:3. Daar voegden zich leeghoofdige mannen bij hem, die met hem uittrokken, Richt. 11:3.
 
Toen de Ammonieten de oorlog aanbonden met Israël, werd Jefta te hulp geroepen. De oudsten van Gilead boden hem aan om legeroverste te zijn, ja, een hoofd over alle inwoners van Gilead. Jefta gaf gehoor aan hun oproep. Hij verloste Israël uit de macht der Ammonieten.
[[Bestand:Jefta en de Ammonieten - Access Foundation.jpg|centre|thumb|1134x1134px]]
[[Bestand:Jefta en zijn dochter.jpg|thumb|640x640px|Zijn dochter komt Jefta tegemoet, als hij van de overwinning terugkeert. ]]
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.