Naar inhoud springen

Jozua (boek)/Voorgeschiedenis: verschil tussen versies

k
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'De '''voorgeschiedenis''' van het in het boek Jozua verhaalde wordt hieronder geschetst. == Woestijntocht == Het vooruitzicht op het beloofde land had Israëls zon...')
 
Regel 37:
 
Verdwenen is nu de oude vrees, en als Israël straks het kamp van Sittim betrekt, dan ziet het reeds met begerig oog naar Jericho, dat het wel met de hand schijnt te kunnen grijpen. Israël heeft de oude Mozes op de Nebo moeten achterlaten, maar de in volle mannelijke kracht voor hen staande Jozua zal straks voor hen uitgaan, wanneer ook de barrière van de Jordaan overwonnen zal zijn en Israëls voeten eindelijk, eindelijk de grond zullen betreden, geheiligd door des Heeren eed, gewijd door Abrahams voet: Kanaän, het land vloeiend van melk en honig, het erfdeel, hun door de Heer zelf gegeven. En als straks Israëls ambtslieden het legerkamp doorgaan met Jozua's bevel om over drie dagen de Jordaan over te trekken „om het land, dat de Heere uw God u ter bezitting geeft, in bezit te gaan nemen" (Joz. 1 :11), dan zijn allen bereid, wordt zelfs de ge­lofte afgelegd te zullen doden wie Jozua's bevel weerstreeft (Joz. 1:18).
 
== Bron ==
A. Noordtzij, Jog. de Groot, ''Des Heeren heirscharen.'' Premieboek bij de N.C.R.V.-kalender 1938. Tekst van blz. 5-6 is onder wijziging verwerkt op 15 okt. 2020
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.