Naar inhoud springen

Prehistorie/Nabije Oosten en Europa: verschil tussen versies

kleine aanpassing aan de tekst
(kleine aanvulling op de tekst)
(kleine aanpassing aan de tekst)
Regel 55:
'''IJstijden?''' Het is de vraag of de verschillende ijstijden, voorafgaande aan de Würm ijstijd, wel bestaan hebben. De wetenschap heeft algemeen het idee van ijstijden omarmd om daarmee vele opvallende landschappelijke kenmerken te verklaren (kliffen, wallen, duinen of zandverstuivingen, grote stenen). Het zouden gigantische gletsjers zijn geweest, die zich over grote afstanden horizontaal verplaatsten en voor deze landschapselementen verantwoordelijk waren. Rehwinkel<ref>A.M. Rehwinkel, ''De zondvloed in het licht van de Bijbel, de geologie en de archeologie'' (Amsterdam 1971)</ref> heeft er op gewezen dat gletsjers zich zonder de stuwende kracht vanuit de hoger gelegen delen in de bergen niet over grote afstand kunnen bewegen. Ook is hij van mening dat primair gedacht moet worden aan water en niet aan ijs als landschapvormende oorzaak. Het artikel [[Zondvloed en gebergtevorming]] laat zien dat het ontstaan van de Alpen gepaard is gegaan met omvangrijke waterverplaatsingen. De mensen van Swanscombe hebben (naar men algemeen beweert) tijdens het Mindel-Riss interglaciaal geleefd<ref>Sigfried J. de Laet, ''De voorgeschiedenis van Europa'' (Amsterdam 1967)</ref> C. Arambourg zegt hierover<ref>Camille Arambourg, ''Het ontstaan van de mensheid'' (Utrecht/Antwerpen 1964, Aula 182)</ref> dat de eerste ijstijden nog steeds weinig verandering aan het warme klimaat hebben gebracht, gelet op de botten die gevonden zijn van olifanten, neushoorns, nijlpaarden, leeuwen en beren, runderen en herten. Ook planten als de vijg, de laurier, rodondendron en de buksboom waren algemeen. We kunnen daarom mogelijk eerder spreken over heftige, kort durende klimaatschommelingen.
 
== Alpiene gebergtevorming tot mislukking van de torenbouw van Babel ==
'''Periode.''' Deze periode wordt hier gedateerd van ca. 3650 v.C., toen het alpiene gebergte gevormd werd, tot ca. 3400 v.C., toen de torenbouw van Babel mislukte - een periode van 250 jaar.
 
Regel 72:
'''Azië.''' Soortgenoten van de neanderthaler waren misschien eerder reeds dieper Azië binnen gedrongen. Ook daar, mogelijk nog heftiger dan in Europa, gezien de omvang van het gebied met zijn vele bergketens, werden ook zij geconfronteerd met de ernstige gevolgen van de orogenese. Te Chou Kou Tien (Peking) zijn in een grot de resten van een neanderthaler type mens (pithecanthropus pekinensis, ook wel sinanthropus genoemd) gevonden, samen met een ongeordende hoeveelheid beenderen van dieren. De aarde waarin zij zich bevonden, bleek samen met de beenderen door water daar te zijn afgezet. De gevonden resten zijn afkomstig van mensen en dieren die dood of levend door het water meegevoerd zijn. De Pekingmens (zo wordt hij genoemd) is waarschijnlijk slachtoffer geworden van een tsunami.
 
== Mislukking van de Torenbouw van Babel tot Peleg ==
'''Periode.''' Deze periode wordt hier gedateerd van ca. 3400 v.C., de mislukking van de torenbouw te Babel, tot 2659 v.C., de geboorte van [[Peleg]], een periode van bijna 800 jaar.
 
Regel 81:
{{Kwartair zijbalk}}
 
Ook is het aannemelijk dat het klimaat ten noorden van de Alpen duidelijk kouder werd. De Alpen kregen meer en meer hun huidige vorm en vormden een bepalende factor in het Europese klimaat. De Tethyszee strekte zich fragmentarisch uit over grote delen van het laagland ten noorden van de Alpen, ruimschoots op afstand van de bewoonde wereld. Europa ten noorden van de Alpen ging een lange periode van koude tegemoet (het bovenpleistoceen). Met de koudeperiode na de neanderthaler cultuur en na het mislukken van de torenbouw bevond Europa zich in het Midden- en Late-Würm (volgens gangbare mening 35.000 tot 9.000 jaar geleden) gedurende een deel van het laatpleistoceen'''.''' Het leven voor mens en dier vroeg om een sterke mate van aanpassing. Er vond een trek naar het zuiden plaats. Vooral ook als gevolg van de gebeurtenissen in Mesopotamië kwamen bevolkingsgroepen Europa verkennen.
 
'''Culturen in Europa.''' De neanderthalers in het noorden van Europa zullen ongetwijfeld geconfronteerd zijn geweest met koude en misoogsten. Misschien hebben ze ook nieuwe jachttechnieken moeten ontwikkelen door de aanwezigheid van nieuwe diersoorten uit het hogere noorden. Hun soortgenoten in Zuid-Europa hebben zich beter kunnen handhaven, althans wanneer zij niet werden verdreven door nieuwkomers. In Frankrijk ontwikkelde zich een nieuwe cultuur (het Châtelperronien) die nog veel kenmerken had van het Mousterien van de neanderthaler. De nieuwkomers hadden niet de kenmerken van de neanderthaler, maar alle kenmerken van de huidige mensenrassen en worden naar een van de vele vindplaatsen genoemd (de Cro-Magnon mens). Rond de Franse stad Les Eyzies aan de rivier de Vézère ontstond later de bekende grotcultuur van Aurignac-mensen (het Aurignacien). Vervolgens verschenen in Europa dragers van diverse culturen, waarvan de bekendste zijn het Gravettien (bekend om zijn Venus-figuurtjes), het Solutrien (bekend om zijn bladvormige speerpunten; in het Engels, internationaal: 'leaf-shaped points') en het Magdalénien  (bekend om zijn grotkunst). Enkele van deze culturen hebben gedeeltelijk naast elkaar bestaan.
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.