Naar inhoud springen

Sichem: verschil tussen versies

532 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 14:
'''Heiligdom met terebint.''' Bij Sichem was een beroemd (heidens) heiligdom, dicht bij wat men later de „fontein van Jakob" noemen zal (Joh. 4:6). Het heiligdom van de stad lag buiten de stadsmuur op een der vooruitgeschoven hellingen van de Gerizim. Het bestond in hoofdzaak uit een open hof van ongeveer 9 x 9 meter. In het midden daarvan bevindt zich een steen en onderstuk, waarop een wijsteen (of een beeld?), terwijl in een van de hoeken een groot brandofferaltaar was gebouwd. Deze open ruimte was omgeven door voorraadkamers, terwijl in een ander vertrek een regenbak was voor het vele water, dat voor de kultische reinigingen nodig was.
 
In dit heiligdom stond ook de boom, die daar niet alleen door de inwoners van Sichem, maar ook ver daarbuiten vereerd werd als een heilige boom. Uit de ruisende bladeren van de boom meende de toe­komst te kunnen voorspellen, waarom hij dan ook ''Môrè'', „leraar", „waarzegger" (Gen. 12 : 6, Deut. 11 :30) of ''Meonenim'' „wichelaars" (terebint) heet (Richt. 9:37). Wie beheerser is van Sichem, is tegelijk in de ogen van de bewoners van Kanaän om­straald door de luister van Sichems heiligdom, dat hij nu in dienst kan stellen van zijn eigen god.<ref>A. Noordtzij, Joh. de Groot, ''Des Heeren heirscharen.'' Premieboek bij de N.C.R.V.-kalender 1938. Enige tekst van blz. 18 is onder wijziging verwerkt op 2 dec. 2020. </ref>
 
Deze plaats werd onder Jozua in de dienst gesteld van Israëls God.<blockquote>''Joz 24:25  Alzo maakte Jozua op dienzelven dag een verbond met het volk; en hij stelde het hun tot een inzetting en recht te Sichem.  Joz 24:26  En Jozua schreef deze woorden in het wetboek Gods; en hij nam een groten steen, en hij richtte dien daar op onder den eik, die bij het heiligdom des HEEREN was.'' (SV)</blockquote>'''Abram.''' Daar is dus Abram geweest, maar hij heeft de stad niet verlaten dan nadat hij op grond van de hem daar geworden belofte: „Aan uw zaad geef Ik dit land", door het bouwen van een altaar<ref>A. Noordtzij, Joh. de Groot, ''Des Heeren heirscharen'' (Premieboek bij de N.C.R.V.-kalender 1938), blz. 24, meent dat Abram het altaar bouwde op het terrein van het overoude heidense heiligdom. </ref> getuigd had van zijn rotsvast geloof in de realisering daarvan (Gen. 12 : 6).<blockquote>''Ge 12:6  En Abram trok door dat land heen tot aan de [heilige] plaats [bij] Sichem, tot de eik van More. De Kanaänieten woonden toen in dat land.  Ge 12:7  Toen verscheen de HEERE aan Abram en zei: Aan uw nageslacht zal Ik dit land geven. Toen bouwde hij daar een altaar voor de HEERE, Die hem verschenen was. Ge 12:8  Vandaar brak hij op naar het bergland ten oosten van Bethel en zette zijn tent op tussen Bethel in het westen en Ai in het oosten. Daar bouwde hij voor de HEERE een altaar en riep de Naam van de HEERE aan.'' (HSV)</blockquote>'''Jakob.''' In deze streken vestigde zich reeds vroeg de aartsvader Jakob, en onder de grote terebint bij Sichem heeft Jakob de vreemde goden van zijn huisgezin begraven, Gen. 33: 18-20; 35: 4. Zo deed hij voorgoed afstand van alles wat aan het heidendom herinnert: zowel de afgodsbeel­den als oorringen en amuletten (vgl. Richt. 8 : 24 vv.), worden onder die boom begraven.
 
'''Jozef.''' Te Sichem weidden de broers van Jozef hun kudden. Toen Jozef daar aankwam, waren zij inmiddels naar [[Dothan]] getrokken (Gen. 37:17).
 
'''Jozua.''' In Jozua's dagen is Sichem de koningin van het West-Jordaanland. Het Sichem van Jozua's dagen heeft (althans voor­zover de opgravingen in dezen een conclusie wet­tigen) een ovale vorm en beslaat ongeveer 19 hectare. De bovenstad is omgeven door een geweldige muur van natuursteen, terwijl de zich daarbij aansluitende benedenstad omgeven is door een muur, waarvan het bovenste gedeelte uit leemtegels bestaat. De noorde­lijke poort van de bovenstad — de enige, die ze rijk is — bestaat naar Hetitische bouwwijze uit twee in het verlengde van elkaar liggende gedeelten, die elk voor zich kunnen worden afgesloten en verdedigd. Het geheel wordt geflankeerd door twee vooruit­ springende torens, die slechts van binnen uit kunnen worden beklommen. De stad was sinds eeuwen reeds in de macht van de Hevieten (Gen. 34 : 2), die bovendien Gibeon bezet heb­ben en daarmee een belangrijk gedeelte van Midden-Kanaän beheersten. Haar vele inwoners — blijkens de grootte der stad achtmaal meer dan die van Jericho — maken Sichems koning tot een van Kanaäns voor­naamste beheersers, terwijl haar ligging aan een knooppunt van wegen haar een economische betekenis geeft, die het aantal van haar inwoners verre overtreft.
 
De plaats van waar de grote terebint was, werd onder Jozua - blijkens Joz. 24:25-26 - in de dienst gesteld van Jahweh.
 
'''Vrijstad.''' Na de verovering van Kanaän werd Sichem een priesterlijke [[vrijstad]], Joz. 20:7; 21:20-21.
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.