Naar inhoud springen

Cel: verschil tussen versies

1.233 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 6:
[[Bestand:Animal Cell.svg|miniatuur|856x856px|Delen van een menselijke of dierlijke cel: 1. Nucleolus; 2. Celkern; 3. Ribosoom (blauwe puntjes); 4. Vesikel; 5 Ruw endoplasmatisch reticulum; 6. Golgicomplex; 7. Cytoskelet; 8. Glad endoplasmatisch reticulum; 9. Mitochondrion; 10. Vacuole; 11. Cytosol; 12. Lysosoom; 13. Centrosoo; 14. Celmembraan
]]
Behalve de rode bloedcellen en de geslachtscellen (zaadcellen, eicellen) bevatten alle cellen in hun kern: [[DNA (Desoxyribonucleïnezuur)|DNA]].
De celkern bevat het DNA. Het DNA kun je beeldsprakig noemen 'het kookboek voor de vorming van een mens'. Het 'kookboek' bevat de recepten voor eiwitten. Een enkel 'recept' heet een 'gen'. Een gen 'codeert' voor een of meer eiwitten. Alle genen van iemand samen heten zijn of haar 'genoom'.
 
Een celkern bevat zo'n 2 meter DNA-streng. De streng bestaat eigenlijk uit twee strengen die om elkaar gedraaid zijn, met verbindingsstukjes, gelijk een wenteltrap. Deze structuur wordt 'helix' genoemd.
 
De streng is opgerold en bij de deling van een cel nog meer opgerold. Het opgerold-zijn is mogelijk dankzij verpakkingseiwitten, de ''histonen''. De DNA-streng zit hierom heen gedraaid. Wanneer de cel niet in deling is, noemen we het DNA samen met de histonen: ''chromatine''.
 
De celkern bevat het DNA. Het DNA kun je beeldsprakig noemen 'het kookboek voor de vorming van een mens'. HetIn het 'kookboek' bevatstaan de recepten voor eiwitten. EenDeze recepten worden 'genen' genoemd; een enkel 'recept' heet een 'gen'. EenElk gen 'codeert' voor een of meer eiwitten. AlleAl de genen van iemand samen heten zijn of haar 'genoom'.
 
De genen die een cel niet nodig heeft, blijven uitgeschakeld. Een spiercel bijvoorbeeld hoeft geen gal aan te maken. De genen voor de aanmaak van gal blijven uitgeschakeld. Een spiercel moet samentrekken, een hersencel niet. De genen voor samentrekking in een hersencel blijven uitgeschakeld.
 
DNA is samengesteld uit nucleotiden. Een nucleotide is de bouwsteen van DNA. Een nucleotide bestaat uit een fosfaatgroep, een suiker en een base. De nucleotiden zijn verbonden tot een lange ketting. De ketting bestaat uit twee gedraaide strengen. De basen van de nucleotiden van de ene streng zijn verbonden met de basen van nucleotiden van de andere streng. Elke verbinding tussen de basen is een 'waterstofbrug'. Er zijn vier basen:
Regel 21 ⟶ 29:
De basen vormen de 'letters' van de 'recepten' voor eiwitten. De opeenvolgende letters vormen de woorden van een bepaald recept. Het lezen van een recept (gen) heet 'transcriptie'. Het maken van het eiwit heet 'translatie'.
 
Het DNA van een mens vertoont zich als 23 paar chromosomen, totaal 2 x 23 = 46 chromosomen. Een chromosoom bestaat uit een reeks genen. Van elk paar chromosomen is één afkomstig van de vader en één van de moeder. De chromosomen 1 t/m 22 heten autosomen. De chromosomen van het 23e paar zijn de geslachtschromosomen. De geslachtschromosomen van iemand bepalen iemandszijn of haar geslacht (man of vrouw). De geslachtschromosomen van een man worden aangeduid door de letters XY, die van een vrouw door XX.
 
Chromosomen zijn alleen goed te zien als de cel gaat delen. Daarvóór zijn de chromosomen veel losser, zodat de eiwitrecepten makkelijker te lezen zijn. Wanneer een cel gaat delen, gaan de chromosomen verder oprollen.
 
== Cytoplasma ==
Het cytoplasme bevat tal van eiwitfabriekjes, die ''ribosomen'' worden genoemd.
 
== Lezen en overbrengenProductie van een eiwitrecepteiwit in een (transcriptie)cel ==
 
=== Lezen en overbrengen van een eiwitrecept (transcriptie) ===
Hoe weet een eiwitfabriek (ribosoom) welk eiwit gemaakt moet worden? Het DNA komt niet uit de celkern. Wie of wat brengt het eiwitrecept over? Dat doet de boodschapper genaamd 'messenger RNA' (mRNA). Er wordt een kopietje gemaakt van de enkele streng van het DNA. Hiervoor splijt het DNA een stukje open: de strengen gaan op een zeker stuk uit elkaar, waarna het mRNA een kopietje maakt. Dit gebeuren heet ''transcriptie''. Bijvoorbeeld het stukje ACATCAGC wordt gekopieerd naar UGUAGUCG; dus niet naar TGTAGTCG, want U vervangt T. Het mRNA verlaat de celkern en gaat naar een eiwitfabriek.
 
=== Lezen van een recept en produceren van het eiwit (translatie) ===
Van het RNA worden codes voor aminozuren afgelezen. Er zijn twintig soorten aminozuren, doch slechts 4 basen. Een enkele base kan geen aminozuur aanduiden. Drie basen samen kunnen dat wel. Drie basen die samen een aminozuur aanduiden heten een ''codon''. Bijvoorbeeld, UGU codeert voor Cysteïne; AGU voor Serine. De aminozuren worden als kralen in een ketting geregen tot een eiwit. Dit gebeuren heeft ''translatie''.
 
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.