Kamos: verschil tussen versies
geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1:
'''Kamos''' of ''Kemos'' was de mannelijke oppergod van de Moabieten. Zij meenden dat hij hen beschermde en hielp in de strijd. De afgod had ook priesters die hem dienden (Jer. 48:7).
Andere schrijfwijzen zijn: Kamoz, Chamos, Kemos, Kemosch. Engels (King James vertaling): chemosh. De naam komt 8x voor in de Bijbel (Oude Testament). Zijn naam betekent 'onderwerper'<ref>''Hebreeuws-Nederlands Lexicon'', onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.</ref> of 'de toegeruste'<ref name=":0">H. Zeller, ''Bijbelsch Woordenboek voor het Christelijke volk.'' Tweede deel K - Z. ('s Gravenhage: M.J. Visser, 1872) s.v. Kamos. </ref>, de krijgsgod aanduidend. Het Strongnummer is 03645.
'''Moabieten.''' Kamos was voornaamste god van de Moabieten, Num. 21 : 29; 2 Kon. 3: 27; 23 : 13; Jer. 48: 7 , 13 , 46. Moab wordt dan ook het 'het volk van Kamos' genoemd.<blockquote>''Jer 48:46 Wee u, Moab, het volk van <u>Kamos</u> is ten onder gegaan, want uw zonen zijn meegenomen in gevangenschap, evenals uw dochters in gevangenschap. (HSV)''</blockquote>Deze nationale godheid van
Munten van Ar-moab tonen zijn beeld staande op een vuurzuil met vuurfakkels aan de zijde<ref name=":0" />. Dan zou hij overeenkomen met de Fenicische Baäl als zonne- en vuurgod. Als aan deze Baäl (Jer. 19 : 5) en aan Moloch (Lev. 18 , 21) werden ook aan Kamos kinderen in het vuur geofferd, gelijk bijvoorbeeld de Koning van de Moabieten zijn oudste zoon aan die god ten brandoffer overgaf in de nood van de belegering, 2 Kon. 3: 27.
Kamos is vereenzelvigd met ‘Baäl-peor’, ‘Baäl-zebub’, 'Moloch', ‘Mars’ en ‘Saturnus’. Velen houden<ref>Aldus H. Zeller, ''Bijbelsch Woordenboek voor het Christelijke volk.'' Tweede deel K - Z. ('s Gravenhage: M.J. Visser, 1872) s.v. Kamos.</ref> Kamos voor dezelfde als Baäl-Peor van de Moabieten en de Ammonitische Malchom of Moloch (Jer. 49 : 1 , 3). Baäl (= heer) en Moloch (= koning) was in het algemeen een aanduiding voor verschillende sterrengoden van het heidendom in Voor-Azië en vandaar de onzekerheid en de verwisselingen reeds bij de oude schrijvers. Zo wordt van Kamos gezegd, dat hij het ongeluksgesternte Saturnus zou geweest zijn; of, dat bij in Arabië onder de gedaante van een zwarte steen door priesters met ontbloot hoofd en in kleren zonder naad vereerd is geworden.
|