Naar inhoud springen

Donatisme: verschil tussen versies

389 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'Het '''Donatisme''' was een beweging die in de Noord-Afrikaanse kerk ontstond, om de kerkelijke tucht strenger te handhaven en aldus de kerk te beveiligen tegen de...')
 
kGeen bewerkingssamenvatting
 
Regel 1:
Het '''Donatisme''' was een beweging die in de Noord-Afrikaanse kerk ontstond, om de kerkelijke tucht strenger te handhaven en aldus de kerk te beveiligen tegen de invloeden van de wereld. Deze beweging werd op touw gezet door ''Donatus''. Zijn volgelingen heetten ''Donatisten''. Ze legden de nadruk op persoonlijke heiligheid en doopten mensen opnieuw. Ongetwijfeld was in deze be­weging iets goeds. De Donatisten wilden waken voor de „heiligheid" van de kerk, maar nu vervielen zij in een ander uiterste en eisten, dat de kerk uit „louter heiligen" zou bestaan.
 
De oorsprong van het Donatisme hangt samen met de houding, die de kerk aannam tegenover de gevallenen tijdens de vervolging in Noord-Afrika in de jaren 303—305. De officiële kerk onder leiding van bisschop Mensurius van Carthago deed al het mogelijke om de gemeenten voor een vervolging te vrijwaren, en trachtte daartoe een schikking te treffen met de vervolgers. Doch de partij der ijveraars zocht gelegenheid om zich openlijk als christenen te verklaren, weigerden de Heilige Schriften over te geven en waren daardoor martelaars geworden. Tegenover Mensurius, die poogde alles te verhinderen wat de overheid aanleiding kon geven tot de vervolging over te gaan, trad de partij der ijveraars op met de beschuldiging, dat de bisschop de verzorging van de gevangen confessoren (belijders) verhinderde en dat hij het keizerlijke bevel gehoorzaamde.
Regel 25:
Toen dan ook alle pogingen op de synoden van Carthago van 401 tot 403, om de Donatisten te winnen voor de kerk, niet baatten, besloot men de hulp van de overheid in te roepen. Strenge strafwetten werden tegen de Donatisten uitgevaardigd, waarbij de leden met confiscatie der goederen, de ambtsdragers met ballingschap bedreigd werden en zelfs hun kerken hun werden ontroofd. Vele Donatistische gemeenten keerden met hun bisschoppen in de schoot der Kerk terug. Onder de indruk van deze dwang werd het Augustinus al duidelijker hoe gezegend het woord van Jezus was: „Dwingt ze om in te gaan" (Luc. 14 : 23). Om politieke redenen werd in 409 het tolerantie-edict uitgevaardigd, hetgeen ten gevolge had dat vele bisschoppen weerkeerden tot het Donatisme. Onder die indruk werd te Carthago, onder leiding van de keizerlijke commissaris, een godsdienstgesprek gehouden, waaraan 286 katholieke en 279 Donatistische bisschoppen deelnamen (mei 411), waar ten nadele van de Donatisten werd beslist. Sedertdien werden de Donatisten alle burgerlijke rechten ontnomen, hun vergaderingen op straffe des doods verboden. Zo werd het Donatisme onderdrukt. De invallen van de Vandalen in Noord-Afrika brachten katholieken en Donatisten nader tot elkaar. Slechts enkele resten van Donatisme handhaafden zich tot de zevende eeuw.
 
== BronBronnen ==
F. W. Grosheide, J.H. Landwehr, C. Lindeboom, J.C. Rullmann, ''Christelijke Encyclopaedie voor het Nederlandsche volk''. Kampen: J.H. Kok, 1925-1931. Zes delen. Tekst van het lemma 'Donatus en het Donatisme' is onder wijziging verwerkt op 24 jan. 2021.
 
J. H. Landwehr, ''Kort overzicht van de kerkgeschiedenis''. Kampen: J.H. Kok, 3e herz. druk 1922. Enige tekst van blz. 26-27 is onder wijziging verwerkt op 24 jan. 2021.
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.