Naar inhoud springen

Afweer: verschil tussen versies

359 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
Regel 1:
'''Afweer''' is een woord met twee betekenissen<ref>VanDale.nl, s.v. [https://www.vandale.nl/gratis-woordenboek/nederlands/betekenis/Afweer Afweer], geraadpleegd 23 jan. 2021.</ref>: 1. de daad van afweren, 2. natuurlijke bescherming tegen infecties.
 
'''Woorden.''' ''Synoniem:'' immuniteit. Omdat de afweer door het menselijke lichaam een ingewikkeld proces met allerlei spelers is, spreekt men van ''afweersysteem'' of ''immuunsysteem.''
 
'''Tegen het lichaamsvreemde.''' Het lichaam van de mens verweert zich tegenover dingen die ''vreemd zijn aan het lichaam'', zoals ziekteverwekkers (pathogenen). Cellen hebben aan de buitenkant eiwitten zitten. Deze eiwitten worden antigenen genoemd. Deze eiwitten en de cellen van het eigen lichaam zijn lichaamseigen antigenen. Het afweersysteem moet optreden tegen lichaamsvreemde antigenen.
Regel 41:
'''Stoffen.''' Ontstekingsstoffen (''cytokinen''), waaronder interleukinen en interferonen. Interferonen (IFN) zijn natuurlijke eiwitten (glycoproteïnen) die worden afgescheiden door geïnfecteerde cellen van de mens en van de meeste gewervelde dieren. Ze spelen een belangrijke rol bij de werking van het immuunsysteem. Ze worden interferonen genoemd omdat ze 'interfereren' met de vermenigvuldiging van het virus (met de 'virale replicatie'). In het menselijk lichaam komen ongeveer 20 verschillende soorten interferonen voor.<ref>[https://nl.wikipedia.org/wiki/Interferon Interferon], nl.wikipedia.org. Enige tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 7 fen 2021.</ref>
 
'''Complementsysteem.''' Tot de aspecifieke afweer behoort ook het complementsysteem. Dit bestaat uit eiwitten die afweercellen activeren zodra er een ziekteverwekker binnendringt, onder meer vreetcellen (''fagocyten''), die ziektekiemen en dode of stervende cellen opslokken en verteren.<ref>Wim de Jongste, Peter Borger, 'Hoe werkt een vaccin? Een beschrijving van 7 verschillende soorten', in: ''Weet Magazin'', feb. 2021.</ref>
'''Complementsysteem.''' Tot de aspecifieke afweer behoort ook het complementsysteem.
 
Als indringers erin slagen de eerste barrière te passeren (bijvoorbeeld via ingenomen voedsel, ingeademde vergiftigde lucht of via een sneetje in de huid) stuiten ze op de tweede barrière. De doorbloeding neemt toe (''vasodillatatie''), door de stofjes histamine en bradykinine. Ook de doorlaatbaarheid (''permeabiliteit'') van de bloedvaten neemt toe. Daardoor kunnen meer zuurstof en voedingsstoffen bij het ontstoken gebied komen. Het complementsysteem wordt geactiveerd. Dit bestaat uit eiwitten die de witte bloedcellen aantrekken tot het ontstekingsgebied. Ook vergemakkelijkt dit systeem het verteren door de witte bloedcellen der macrofagen. In het ontstekingsgebied ontstaat roodheid (''rubor''), warmte (''calor''), pijn (''dolor'') en/of zwelling (''tumor''). De ontstekingsreactie is een poging van het lichaam om de lichaamsvreemde indringer te bestrijden. Het gebied waar de ontsteking zit zal echter niet meer goed kunnen functioneren.
Regel 49:
Na de neutrofielen komen de macrofagen, een ander soort verterende witte bloedcellen. Deze helpen de neutrofielen. Een macrofaag leeft langer en dus langer een indringer tegenhouden en ook nog de puinhoop opruimen. Een macrofaag keert met een stukje van de verslagen indringer terug naar de bloedbaan, op zoek naar de juiste T-cel die gericht is tegen de specifieke indringer. De macrofaag is een antigeen presenterende cel geworden (''APC''), hij presenteert zijn opgegeten stukje van de indringer op zijn celmembraan. Is de goede T-cel gevonden, dan wordt deze geactiveerd.
 
Doordat de macrofaag een bacterie opslokt, maakt hij ontstekkingsstoffenontstekingsstoffen (cytokinen). Deze binden aan receptoren op cellen, als een sleutel in een slot. Zo kan een cytokine een andere macrofaag waarschuwen dat er indringers in de buurt zijn die moeten worden vernietigd. Zo worden macrofagen gemobiliseerd. Op de plek van de ontsteking neemt de hoeveelheid macrofagen toe.
 
De macrofagen, die stukjes van de opgeslokte indringer meevoeren, reizen ook de naar lymfeknopen in ons lichaam om ook andere afweercellen te waarschuwen. Daar komen ze in contact met T-cellen, die tot het bijzondere, aspecieke deel van het afweersysteem behoren.
Regel 62:
T-cellen herkennen de stukjes bacterie op de buitenkant van de macrofaag. Ze binden zich aan die stukjes op de macrofaag en worden actief.
 
De T-helpercellen gaan B-cellen activerenaan het werk zetten, die in de lymfeklieren zitten. De geactiveerde B-cellen gaan zich vermenigvuldigen. Hieruit ontstaan twee soorten B-cellen: 1. geheugencellen en 2. plasmacellen, die de antilichamen gaan maken en uitscheiden. Iedere plasmacel kan antilichamen vormen. Hij is in staat tot een massaproductie van wel 2000 antilichamen per seconde! Er bestaan vijf verschillende soorten antilichamen: IgA, IgD, IgE, IgG en IgM.
 
De T- en B-cellen gaan naar de plek van de ontsteking. De T-cellen gaan na hun vermenigvuldiging cytokinen produceren. Cytokinen zijn erg belangrijk, want zij stimuleren de B-cellen. Daarnaast activeren de cytokinen de fagocyten (de verslindende witte bloedcellen) en een bepaalde groep die ook tot de T-cellen behoort, die de gehele immuunreactie in balans houdt. T-cellen binden zich aan het eiwit van een geïnfecteerde cel door middel van de receptor van de lymfocyt, zodat die geïnfecteerde cel dood gaat.
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.