Naar inhoud springen

Johannes 4: verschil tussen versies

4.348 bytes toegevoegd ,  2 jaar geleden
k
Regel 2:
== Samenvatting ==
 
*In 4het kort: 1-42  gesprek met een Samaritaanse vrouw. De stervende zoon van een hoveling genezen. — Uit Judea komt de Heer Jezus aanbij de bron van JacobJakob, bij de Samaritaanse stad [[Sichar]], in gesprek met een vrouw. Hij wordt door haar en velen daar erkend als de Messias, ja, als "de Heiland dervan de wereld" (1-42). Het tweede wonder in [[Kana]] in [[Galiléa]]: een zoon van een hoveling, die op sterven ligt, wordt gezond (43-54).
Gesprek met een Samaritaanse vrouw. De stervende zoon van een hoveling genezen.
 
* 4: 1-42   Uit Judea komt de Heer Jezus aan de bron van Jacob, bij de Samaritaanse stad [[Sichar]], in gesprek met een vrouw. Hij wordt door haar en velen daar erkend als de Heiland der wereld.
De Heer verlaat Judea en moet op Zijn weg naar Galilea door Samaria. Bij Sichar, aan de bron van JacobJakob, ontmoet Hij een vrouw, die al vijf mannen heeft gehad. De Heer spreekt over God als een gever en zegt dat hij bereid is haar levend water te geven. Wie dat water ontvangt, krijgt in zich een bron die springt tot in het eeuwige leven. Ongetwijfeld doelt de Heer op "de Geest des levens in Christus Jezus" (Rom. 8:2), een bron van blijvend geluk in het binnenste. God de Vader, die geest is, zoekt mensen die Hem aanbidden in geest en waarheid. Door het getuigenis van de vrouw, wier levenslot de Heer blijkt te kennen, en door de woorden van de Heer zelf, komen vele Samaritanen in Sichar tot geloof.
* 4: 43-54 Het tweede wonder in [[Kana]] in [[Galiléa]]: een zoon van een hoveling, die op sterven ligt, wordt gezond.
De Heer verlaat Judea en moet op Zijn weg naar Galilea door Samaria. Bij Sichar, aan de bron van Jacob, ontmoet Hij een vrouw, die al vijf mannen heeft gehad. De Heer spreekt over God als een gever en zegt dat hij bereid is haar levend water te geven. Wie dat water ontvangt, krijgt in zich een bron die springt tot in het eeuwige leven. Ongetwijfeld doelt de Heer op "de Geest des levens in Christus Jezus"(Rom. 8:2), een bron van blijvend geluk in het binnenste. God de Vader, die geest is, zoekt mensen die Hem aanbidden in geest en waarheid. Door het getuigenis van de vrouw, wier levenslot de Heer blijkt te kennen, en door de woorden van de Heer zelf, komen vele Samaritanen in Sichar tot geloof.
 
Na een verblijf van twee dagen in Sichar reist de Heiland door naar [[Galilea]]. Daar geneest hij op afstand de zoon van een hoveling, die op sterven ligt. Sommige Schriftverklaarders<ref name=":0">F.W. Grosheide, G.P. van Itterzon: ''Christelijke Encyclopedie'' (Kampen, J.H. Kok N.V, 1959) s.v. Johannes, evangelie van</ref> zien hierin een zinnebeeld van Jezus' werk in Israël om het kwijnend geloof van het godvrezend overblijfsel levendig te houden.
Regel 23 ⟶ 22:
''Joh 3:22 Daarna kwam Jezus met zijn discipelen in het land van Judea en hield Zich daar met hen op en doopte. (Telos)''
[[Bestand:Jezus reizen van Galilea naar Judea (Access Foundation).jpg|geen|miniatuur|1347x1347px]]
 
== 4 ==
Joh 4:4  En Hij moest door Samaria gaan. (Telos)
Dat Hij door Samaria moest gaan is opmerkelijk, aangezien de verhouding van Joden en [[Samaritanen]] slecht was en Joden gewoonlijk via het Overjordaanse land om Samaria heentrokken. Op de berg Gerizim hadden de Samaritanen vroeger hun eigen tempel gebouwd en er een eredienst als te Jeruzalem ingericht. Deze tempel werd echter door de Joden in 128 vóór Chr. verwoest. De Samaritanen echter hielden de berg Gerizim in ere en gingen er op de grote feesten heen.
 
== 5 ==
Regel 41 ⟶ 44:
 
'''Het was ongeveer het zesde uur.''' Volgens de Joodse wijze van rekenen (1:39), dus ongeveer 12 uur ‘s middags, dus geen tijd waarin men zou hebben kunnen verwachten dat de vrouw tot de fontein zou komen.
 
== 7 ==
Joh 4:7  Er kwam een vrouw uit Samaria water putten. Jezus zei tot haar: Geef Mij te drinken. (Telos)
'''Uit Samaria.''' Uit de stad Sichar (vs. 5). De aandacht wordt echter erop gevestigd, niet op dat zij een ingezetene was van Sichar, maar dat zij een Samaritaanse was (vgl. vs. 9).
 
'''Water putten.''' Zij kwam daar omtrent 12 uur 's middags. Dat is merkwaardig. Vrouwen gaan niet op het heetst van de dag water putten, ze doen dat in de ochtend. Waarschijnlijk kwam de Samaritaanse op dit uur, om stadsgenoten te mijden.
 
'''Geef Mij te drinken.''' De Heer vraagt haar om een gunst, alsof hij haar nodig had om water te bekomen. Uit het vervolg lijkt dat het verzoek van deze vreemde Jood (vgl. vers 9) haar niet afschrikt, maar wel verbaast.
 
== 8 ==
Joh 4:8  (Want zijn discipelen waren weggegaan naar de stad om voedsel te kopen.) (Telos)
'''De stad.''' Sichar (vs. 5)
 
== 9 ==
Joh 4:9  De Samaritaanse vrouw dan zei tot Hem: Hoe vraagt U die een Jood bent, van mij te drinken die een Samaritaanse vrouw ben? Want Joden hebben geen omgang met Samaritanen. (Telos)
De Samaritaanse gaat het gesprek met de Jood aan.
 
== 10 ==
Joh 4:10  Jezus antwoordde en zei tot haar: Als u de gave van God kende en Wie Hij is die tot u zegt: Geef Mij te drinken, dan zou u aan Hem hebben gevraagd en Hij zou u levend water hebben gegeven. (Telos)
'''De gave van God.''' Het water des levens, ja, de Zoon van God zelf, aan de wereld gegeven (Joh. 3:16). Wie de Zoon, door God gegeven, heeft, heeft het leven.
 
== 14 ==
Joh 4:14  maar ieder die drinkt van het water dat Ik hem zal geven, zal in eeuwigheid geen dorst hebben; maar het water dat Ik hem zal geven, zal in hem worden een bron van water dat springt tot in het eeuwige leven. (Telos)
'''Een bron van water.''' Jezus zat bij een fysieke bron, de bron van Jakob.
 
== 16 ==
Joh 4:16  Hij zei tot haar: Ga heen, roep uw man en kom hier. (Telos)
Een gewoon verzoek, een gewone uitnodiging, hoewel Hij alles weet. Hij jaagt haar niet weg, berokkent haar geen innerlijke pijn.
 
== 17 ==
Joh 4:17  De vrouw antwoordde en zei tot Hem: Ik heb geen man. Jezus zei tot haar: U hebt terecht gezegd: Ik heb geen man; (Telos)
'''De vrouw antwoordde en zei tot Hem: Ik heb geen man.''' Haar antwoord is beperkt, ze zegt niet alles.
 
== 18 ==
Joh 4:18  want vijf mannen hebt u gehad, en die u nu hebt is uw man niet; dit heb u naar waarheid gezegd. (Telos)
''Joh 4:39  Velen nu van de Samaritanen uit die stad geloofden in Hem om het woord van de vrouw, die getuigde: Hij heeft mij alles gezegd wat ik heb gedaan.'' (Telos)
 
Blijkbaar weet Jezus meer van haar dan dat zij over haar leven loslaat. De Heer geeft er geen oordeel over, Hij verwijt haar niets. Wel benoemt Hij bepaalde feiten in haar leven.
 
== 19 ==
Joh 4:19  De vrouw zei tot Hem: Heer, ik zie dat U een profeet bent. (Telos)
De vrouw loopt niet van schrik weg. Ook verdedigt zij zichzelf niet; ze voelt zich kennelijk niet aangevallen.
 
'''Heer, ik zie dat U een profeet bent.''' Want U weet dingen, die God u geopenbaard heeft.
 
== 20 ==
Joh 4:20  Onze vaderen hebben op deze berg aangebeden, en u zegt dat in Jeruzalem de plaats is waar men moet aanbidden. (Telos)
De vrouw gaat over op een ander onderwerp; ze haalt het gesprek aangaande zichzelf en Jezus weg en verstopt zich in het collectief, de groep der Samaritanen, en Jezus achter 'ulieden' (meervoud), de Joden. Ze brengt het gesprek op een uiterlijkheid van de godsdienst: de kwestie van de fysieke plaats van aanbidding.
 
'''Deze berg.''' De daar westelijk gelegen Gerizim, de eigenlijke berg van zegen (Deut. 27:12; Joz. 8:33).
 
Regel 74 ⟶ 107:
== 21 ==
Joh 4:21  Jezus zei tot haar: Geloof Mij, vrouw, er komt een uur dat u noch op deze berg, noch in Jeruzalem de Vader zult aanbidden. (Telos)
'''Geloof Mij, vrouw.''' Jezus blijft haar persoonlijk aanspreken, maar neemt de meervoudsvorm van 'u' over en spreekt over de oplossing van de kwestie tussen de beide groepen aanbidders van God.
Jezus staat boven de tegenwoordige tijd en haar kwesties, en ziet de toekomst.
 
Jezus'''Er komt een uur enz.''' Hij staat boven de tegenwoordige tijd en haar kwesties, en ziet de toekomst.
 
'''U.''' Ulieden, jullie; meervoud.
Regel 81 ⟶ 116:
Joh 4:22  U aanbidt wat u niet weet; wij aanbidden wat wij weten, want de behoudenis is uit de Joden. (Telos)
'''U ... u.''' Meervoud: jullie, ulieden.
 
'''De behoudenis is uit de Joden.''' Het verlossingswerk is door een Jood volbracht, bij de Joden, en uit de Joden zal de boodschap van het evangelie komen.
 
== 23 ==
Joh 4:23  Maar er komt een uur, en het is er, dat de ware aanbidders de Vader zullen aanbidden in geest en waarheid; immers, de Vader zoekt zulke personen die Hem aanbidden. (Telos)
'''In geest.''' Dat is de plaats van aanbidding. De aanbidding zal niet langer gebonden zijn aan een bepaalde plaats. De inwendige godsdienst is belangrijker dan de uitwendige.
 
== 24 ==
Regel 88 ⟶ 129:
== 25 ==
Joh 4:25  De vrouw zei tot Hem: Ik weet dat de Messias komt, die Christus wordt genoemd; wanneer Die is gekomen, zal Hij ons alles verkondigen. (Telos)
De Samaritanen, die alleen de boeken van Mozes als Gods Woord erkennen, keken uit naar de komst van een profeet als Mozes, door Mozes voorzegd, en hoopten dat de Messias hun tempel zou herstellenherbouwen en hun godsdienst zou bevestigen.
 
''De 18:15  Een Profeet uit uw midden, uit uw broeders, zoals ik, zal de HEERE, uw God, voor u doen opstaan; naar Hem moet u luisteren,'' (HSV)
 
== 28 ==
Joh 4:28  De vrouw verliet dan haar watervat en ging weg naar de stad en zei tot de mensen: (Telos)
'''En zei tot de mensen.''' Ze is zo onder de indruk, dat haar neiging om contacten te mijden worden overtroffen door haar neiging om het nieuws van de mogelijke Christus aan haar stadgenoten bekend te maken.
 
== 30 ==
'''De stad.''' Sichar (vs. 5).
 
== 32 ==
Regel 102 ⟶ 152:
== 39 ==
Joh 4:39  Velen nu van de Samaritanen uit die stad geloofden in Hem om het woord van de vrouw, die getuigde: Hij heeft mij alles gezegd wat ik heb gedaan. (Telos)
'''Uit die stad.''' [[Sichar]] (vs. 5)
 
'''Velen nu van de Samaritanen uit die stad geloofden in Hem.''' Let wel: in een Jood! (vs. 9 "U die een Jood bent")
 
Regel 126 ⟶ 178:
== Bron ==
Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Joh. 4:6. Enige tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 22 mei 2021.
 
Arie-Jan Mulder, ''Joh. 4:1-42. Gesprek met de Samaritaanse vrouw''. Zelhem, 25 okt. 2016. Voordracht.
 
== Voetnoten ==
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.