Naar inhoud springen

Exodus 23: verschil tussen versies

4.378 bytes toegevoegd ,  2 jaar geleden
k
(Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Exodus commentaar}} == 1 == Ex 23:1  U zult geen vals gerucht opnemen; en stelt uw hand niet bij de goddeloze, om een getuige tot geweld te zijn. (CP<ref name=...')
 
Regel 46:
 
Ex 23:8  Ook zult gij geen geschenk nemen; want het geschenk verblindt de zienden, en het verkeert de zaak der rechtvaardigen.
 
== 16 ==
Ex 23:16  En het Feest van de oogst, van de eerste vruchten van uw arbeid, die u op het veld gezaaid zult hebben. En het Feest der inzameling, op de uitgang van het jaar, wanneer u uw arbeid uit het veld zult ingezameld hebben. (CP<ref name=":0" />)
'''Het Feest van de oogst, van de eerste vruchten van uw arbeid'''. Ook genoemd het [[Wekenfeest]]. Het tweede feest waarvoor de mannelijke Israëlieten in Jeruzalem moesten verschijnen.
 
'''Het Feest der inzameling.''' Ook genoemd het [[Loofhuttenfeest]]. Het derde en laatste feest waarvoor de mannen in Jeruzalem moesten verschijnen.
 
'''Op de uitgang van het jaar.''' Herziene Statenvertaling: "aan het einde van het jaar". De uitgang is tegelijk de overgang naar een nieuw burgerlijk jaar. Het Feest van de oogst vindt plaats in de maand [[Tisjrie]], de eerste maand van een nieuw burgerlijk jaar.
 
== 18 ==
Ex 23:18  Gij zult het bloed Mijns offers met geen gedesemde [broden] offeren; ook zal het vette Mijns feestes tot op den morgen niet vernachten. (SV)
Het bloed, dat spreekt van Christus' kostbaar bloed, mocht niet geofferd worden met iets dat [[zuurdesem]] bevat. Zuurdesem spreekt van zonde.
 
== 19 ==
Ex 23:19  De eerstelingen der eerste vruchten van uw land zult gij in het huis des HEEREN uws Gods brengen. U zult het bokje niet koken in de melk van zijn moeder. (CP<ref name=":0" />)
'''U mag een bokje niet koken in de melk van zijn moeder.''' De laatste woorden van dit vers worden ook in hoofdstuk 34:26 en in Deut.14:21 gevonden. Ze hebben de uitleggers veel moeite veroorzaakt, zodat Augustinus (''Quaest.'' in Exod.34:26) aan de mogelijkheid van een bevredigende verklaring twijfelde. De volgende zijn de drie voornaamste proeven van verklaring:
 
1. Volgens de Lutherse vertaling zal de betekenis zijn: "U zult het bokje niet koken terwijl het aan de melk van zijn moeder is," en zou het aldus verboden zijn een bokje dat nog geen zeven dagen is, te slachten, om te koken of te braden (Ex. 22:30; Lev. 22:27). Men moet dus, wanneer men deze vertaling volgt, het verbod tot deze tijd beperken, want melklammeren te offeren en te genieten was geenszins verboden (1 Sam.7:9); volgens de samenhang heeft dan het verbod niet op het derde, maar op het eerste feest betrekking, zodat voor paaslammeren bokjes van minstens acht dagen moesten genomen worden.
 
2. Een tweede mening behoudt de Statenvertaling, en laat het verbod doelen op een bij de heidenen meermalen voorkomend bijgelovig gebruik, om na het einde van de oogst een geitenbokje in de melk van zijn moeder te koken, en met deze melk bomen, wijnstokken, velden enz. te besprengen, waaraan men dan een magische (toverachtige) invloed tot groter vruchtbaarheid van de daarmee besprengde bomen enz. toeschreef. Reeds [[Maimonides]] (12e-13e eeuw), een zeer beroemd Joods theoloog en wetverklaarder) en na hem Abarbanel (gest. 1508) hebben op deze uitleg gewezen; dientengevolge werd aan Israël verboden, hun feest van de inzameling door heidens bijgeloof te ontwijden en door dergelijke gebruiken te bezoedelen, maar het op de door God bevolen wijze te houden, dan zou de zegen van Jahweh niet ontbreken.
 
3. Anderen, die onze Statenvertaling overnemen, geloven, dat bij het verbod niet meer van de feestviering gesproken wordt, maar van de toebereiding van de vleesspijzen in het gewone, dagelijkse leven. Geitenbokjes toch waren een bijzonder geliefde spijs (Gen.27: 9, 14; Richt. 6:19; 13:15; 1 Sam. 16:20), men zocht deze nog smakelijker te maken door ze te koken in melk, voornamelijk in zure melk. Dit werd nu de Israëliet wel niet verboden, maar wel het koken van een bokje in de melk van zijn moeder, omdat dit een omkering van de goddelijke orde was, ten opzichte van de betrekking tussen ouden en jongen; het verbod zou dan op één lijn staan met voorschriften als Lev. 22:28 en Deut.22:6 vv., welke evenzeer verschoning van de natuur van de dierenwereld bedoelen.
 
== Bron ==
Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Ex. 23:19. Tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 21 okt. 2021.
 
== Voetnoten ==
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.