Ark van Noach: verschil tussen versies
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 22:
Zeven dagen voordat de zware regen komen, kreeg Noach de opdracht om met zijn gezin in de ark te gaan, Gen. 7:1.<blockquote>''Ge 7:1 Daarna zei de HEERE tegen Noach: Ga in de ark, u en heel uw gezin, want Ik heb gezien dat u te midden van uw tijdgenoten voor Mijn aangezicht rechtvaardig bent. (HSV)''</blockquote>
Van al het reine vee en van de vogels moest Noach zeven paartjes nemen, van de niet-reine '''dieren''' één paar.<blockquote>G''e 7:2 U moet voor uzelf van alle reine dieren zeven paar nemen, een mannetje en zijn vrouwtje; maar van de dieren die niet rein zijn, [één] paar, een mannetje en zijn vrouwtje; Ge 7:3 ook van de vogels in de lucht zeven paar, mannelijk en vrouwelijk, om de soort op heel de aarde in leven te houden.'' (HSV)</blockquote>[[Bestand:The Bible in Pictures (1921) - 2.jpg|miniatuur|750x750px|Terwijl mensen toekijken komen dieren naar de ark, terwijl mensen toekijken. Fragment uit de oude Amerikaanse film ''The Bible in Pictures''|geen]]Waarschijnlijk gingen dieren die in het water kunnen overleven niet mee. Volgens één berekening en schatting gingen er zo'n 7000 diersoorten mee: "Men berekent, dat, wanneer men 9/10 van de ruimte voor het voeder aftrekt, en voor ieder paar dieren in doorsnede 54 kubieke voet rekent, er voor 7000 diersoortenplaats was. Daar wormen, insekten, vissen, amfibieën niet opgenomen waren, en daar alleen maar de geslachten behouden werden, uit welke naar de toen nog sterkere voorttelingskracht der natuur, de soorten zich ontwikkelen konden, was de ark groot genoeg."<ref>H. Zeller, ''Bijbelsch Woordenboek voor het Christelijke volk''. Eerste deel A - J. ('s Gravenhage: M.J. Visser, 1867) s.v. Ark. </ref>▼
▲Van al het reine vee en van de vogels moest Noach zeven paartjes nemen, van de niet-reine '''dieren''' één paar.<blockquote>G''e 7:2 U moet voor uzelf van alle reine dieren zeven paar nemen, een mannetje en zijn vrouwtje; maar van de dieren die niet rein zijn, [één] paar, een mannetje en zijn vrouwtje; Ge 7:3 ook van de vogels in de lucht zeven paar, mannelijk en vrouwelijk, om de soort op heel de aarde in leven te houden.'' (HSV)</blockquote>Waarschijnlijk gingen dieren die in het water kunnen overleven niet mee. Volgens één berekening en schatting gingen er zo'n 7000 diersoorten mee: "Men berekent, dat, wanneer men 9/10 van de ruimte voor het voeder aftrekt, en voor ieder paar dieren in doorsnede 54 kubieke voet rekent, er voor 7000 diersoortenplaats was. Daar wormen, insekten, vissen, amfibieën niet opgenomen waren, en daar alleen maar de geslachten behouden werden, uit welke naar de toen nog sterkere voorttelingskracht der natuur, de soorten zich ontwikkelen konden, was de ark groot genoeg."<ref>H. Zeller, ''Bijbelsch Woordenboek voor het Christelijke volk''. Eerste deel A - J. ('s Gravenhage: M.J. Visser, 1867) s.v. Ark. </ref>
Veertig dagen lang kletterde de regen op de ark en rezen de wateren van de vloed, waarop de ark dreef, Gen. 7:5v.<blockquote>''Ge 7:17 En de vloed was veertig dagen op de aarde, en het water nam toe en hief de ark omhoog, zodat hij van de aarde oprees. Ge 7:18 En het water steeg en nam sterk toe op de aarde; en de ark dreef op het water.'' (HSV)</blockquote>Na precies 150 dagen (5 maanden van 30 dagen) namen de wateren af, Gen. 8:3, en kwam de ark te rusten op de bergen van Ararat, Gen. 8:4. Veertig dagen nadat de toppen van de berg gezien werden, deed Noach het dakvenster open, Gen. 8:5-6. Hij liet een raaf en later een duif uit. Iets meer dan een jaar na het begin van de vloed mocht Noach met de zijnen en de dieren de ark verlaten, Gen. 8:14v.
| |||