Naar inhoud springen

Daniël 9: verschil tussen versies

65 bytes verwijderd ,  2 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 4:
In het kort: de zeventig jaarweken. - Daniël verhaalt, hoe hij eens nadacht over de zeventig jaren gedurende welke volgens Jeremia Jeruzalem woest zou liggen, in rouw en gebed zich wendde tot God en voor zich en zijn volk een schuldbekentenis uitsprak (1-19). Terwijl hij nog bad, was [[Gabriël]] tot hem gekomen en had hem inzicht in het raadsel beloofd (20-23). Die zeventig jaren waren zeventig jaarweken, die de tot verzoening van Israëls schuld bepaalde tijd uitmaakten en in enige tijdperken ingedeeld waren, waaromtrent Daniël nadere inlichting ontvangen had (24-27).
 
== Dan. 9:24 ==
Da 9:24  Zeventig weken zijn bestemd over uw volk, en over uw heilige stad, om de overtreding te sluiten, en om de zonden te verzegelen, en om de ongerechtigheid te verzoenen, en om een eeuwige gerechtigheid aan te brengen, en om het gezicht, en den profeet te verzegelen, en om de heiligheid der heiligheden te zalven. (SV)
'''Zeventig weken.''' Dat zijn jaarweken, 70 x 7 jaren = 490 jaren. Deze zeventig weken worden hierna verdeeld in drie tijdvakken: 7 weken + 62 weken + 1 week.
 
== 25 ==
== Dan. 9:25 Zeven en tweeënzestig weken ==
Da 9:25  Weet dan, en versta: van de uitgang van het woord, om te doen wederkeren, en om Jeruzalem te bouwen, tot op Messias, den Vorst, zijn zeven weken, en twee en zestig weken; de straten, en de grachten zullen wederom gebouwd worden, doch in benauwdheid der tijden. (SV)
'''Van de uitgang van het woord.''' Dat gebeurde, volgens één opvatting in 445 v.C.<ref name=":0">[https://www.youtube.com/watch?v=QS7yzuwHOQo&t=41m50s Steve Cioccolanti: The Divine Code of the Bible]. Youtube.com: Prophecy Watchers, 24 sept. 2018. Duur: 51 min. 12 sec. Vanaf 41 min 50 sec. </ref>, met het decreet van [[Artaxerxes|Arthahsasta]]. 483 jaren van 360 dagen (= 69 jaarweken) later is het jaar 32 n.C.<ref name=":0" />.
Regel 14:
'''Messias, de Vorst.''' Dat is onze Heer Jezus Christus, de verlosser en de zoon van David.
 
== Dan. 9:26 ==
Da 9:26  En na die twee en zestig weken zal de Messias afgesneden, terwijl er niets tegen hem is; en een volk van de vorst, die komen zal, zal de stad en het heiligdom verderven, en zijn einde zal zijn met een overstromende vloed, en tot het einde toe zal er oorlog zijn, [en] vastelijk besloten verwoestingen. (CP<ref>Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling. </ref>)
'''Een volk van de vorst, die komen zal, zal de stad en het heiligdom verderven.''' Het volk is dat van de Romeinen, die de stad Jeruzalem en de heilige tempel in 70 n.C. hebben verwoest.
 
== Dan. 9:27 Verbond ==
Da 9:27  En hij zal velen het verbond versterken een week; en [in] de helft der week zal hij het slachtoffer en het spijsoffer doen ophouden, en over den gruwelijken vleugel zal een verwoester zijn, ook tot de voleinding toe, die vastelijk besloten zijnde, zal uitgestort worden over den verwoeste. (SV)
'''Hij.''' Deze treedt op in de laatste jaarweek van Daniël. Het is de vorst die uit het volk, genoemd in vers 26, zal voortkomen. Vandaar de mening dat deze vorst zal opstaan uit het herstelde Romeinse rijk, waarvan de EU de voorloper schijnt te wezen. Deze vorst is het [[Beest uit de zee]].
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.