Naar inhoud springen

Jeremia (profeet): verschil tussen versies

2.106 bytes toegevoegd ,  2 jaar geleden
k
Regel 13:
{{Tijdbalk Israël 650-550 v.C.}}
 
Na ca. 605, (de 2e periode), is dan ook het wederkerend geroep van de profeet, dat er van ontkomen aan des Heeren oordeel geen sprake is, al roepen valse profeten ook van vrede, vrede. Hij weet dat men een aanslag tegen hem beraamd, "al hun raad tegen mij ten dode" (Jer. 18:23). <blockquote>''Jer 11:19  Ik was als een argeloos lam [dat] ter slachting wordt geleid, want ik wist niet dat zij tegen mij plannen bedachten, [door te zeggen]:Laten wij de boom met zijn vrucht te gronde richten, laten wij hem uit het land der levenden afhakken, zodat er aan zijn naam niet meer gedacht wordt.'' (HSV) </blockquote><blockquote>''Jer 18:18  Toen zeiden zij: Kom, laten we plannen tegen Jeremia bedenken. Want [het onderwijs in] de wet verdwijnt niet met de priester, evenmin [het geven van] raad met de wijze of het woord met de profeet. Kom, laten we hem treffen met de tong en laten we geen acht slaan op welke van zijn woorden dan ook. Jer 18:19  Sla acht op mij, HEERE, luister naar de stem van wie mij aanklagen. Jer 18:20  Zou dan kwaad met goed vergolden worden? Zij hebben immers een kuil gegraven voor mijn ziel! Bedenk dat ik in Uw dienst sta, om het goede voor hen te spreken, om Uw grimmigheid van hen af te wenden.'' (...) ''Jer 18:22  Laat uit hun huizen geschreeuw gehoord worden, wanneer U plotseling een [rovers]bende over hen brengt, omdat zij een kuil hebben gegraven om mij gevangen te nemen, en strikken hebben verborgen voor mijn voeten.'' (HSV) </blockquote>Zelfs wanneer men hem kerkerstraf doet ondergaan, verandert zijn zienswijze niet. Onderwerping aan Babel is de enige weg. Maar waar hij ballingschap aankondigt, mag hij meteen ook van verlossing gewagen. De duur van de ballingschap noemt hij.
 
Nebukadnezar laat hem straks de keuze: te blijven in zijn land of met de gevangenen met te gaan. Hij kiest het eerste, doch gaat later naar Egypte. Hij is het overblijfsel van zijn volk op hun vlucht naar Egypte gevolgd (Jer. 43:6), ondanks de waarschuwingen die hij tot hen richtte. In Egypteland is hij - men weet de tijd niet - gestorven.
Regel 22:
Veel, zeer veel heeft hij in Jeruzalem te lijden gehad, doordat zijn zending en opdrachten werden miskend.<blockquote>''Jer 11:19  Ik was als een argeloos lam [dat] ter slachting wordt geleid, want ik wist niet dat zij tegen mij plannen bedachten, [door te zeggen]:Laten wij de boom met zijn vrucht te gronde richten, laten wij hem uit het land der levenden afhakken, zodat er aan zijn naam niet meer gedacht wordt.'' (HSV)</blockquote><blockquote>''Jer 15:10  Wee mij, mijn moeder, dat u mij gebaard hebt, een man van onenigheid en een man van ruzie voor heel het land. Ik heb niets uitgeleend en men heeft mij niets uitgeleend, [toch] vervloekt ieder van hen mij.'' (HSV)</blockquote>Hij om Gods wil droeg hij versmaadheid (15:15). Hij werd om zijn profetisch woord vervolgd (17:18). Zijn lijden duurde lang. <blockquote>''Jer 15:18  Waarom is mijn lijden er voor altijd, en is mijn wond ongeneeslijk, weigert hij te genezen? Bent U nu echt voor mij als een onbetrouwbare [beek], water [dat] niet betrouwbaar is?'' (HSV)</blockquote>Hij heeft ook geleden door de wetenschap van de rampen die zijn landgenoten zouden treffen. Jeremia wordt wel 'de wenende profeet' genoemd.
 
Kwam hij eerst voor het volk op bij God en was hij een voorspraak, toen hij bemerkte dat men hem naar het leven stond, bad hij God om vergelding voor het kwaad dat men tegen hem beraamde. <blockquote>''Jer 18:20  Zal dan kwaad voor goed vergolden worden? want zij hebben mijn ziel een kuil gegraven; gedenk, dat ik voor Uw aangezicht gestaan heb, om goed voor hen te spreken, om Uw grimmigheid van hen af te wenden.'' ''Jer 18:21  Daarom, geef hun zonen den honger over, en doe ze wegvloeien door het geweld des zwaards, en laat hun vrouwen van kinderen beroofd en weduwen worden, en laat hun mannen door den dood omgebracht, [en] hun jongelingen met het zwaard geslagen worden in den strijd. Jer 18:22  Laat er een geschrei uit hun huizen gehoord worden, wanneer Gij haastelijk een bende over hen zult brengen; dewijl zij een kuil gegraven hebben om mij te vangen, en strikken verborgen voor mijn voeten. Jer 18:23  Doch Gij, HEERE! weet al hun raad tegen mij ten dode; maak geen verzoening over hun ongerechtigheid, en delg hun zonde niet uit van voor Uw aangezicht; maar laat hen nedergeveld worden voor Uw aangezicht; handel [alzo] met hen, ten tijde Uws toorns.'' (SV) </blockquote>God beloofde Jeremia bij te staan en te verlossen (Jer. 15:10-21).
God beloofde hem echter bij te staan en te verlossen (Jer. 15:10-21).
 
== Jeremia en Jezus ==
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.