Naar inhoud springen

Amalek: verschil tussen versies

39 bytes toegevoegd ,  2 jaar geleden
k
 
Regel 1:
'''Amalek''' is de naam van een kleinzoon van Ezau, de broer van [[Jakob (aartsvader)|Jakob]] (Israël), en van het volk der Amalekieten, de nakomelingen van Amalek. Het volk van Amalek was de aartsvijand van Israël in de tijd van het boek [[Exodus]].
 
Amalek is een zoon van [[Elifaz]], een kleinzoon van [[Ezau]] en een achterkleinkind van [[Izak]].<blockquote>''Ge 36:12 En Timna was een bijwijf van Elifaz, den zoon van Ezau, en zij baarde aan Elifaz Amalek; dit zijn de zonen van Ada, Ezau’s huisvrouw. (SV)''</blockquote>{{Ezau nageslacht}}
De Amalekieten waren verwant aan Israël, hun broedervolk. Zij waren nomaden en woonden vooral in het Zuiderland, het noordelijke deel van het Sinaï-schiereiland. De twaalf verspieders die Kanaän hadden verkend, noemden in hun relaas de streken waar sommige van die volken woonden: <blockquote>''Nu 13:29 In het Zuiderland woont Amalek, in het bergland [wonen] de Hethieten, de Jebusieten en de Amorieten, aan de zee en aan de oever van de Jordaan wonen de Kanaänieten. (HSV)''</blockquote>De vorige bewoners van hun land werden ten tijde van Abram onderworpen door de Elamitische koning Kedorlaomer en zijn bondgenoten. Want van dezen wordt bericht: <blockquote>''Ge 14:7 Daarna keerden zij terug en kwamen te En-mispat, dat is Kades, en sloegen het gehele gebied van de <u>Amalekieten</u>, en ook de Amorieten, die te Chaseson-tamar woonden.'' (NBG51)</blockquote>Merk op dat er niet staat 'sloegen de Amalekieten', maar 'sloegen het gehele gebied van de Amalekieten'. De Statenvertaling heeft 'land van der Amalekieten'. De Amalekieten waren de latere bewoners. 
[[Bestand:Abraham in Kanaan (Access Foundation).jpg|thumb|1024x1024px|''Woonplaats van de Amalekieten in de Negev-woestijn.''|geen]]
Regel 8:
De slag met Amalek vond plaats in [[Rafidim]]. <blockquote>''Ex 17:8  Toen kwam Amalek en streed tegen Israel in Rafidim. Ex 17:9 Mozes dan zeide tot Jozua: Kies ons mannen, en trek uit, strijd tegen Amalek; morgen zal ik op de hoogte des heuvels staan, en de staf Gods zal in mijn hand zijn. Ex 17:10 Jozua nu deed, als Mozes hem gezegd had, strijdende tegen Amalek; doch Mozes, Aaron en Hur klommen op de hoogte des heuvels. Ex 17:11 En het geschiedde, terwijl Mozes zijn hand ophief, zo was Israël de sterkste; maar terwijl hij zijn hand nederliet, zo was Amalek de sterkste. Ex 17:13 Alzo dat Jozua Amalek en zijn volk krenkte, door de scherpte des zwaards. Ex 17:14 Toen zeide de HEERE tot Mozes: Schrijf dit ter gedachtenis in een boek, en leg het in de oren van Jozua, dat Ik de gedachtenis van Amalek geheel uitdelgen zal van onder den hemel. Ex 17:16 En hij zeide: Dewijl de hand op den troon des HEEREN is, zo zal de oorlog des HEEREN tegen Amalek zijn, van geslacht tot geslacht! (SV)''</blockquote>De ziener [[Bileam]] profeteerde: <blockquote>''Nu 24:20 Toen hij Amalek zag, hief hij zijn spreuk aan en zeide: Eerste der volken is Amalek, maar zijn einde zal ondergang zijn. (NBG51)''</blockquote>Nadat Israël zich in het beloofde land gevestigd had, ten tijde van de Richteren, trokken de Amalekieten vaak Israël binnen om te plunderen. Vele eeuwen lang waren het vijanden van Israël. 
 
[[Haman]], de Jodenhater in [[Perzische Rijk|Perzië]] die Israël wilde uitroeien, stamde waarschijnlijk van een Amalekitische koning af. Hij wordt de [[Agagiet]] genoemd. 'Agag' was de titel van koningen van Amalek. 
 
== Zinnebeeld van het vlees ==
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.