Naar inhoud springen

Jeremia (profeet): verschil tussen versies

27 bytes toegevoegd ,  2 jaar geleden
k
Regel 24:
'''Langdurig lijden.''' Zijn lijden duurde lang. <blockquote>''Jer 15:18  Waarom is mijn lijden er voor altijd, en is mijn wond ongeneeslijk, weigert hij te genezen? Bent U nu echt voor mij als een onbetrouwbare [beek], water [dat] niet betrouwbaar is?'' (HSV)</blockquote>'''Wenen om het nationale onheil.''' Hij heeft ook geleden door de wetenschap van de rampen die zijn landgenoten zouden treffen. Jeremia wordt wel 'de wenende profeet' genoemd.
 
'''Belaagd.'''
{{#section:Jeremia 20|20}}
 
'''Bede om wraak.''' Kwam hij eerst voor het volk op bij God en was hij een voorspraak, toen hij bemerkte dat men hem naar het leven stond, bad hij God om vergelding voor het kwaad dat men tegen hem beraamde. <blockquote>''Jer 18:20  Zal dan kwaad voor goed vergolden worden? want zij hebben mijn ziel een kuil gegraven; gedenk, dat ik voor Uw aangezicht gestaan heb, om goed voor hen te spreken, om Uw grimmigheid van hen af te wenden.'' ''Jer 18:21  Daarom, geef hun zonen den honger over, en doe ze wegvloeien door het geweld des zwaards, en laat hun vrouwen van kinderen beroofd en weduwen worden, en laat hun mannen door den dood omgebracht, [en] hun jongelingen met het zwaard geslagen worden in den strijd. Jer 18:22  Laat er een geschrei uit hun huizen gehoord worden, wanneer Gij haastelijk een bende over hen zult brengen; dewijl zij een kuil gegraven hebben om mij te vangen, en strikken verborgen voor mijn voeten. Jer 18:23  Doch Gij, HEERE! weet al hun raad tegen mij ten dode; maak geen verzoening over hun ongerechtigheid, en delg hun zonde niet uit van voor Uw aangezicht; maar laat hen nedergeveld worden voor Uw aangezicht; handel [alzo] met hen, ten tijde Uws toorns.'' (SV) </blockquote>'''Verzet.''' Toen de tegenstand van zijn volksgenoten Jeremia te veel werd, neem hij zich voor om zijn mond te houden, "maar ik kon het niet" (Jer. 20:9) <blockquote>''Jer 20:9  Maar zeide ik: Ik wil aan Hem niet denken en in zijn naam niet meer spreken, dan werd het in mijn hart als brandend vuur, opgesloten in mijn gebeente; wel matte ik mij af om het in te houden, maar ik kon het niet.'' (NBG51) </blockquote>'''Goddelijke bijstand.''' God beloofde Jeremia bij te staan en te verlossen (Jer. 15:10-21).
 
== Jeremia en Jezus ==
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.