Naar inhoud springen

Israël (land): verschil tussen versies

4 bytes toegevoegd ,  2 jaar geleden
k
Regel 190:
De landbelofte was onvoorwaardelijk. Het genot van de zegen van het land echter was afhankelijk van de trouw van het volk Israël.
 
Het grondgebied van Israël is door God aan Israël gegeven. God beloofde het aan [[Abram]] en zijn nageslacht (Gen. 12:7; 13:14-15; 28:4):<blockquote>''Ge 12:7 Toen verscheen de HEERE aan Abram en zei: Aan uw nageslacht zal Ik dit land geven. Toen bouwde hij daar een altaar voor de HEERE, Die hem verschenen was. (HSV)''</blockquote><blockquote>''Ge 13:14 En de HEERE zei tegen Abram, nadat Lot zich van hem afgescheiden had: Sla toch uw ogen op en kijk vanaf de plaats waar u bent, naar het noorden, het zuiden, het oosten en het westen. (HSV)''</blockquote><blockquote>''Ge 13:15 Want al het land dat u ziet, zal Ik voor eeuwig aan u en uw nageslacht geven.'' ''(HSV)''</blockquote><blockquote>''Ge 15:18  Ten zelfden dage maakte de HEERE een verbond met Abram, zeggende: Aan uw zaad heb Ik dit land gegeven, van de rivier van Egypte af, tot aan die grote rivier, de rivier Frath:'' (SV)</blockquote>
[[Bestand:The Book of Revelation; a study of the last prophetic book of Holy Scripture (1919) (14803713123).jpg|geen|miniatuur|1200x1200px|Tekening door Clarence Larkin.]]
De [[martelaar]] [[Stefanus]] herinnert in zijn rede aan die belofte aan Abram:<blockquote>''Hnd 7:5 Maar Hij gaf hem daarin geen erfdeel, zelfs geen voetstap; en Hij beloofde hem, toen hij [nog] geen kind had, dat Hij dat [land] aan hem en na hem aan zijn nageslacht in bezit geven zou. (HSV)''</blockquote>God gaf het aan [[Izak]], de zoon van [[Abraham]]:<blockquote>''Ge 35:12 Dit land, dat Ik Abraham en Izak gegeven heb, ... (HSV)''</blockquote>God beloofde het aan [[Jacob]] (de zoon van Izak) en zijn nageslacht:<blockquote>''Ge 28:13 En zie, de HEERE stond boven aan die [ladder] en zei: Ik ben de HEERE, de God van uw vader Abraham en de God van Izak; dit land waarop u ligt te slapen, zal Ik u en uw nageslacht geven. (HSV)''</blockquote><blockquote>''Ge 35:12 Dit land, dat Ik Abraham en Izak gegeven heb, dat zal Ik aan u geven; en aan uw nageslacht na u zal Ik dit land geven.'' ''(HSV)''</blockquote>God heeft het '''voor altijd''' gegeven aan Israël.<blockquote>''2Kr 20:7 Zijt Gij niet onze God, die voor het aangezicht van uw volk Israel verdreven hebt de inwoners van dit land en dit voor altijd hebt gegeven aan het nakroost van Abraham, uw vriend? (SV)''</blockquote>Hij, Die het beloofde aan Abraham en zijn zaad, bracht Israël er in, en deelde aan elke stam een eigen gebied. 
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.