Naar inhoud springen

Ark van het verbond: verschil tussen versies

1.536 bytes toegevoegd ,  1 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
[[Bestand:Book of Exodus Chapter 26-4 (Bible Illustrations by Sweet Media).jpg|miniatuur|635x635px|Een weergave van de verbondsark. De gele kleur, ook van de wanden van de Woning, geeft het goud weer. ]]
 
De '''Ark van het verbond''', of 'verbondskist', ook genoemd 'Ark van God', 'Ark van de getuigenis', 'Ark van Jahweh', 'Ark van het verbond van Jahweh', 'de Getuigenis' (Ex. 27:21) was een met gouden overtrokken houten kist, met een deksel van zuiver goud, die in opdracht van God werd gemaaktvervaardigd en een plaats kreeg in het [[Heilige der heiligen]]. De heilige kist bevatte de twee stenen tafels (platen) met de Tien Woorden, de Getuigenis. Op het massief gouden verzoendeksel stonden twee gouden cherubs. Op deze 'genadetroon' troonde God te midden van zijn volk en van hier sprak Hij tijdens de woestijnreis van Israël met zijn knecht [[Mozes]], de leider van het volk. Op de jaarlijkse [[Grote Verzoendag]] werd op het verzoendeksel bloed ter verzoening gesprenkeld door de [[hogepriester]]. De ark was het belangrijkste en heiligste voorwerp in de [[tabernakel]] en in de [[tempel]] van [[Salomo]] geweest.
 
'''Woord.''' Het woord 'ark' is afgeleid van het Latijnse ''arca''. In Oudnederlandse teksten is sprake van 'arke'. Het Hebreeuwse woord is ''aron'' = kist''.'' Vandaar de alternatieve benaming 'verbondskist'.
Regel 6:
'''Over de ark''' handelt Ex. 25:10-16; 37:1-9; 40:20v. De beschrijving van de onderdelen in Ex 25 volgt de orde van een montage- of bouwvoorschrift.
 
'''Materiaal.''' De kist was door [[Bezaleël]] gemaakt van acaciahout (of sittimhout), van binnen en van buiten met louter goud overtrokken en aan de bovenzijde met een gouden krans (kroon, kroonlijst) versierd.<blockquote>''Heb 9:4 die een gouden wierookvat bevatte en de ark van het verbond, <u>rondom geheel met goud overdekt</u>, waarin een gouden kruik was die het manna bevatte, en de staf van Aaron die gebloeid had, en de tafelen van het verbond;'' (Telos)</blockquote>'''Afmetingen'''. De afmetingen van de ark waren: 2½ el (ongeveer 125 cm) lang, 1½ el (ongeveer 75 cm) breed en 1½ el (ongeveer 75 cm) hoog.
 
Aan de bovenzijde was de ark met een gouden krans (kroon, kroonlijst) versierd. De De Statenvertaling heeft 'krans', de Herziene Statenvertaling 'rand', de Canisius-vertaling heeft 'loofwerk'. <blockquote>''Ex 37:2  Hij overtrok hem met zuiver goud, vanbinnen en vanbuiten, en hij maakte er een gouden rand omheen.'' (HSV)</blockquote><blockquote>''Heb 9:4 die een gouden wierookvat bevatte en de ark van het verbond, rondom geheel met goud overdekt, waarin een gouden kruik was die het manna bevatte, en de staf van Aaron die gebloeid had, en de tafelen van het verbond;'' (Telos)</blockquote>
'''Deksel'''. De Ark was gedekt met een gouden deksel, het verzoendeksel genoemd, omdat daarop het bloed der verzoening werd geplengd. Zie de paragraaf hieronder.
 
'''Voeten.''' Zij stond op vier korte, buitenwaarts gebogen voeten (Luther: hoeken), die in de opgaaf van de hoogte begrepen zijn.
 
'''Afmetingen'''. De ark was 2½ el (ongeveer 125 cm) lang, 1½ el (ongeveer 75 cm) breed en 1½ el (ongeveer 75 cm) hoog (Ex. 37:1).
'''Handbomen'''. Waar de poten aan de kist bevestigd waren, bevonden zich aan twee tegenovergestelde zijden vier gegoten gouden ringen (aan elke zijde twee), waardoor de lange, insgelijks uit sittimhout (= acaciahout) vervaardigde en met goud overtrokken handbomen staken. Deze handbomen of draagstangen mochten niet uit de ringen genomen worden (vgl. echter Num. 4: 6). Het is niet zeker of de handbomen zich aan de lange of aan de korte zijde van de ark bevonden. Het eerste nam de Joodse geschiedschrijver Josephus aan (''Ant'' . 3, 6, 5) en dit is op zichzelf het waarschijnlijkste ook op grond van 1 Kon. 8:7, volgens welke tekst de vleugels der Cherubs de ark en haar handbomen overdekten. Daar de ringen heel onder aan de ark bevestigd waren, stak zij ver boven de hoofden van de dragers uit.
 
'''Deksel'''. De Ark was gedekt met een gouden deksel, het verzoendeksel genoemd, omdat daarop het bloed der verzoening werd geplengd. Zie de paragraaf hieronder.
'''De tafelen van de Wet'''. In de ark bevonden zich de twee stenen tafelen, waarop de Tien Woorden (dekaloog) of de getuigenis stonden gegrift: ''de Wet'' of ''de getuigenis'' (Ex. 25:16), de grondwet voor het volk onder de Godsregering. De tafelen zijn "de tafelen van het verbond" (Hebr. 9:4).<blockquote>''Ex 25:21 Vervolgens moet u het verzoendeksel op de ark leggen, en in de ark moet u de getuigenis leggen, die Ik u geven zal. (HSV)''</blockquote><blockquote>''Heb 9:4 ... de ark van het verbond, rondom geheel met goud overdekt, waarin een gouden kruik was die het manna bevatte, en de staf van Aaron die gebloeid had, en <u>de tafelen van het verbond</u>;'' (Telos)</blockquote>Met het oog hierop heet de ark „ark der getuigenis" of „ark des verbond van Jahweh," terwijl in de geschiedkundige boeken ook de naam „ark van Jahweh," „ark van God" (zie beneden) voorkomt. En daarom wordt de Tent der Samenkomst ook wel genoemd de "Tent der Getuigenis".
 
'''Voeten.''' Zij stond op vier korte, buitenwaarts gebogen voeten (Luther: hoeken), die in de opgaaf van de hoogte van de ark (1½ el) begrepen zijn.
De grootte van de tafelen is niet opgegeven. Men kan daarom ook niet met zekerheid zeggen of een van hen of beide even groot waren als de ark. Dat zij niet dik waren bewijst de Hebr. uitdrukking (luach). Zij waren aan beide zijden door Gods vinger beschreven (Ex. 32:15; 34:28, vgl. vs. 1; Deut. 4:13; 9:10; 10:2,4; vgl. Ex. 24:12, 31:18, 32:16).Ex. 24, 12 . 31, 18 . 32, 16). Het is zeer waarschijnlijk, dat de tien woorden zo over beide tafelen verdeeld waren, dat er op elk vijf stonden, waarbij men echter, zoals reeds Josephus, Philo en de oudste kerkleiders gedaan hebben en in de Grieksche en de Hervormde kerk geschiedt, de verboden van de afgoderij en de beeldendienst voor twee en dat van het begeren voor één rekent. Zo eindigt dan de eerste tafel met het vijfde gebod en bevat de plichten jegens God en jegens hen, die Hij over ons gesteld heeft, terwijl op de tweede tafel de plichten jegens de naaste staan.
 
'''Ringen en handbomen'''. Waar de poten aan de kist bevestigd waren, bevonden zich aan twee tegenovergestelde zijden vier gegoten gouden ringen (aan elke zijde twee), waardoor de lange, eveneens uit acaciahout (Statenvertaling: '[[sittimhout]]') vervaardigde en met goud overtrokken handbomen staken (Ex. 37:4) waarmee de ark gedragen werden. Synoniem van 'handboom' is 'draagboom'. <blockquote>''Ex 37:4  En hij maakte handbomen van sittimhout, en hij overtrok ze met goud.'' (SV)</blockquote><blockquote>''Ex 37:4  Verder maakte hij draagbomen van acaciahout en overtrok die met goud.'' (HSV)</blockquote>Deze handbomen (draagbomen, draagstangen) mochten niet uit de ringen genomen worden (vgl. echter Num. 4: 6).
'''Kruik met manna, staf van Aäron.''' In de ark bevonden zich behalve de twee stenen platen ook de gouden kruik met manna en de staf van Aäron die gebloeid had (Hebr. 9:4-5; Ex. 16: 33 vv; 25:10-22; Num. 17: 10. Vgl. vs. 4.). <blockquote>''Heb 9:4 die een gouden wierookvat bevatte en de ark van het verbond, <u>rondom geheel met goud overdekt</u>, waarin een gouden kruik was die het manna bevatte, en de staf van Aaron die gebloeid had, en de tafelen van het verbond;'' (Telos)</blockquote>Het manna was het brood (voedsel) dat uit de hemel neergedaald was (Ex. 16 :32 v.). De bloeiende staf spreekt van leven uit de dood, van het opstandingsleven van onze Hogepriester Jezus.
 
'''Handbomen'''. Waar de poten aan de kist bevestigd waren, bevonden zich aan twee tegenovergestelde zijden vier gegoten gouden ringen (aan elke zijde twee), waardoor de lange, insgelijks uit sittimhout (= acaciahout) vervaardigde en met goud overtrokken handbomen staken. Deze handbomen of draagstangen mochten niet uit de ringen genomen worden (vgl. echter Num. 4: 6). Het is niet zeker of de handbomen zich aan de lange of aan de korte zijde van de ark bevonden. Het eerste nam de Joodse geschiedschrijver [[Josephus]] aan (<ref>''AntJoodse oudheden'' . 3, 6, 5.</ref> en dit is op zichzelf het waarschijnlijkste ook op grond van 1 Kon. 8:7, volgens welke tekst de vleugels dervan de Cherubscherubs de ark en haar handbomen overdekten. Daar de ringen heel onder aan de ark bevestigd waren, stak zij ver boven de hoofden van de dragers uit.
Volgens sommige uitleggers echter werden de kruik en de staf niet ''in'' maar ''vóór'' de ark bewaard. Later bevonden zich alleen nog de twee stenen tafels in de ark (1 Kon. 8, 9).
 
== Verzoendeksel ==
Op de ark lag een deksel (Exod. 25: 17-22; 37:6-9).<blockquote>''Ex 25:21 Vervolgens moet u het verzoendeksel op de ark leggen, en in de ark moet u de getuigenis leggen, die Ik u geven zal. (HSV)''</blockquote>Het deksel was een massieve plaat van massief louterzuiver goud, even lang en breed als de ark zelf (Ex. 37:6). Het heet in het Hebr. ''kapporeth.'', hetgeen Luther zeer juist heeft vertaald door „Gnadenstuhl" (genadetroon). ''Kapporeth'' betekent niet deksel maar verzoenmiddel, en werd zo genoemd, omdat op de grote Verzoendag de voornaamste handeling, n.l . de bloedbesprenging ter verzoening van de zonden van het volk, hierop voltrokken werd (Lev. 16:14 vv.) . Het woord ''kaphar'' toch betekent: dekken door overtrekken (niet het sluiten met een deksel), en ''kipper,'' waarvan ''kaphar'' gevormd is, heeft doorgaans de betekenis van zonde bedekken, verzoenen. Vgl. ook 1 Kron. 28:11, waar het Heilige der Heiligen huis van de ''kapporeth'' genoemd wordt en waar de betekenis „deksel" niet mogeljkmogelijk is. Vergelijk de Nieuwe Vertaling (2004):<blockquote>''1Kr 28:11 David overhandigde zijn zoon Salomo het bouwplan van de voorhal en de achterliggende vertrekken, van de schatkamers, de bovenzalen, de binnenvertrekken en de ruimte voor de <u>verzoeningsrite</u>''. (TELOS)</blockquote>In de Herziene Statenvertaling: <blockquote>''1Kr 28:11 Toen gaf David zijn zoon Salomo een ontwerp van de voorhal en zijn gebouwen, zijn schatkamers, zijn bovenvertrekken, zijn binnenste kamers, en van het <u>vertrek voor het verzoendeksel</u>; (HSV)''</blockquote>[[Maarten Luther]] heeft ''kapporeth'' vertaald door „Gnadenstuhl" (genadetroon).<blockquote>''2Mo 25:21  Und sollst den Gnadenstuhl oben auf die Lade tun und in die Lade das Zeugnis legen, das ich dir geben werde.'' </blockquote>
 
=== Cherubs ===
Aan de beide uiteinden van deze gouden plaat waren beelden van twee gouden Cherubs van gedreven werk. <blockquote>
''Ex 37:7  Ook maakte hij twee cherubs van goud; als gedreven werk maakte hij ze uit de beide uiteinden van het verzoendeksel, Ex 37:8  één cherub uit het uiteinde aan de ene [kant], en één cherub uit het uiteinde aan de andere [kant]. Uit het verzoendeksel maakte hij de cherubs, uit de beide uiteinden ervan.  Ex 37:9  En de cherubs hielden [hun] beide vleugels naar boven uitgespreid, terwijl ze met hun vleugels het verzoendeksel bedekten. Hun gezichten [waren] naar elkaar toe [gericht];de gezichten van de cherubs waren naar het verzoendeksel [gericht].'' (HSV)</blockquote>
Ze worden genoemd "de cherubs van de heerlijkheid" (Hebr. 9:5).<blockquote>''Heb 9:5 en daarboven <u>de cherubs van de heerlijkheid</u> die het verzoendeksel overschaduwden ....'' (Telos)</blockquote>'''Plaats.''' Ze waren uit beide einden van het verzoekdeksel gemaakt (Ex. 37:7-8).
 
'''Massief of hol?''' Het schijnen massieve beelden te zijn geweest<ref>"Van massief werk" aldus Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Ex. 37:7. </ref>. Echter is er ook een mening volgens welke de cherubsbeelden evenals de gouden luchter en de zilveren trompetten van binnen hol waren.
Hun aangezichten waren tegenover elkaar en zagen neer op het verzoendeksel, ze "overschaduwden" (Hebr. 9:5) het.
 
De cherubsbeelden waren evenals de gouden luchter en de zilveren trompetten van binnen hol'''Vleugels.''' Hun gedaante wordt niet nader beschreven. Op grond van de tekst kan alleen het volgende met zekerheid worden vastgesteld: deDe cherubs waren gevleugelde gestalten, zij hadden elk twee vleugels, die niet horizontaal, maar beide naar boven waren uitgespreid (Ex. 37:9), zodat zij het verzoendeksel ermee overdekten.
 
'''Gezicht en houding.''' Voorts hadden zij niet, gelijk de door Ezechiël (1: 6, 10) beschreven Cherubs, vier aangezichten, n.l. dat van een mens, van een leeuw, van een stier, en van een adelaar, maar elk slechts één. Hun gezichten waren tegenover elkaar en zagen neer op het verzoendeksel, ze "overschaduwden" (Hebr. 9:5) dit.
 
HunWas aangezichtendeze warenhouding naardie elkaarvan enaandachtige tegelijk naaraanschouwing hetvan verzoendekselGods toegekeerd.verzoeningswerk? Wat deze houdingOf een gebaar van aanbidding? Of een buigen van het hoofd, een deemoedig neerslaan van de blik op het verzoendeksel? Of de aandachtige aanschouwing van Gods heilswerk?
 
Uit de opgaaf van de grootte der cherubsbeelden kunnen wij nog opmaken, dat wij niet te denken hebben aan liggende gestalten<ref>Zoals de Egyptische sfinxen of de gevieugelde Assyrische leeuwen en stieren.</ref>, ook niet aan viervoetige, maar aan rechtopstaande gestalten, waarschijnlijk in de gedaante van een mens<ref>De Joodse geschiedschrijver Josephus en de Joodse geleerde Philo dachten aan de gedaante van vogels.</ref>. Wat men verder omtrent hun knielende houding enz. heeft beweerd vindt geen grond in de tekst.
 
=== Ontmoetingsplek ===
De gouden plaat met haar Cherubs-gestaltencherubsgestalten was niet alleen deksel van de bondsark maar had ook een zelfstandige betekenis. Zij was binnen het Heilige der Heiligen de plaats, waar '''God''', die in het midden van Zijn volks woonde, '''verscheen''', om door Zijn uitverkoren werktuigen met Zijn volk te verkeren (Exod. 25: 22; 30: 6; Num. 7: 89). Hiermede komt overeen, dat bij de verschijning van God op de Sinai[[Sinaï (Bijbel)|Sinaï]] de grond onder Zijn voeten gelijk was aan een werk van saffiersteenen en „aan de gestaltenis des hemels in klaarheid" (Exod. 24:10). Van boven het verzoendeksel deelde God zijn openbaringen mee.
 
== Voorwerpen in de ark ==
'''De tafelen van de Wet'''. In de ark bevonden zich de twee stenen tafelen, waarop de Tien Woorden (dekaloog) of de getuigenis stonden gegrift: ''de Wet'' of ''de getuigenis'' (Ex. 25:16), de grondwet voor het volk onder de Godsregering. De tafelen zijn "de tafelen van het verbond" (Hebr. 9:4).<blockquote>''Ex 25:21 Vervolgens moet u het verzoendeksel op de ark leggen, en in de ark moet u de getuigenis leggen, die Ik u geven zal. (HSV)''</blockquote><blockquote>''Heb 9:4 ... de ark van het verbond, rondom geheel met goud overdekt, waarin een gouden kruik was die het manna bevatte, en de staf van Aaron die gebloeid had, en <u>de tafelen van het verbond</u>;'' (Telos)</blockquote>Met het oog hierop heet de ark „ark der getuigenis" of „ark des verbond van Jahweh," terwijl in de geschiedkundige boeken ook de naam „ark van Jahweh," „ark van God" (zie beneden) voorkomt. En daarom wordt de Tent der Samenkomst ook wel genoemd de "Tent der Getuigenis".
 
De grootte van de tafelen is niet opgegeven. Men kan daarom ook niet met zekerheid zeggen of een van hen of beide even groot waren als de ark. Dat zij niet dik waren bewijst de Hebr. uitdrukking (luach). Zij waren aan beide zijden door Gods vinger beschreven (Ex. 32:15; 34:28, vgl. vs. 1; Deut. 4:13; 9:10; 10:2,4; vgl. Ex. 24:12, 31:18, 32:16).Ex. 24, 12 . 31, 18 . 32, 16). Het is zeer waarschijnlijk, dat de tien woorden zo over beide tafelen verdeeld waren, dat er op elk vijf stonden, waarbij men echter, zoals reeds Josephus, Philo en de oudste kerkleiders gedaan hebben en in de Grieksche en de Hervormde kerk geschiedt, de verboden van de afgoderij en de beeldendienst voor twee en dat van het begeren voor één rekent. Zo eindigt dan de eerste tafel met het vijfde gebod en bevat de plichten jegens God en jegens hen, die Hij over ons gesteld heeft, terwijl op de tweede tafel de plichten jegens de naaste staan.
 
'''Kruik met manna, staf van Aäron.''' In de ark bevonden zich behalve de twee stenen platen ook de gouden kruik met manna en de staf van Aäron die gebloeid had (Hebr. 9:4-5; Ex. 16: 33 vv; 25:10-22; Num. 17: 10. Vgl. vs. 4.). <blockquote>''Heb 9:4 die een gouden wierookvat bevatte en de ark van het verbond, <u>rondom geheel met goud overdekt</u>, waarin een gouden kruik was die het manna bevatte, en de staf van Aaron die gebloeid had, en de tafelen van het verbond;'' (Telos)</blockquote>Het manna was het brood (voedsel) dat uit de hemel neergedaald was (Ex. 16 :32 v.). De bloeiende staf spreekt van leven uit de dood, van het opstandingsleven van onze Hogepriester Jezus.
 
Volgens sommige uitleggers echter werden de kruik en de staf niet ''in'' maar ''vóór'' de ark bewaard. Later bevonden zich alleen nog de twee stenen tafels in de ark (1 Kon. 8, 9).
 
== Belangrijkste voorwerp ==
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.