Jeremia (profeet): verschil tussen versies
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 11:
God stond met het oog op de aanstaande rampspoed Jeremia niet toe een vrouw te nemen en kinderen te krijgen (Jer. 16:2).
'''Twee tijdvakken.''' In twee grote tijdvakken kan zijn profetie worden verdeeld. Het eerste duurt 23 jaar loopt van vanaf het 13e regeringsjaar van Josia (ca. 628) tot het 4e regeringsjaar van Jojakim, het eerste jaar van Nebukadnezar (ca. 605 v.C.).<blockquote>''Jer 25:1 Het woord dat tot Jeremia is gekomen over heel het volk van Juda, in het vierde jaar van Jojakim, de zoon van Josia, koning van Juda-dit was het eerste jaar van Nebukadrezar, koning van Babel- (...)'' ''Jer 25:3 Vanaf het dertiende jaar van Josia, de zoon van Amon, de koning van Juda tot op deze dag-dit is het drieëntwintigste jaar-is het woord van de HEERE tot mij gekomen. Ik sprak vroeg en laat tot u, maar u hebt niet geluisterd.'' (HSV)</blockquote>De reformatie onder Josia, Juda's vrome koning, begonnen, deed zegenrijke dagen voor Israël aanbreken, doch na de dood van die vorst bleek weldra dat het volk rijp was voor 't gericht. Door het gezicht van de ziedende pot uit het noorden, door de verovering van Ninevé, de slag bij Karchemis en straks door de eerste verovering van Jeruzalem weet de profeet met zekerheid, dat het einde van Juda aanstaande is.
{{Tijdbalk Israël 650-550 v.C.}}
[[Bestand:Oplontis Fig basket.jpg|miniatuur|306x306px|Mand met vijgen. Schilder onbekend. ]]
Na de eerste wegvoering van Judeeërs, die 598 v.C. plaatsvond, schenkt God aan Jeremia een visioen van twee vijgenmanden (Jer. 24:1v). De eerste korf bevat goede vijgen, voorstellend Judeeërs die naar Babel waren gebracht, maar die God zal terugbrengen en planten en opbouwen. Ook Ezechiël behoort tot die goede vijgen. De tweede korf bevat slechte vijgen, te slecht om te weten, die voor slechte Judeeërs staan; hun wacht onheil in Judea of Egypte.
Ca. 605 v.C., in het vierde regeringsjaar van Jojakim, het eerste jaar van Nebukadnezar, geschiedt het woord van Jahweh tot Jeremia (Jer. 25:1). Hij brengt dit woord over aan het hele volk van Juda en al de inwoners van Jeruzalem (Jer. 25:2). Hiermee breekt de tweede hoofdperiode van Jeremia's profetische dienst aan. Na ca. 605 is het wederkerend geroep van de profeet, dat er van ontkomen aan des Heeren oordeel geen sprake is, al roepen valse profeten ook van vrede, vrede.
Zelfs wanneer men hem kerkerstraf doet ondergaan, verandert zijn zienswijze niet. Onderwerping aan Babel is de enige weg. Maar waar hij ballingschap aankondigt, mag hij meteen ook van verlossing gewagen. De duur van de ballingschap noemt hij.
Nebukadnezar laat hem straks de keuze: te blijven in zijn land of met de gevangenen met te gaan. Hij kiest het eerste, doch gaat later naar Egypte. Hij is het overblijfsel van zijn volk op hun vlucht naar Egypte gevolgd (Jer. 43:6), ondanks de waarschuwingen die hij tot hen richtte. In Egypteland is hij - men weet de tijd niet - gestorven.
|