Atheïsme: verschil tussen versies
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 17:
'''Geen bewijs.''' Nooit heeft iemand bewezen dat God niet bestaat, of dat Zijn bestaan tot de onmogelijkheden behoort. Atheïsten geven toe dat niet bewezen kan worden dat er geen hogere macht bestaat. Hun overtuiging berust niet op bewijs. Zelfs de hardnekkigste godloochenaars geven dit vrij algemeen toe.
'''
Als je niet ''wilt'' dat God bestaat, geloof je graag in argumenten tegen Diens bestaan en ben je gauw goedgelovig. Een rooms-katholieke polemist verzuchtte eens <ref>Th. F. Bensdorp, ''Apologetica''. Verzameld en ingeleid door M. Stoks. Derde deel. Amsterdam: N.V. de R.K. Boek-Centrale, 1922. Blz. 214. In het citaat is de spelling gemoderniseerd.</ref>over de argumentatie van atheïsten tegen het bestaan van God: "''Wat zijn die godloochenaars toch spoedig tevreden, als het argumenten geldt tegen het bestaan van God! Dan worden die sterke geesten ineens zo goedgelovig als het onnozelste kwezeltje''."
'''Naturalisme.''' Als God niet bestaat, dan houd je volgens veel atheïsten alleen de wereld, de natuur over. Het wereldbeeld is dan ''naturalistisch'': er is geen plaats is voor bovennatuurlijke, boven de wereld uitstijgende (transcendente) krachten of machten. Veel atheïsten zijn daarom sceptisch ten aanzien van bovennatuurlijke wonderen en paranormale verschijnselen.
|