Naar inhoud springen

Bruid, bruidegom: verschil tussen versies

1.134 bytes toegevoegd ,  1 jaar geleden
k
Regel 6:
In de Schrift wordt de verhouding van bruidegom en bruid gebruikt als zinnebeeld van de innerlijke liefdes- en levensgemeenschap tussen God en zijn volk, tussen Christus en zijn gemeente.
 
Reeds de boeken van Mozes beschouwen de betrekking van Jahweh tot zijn volk onder het beeld van een echtelijke verbintenis (Exod. 34: 15; Num. 14: 33; Deut. 32: 16; Exod. 20 : 5).
 
Johannes de Doper zinspeelde op Christus als de bruidegom: <blockquote>''Joh 3:28 Uzelf getuigt van mij, dat ik heb gezegd dat ik niet de Christus ben, maar dat ik voor Hem uit ben gezonden. Joh 3:29 Hij die de bruid heeft, is de <u>bruidegom</u>; maar de vriend van de <u>bruidegom</u>, die daarbij staat en hem hoort, verblijdt zich met blijdschap over de stem van de <u>bruidegom</u>. Deze blijdschap van mij dan is vervuld geworden. Joh 3:30 Hij moet meer, maar ik minder worden. (TELOS)''</blockquote>
 
 
De Heer Jezus wist van zichzelf een bruidegom te zijn. Zijn leerlingen beschouwde hij als bruiloftsgasten: <blockquote>''Mt 9:14 Toen kwamen de discipelen van Johannes tot Hem en zeiden: Waarom vasten wij en de farizeeen dikwijls, maar uw discipelen vasten niet? Mt 9:15 En Jezus zei tot hen: Kunnen de <u>bruiloftsgasten</u> soms treuren, zolang de <u>bruidegom</u> bij hen is? Maar er zullen dagen komen dat de <u>bruidegom</u> van hen wordt weggenomen, en dan zullen zij vasten. (TELOS)''</blockquote>Opvallend is dat de Heer Jezus het begin van zijn tekenen deed op een bruiloft. Daar vulde hij de wijn, die opgeraakt was, wonder doend aan met wijn die nog beter was dan wat de gasten al genoten hadden. <blockquote>''Joh 2:11 Dit heeft Jezus gedaan als begin van zijn tekenen te Kana in Galilea en Hij heeft zijn heerlijkheid geopenbaard, en zijn discipelen geloofden in Hem. (TELOS)''</blockquote>
Johannes de Doper zinspeelde op Christus als de bruidegom: <blockquote>''Joh 3:28 Uzelf getuigt van mij, dat ik heb gezegd dat ik niet de Christus ben, maar dat ik voor Hem uit ben gezonden. Joh 3:29 Hij die de bruid heeft, is de <u>bruidegom</u>; maar de vriend van de <u>bruidegom</u>, die daarbij staat en hem hoort, verblijdt zich met blijdschap over de stem van de <u>bruidegom</u>. Deze blijdschap van mij dan is vervuld geworden. Joh 3:30 Hij moet meer, maar ik minder worden. (TELOS)''</blockquote>Opvallend is dat de Heer Jezus het begin van zijn tekenen deed op een bruiloft. Daar vulde hij de wijn, die opgeraakt was, wonder doend aan water door het om te zetten in wijn, die nog beter was dan wat de gasten al genoten hadden. <blockquote>''Joh 2:11 Dit heeft Jezus gedaan als begin van zijn tekenen te Kana in Galilea en Hij heeft zijn heerlijkheid geopenbaard, en zijn discipelen geloofden in Hem. (TELOS)''</blockquote>De Heer Jezus wist van zichzelf een bruidegom te zijn. Zijn leerlingen beschouwde hij als bruiloftsgasten:<blockquote>''Mt 9:14 Toen kwamen de discipelen van Johannes tot Hem en zeiden: Waarom vasten wij en de farizeeen dikwijls, maar uw discipelen vasten niet? Mt 9:15 En Jezus zei tot hen: Kunnen de <u>bruiloftsgasten</u> soms treuren, zolang de <u>bruidegom</u> bij hen is? Maar er zullen dagen komen dat de <u>bruidegom</u> van hen wordt weggenomen, en dan zullen zij vasten. (TELOS)''</blockquote>Johannes was de vriend van Jezus de bruidegom, Jezus' leerlingen waren bruiloftsgasten en de bruid was ... afwezig, nee, ze was ''niet gereed''. Vergelijk de jonge vrouw in het Hooglied die te laat de deur voor haar vriend, die heeft aangeklopt, open doet. Als ze opendoet, blijkt hij vertrokken. Wat hij achterliet op de handgreep van de grendel waren druppels van mirrezalf, zinnebeeld van het lijden en de dood van Christus. <blockquote>''Hoo 5:5  Ik stond op om mijn Liefste open te doen, en mijn handen dropen [van] mirre en mijn vingers [van] vloeiende mirre over de handgreep van de grendel. Hoo 5:6  Ik deed mijn Liefste open, maar mijn Liefste was weg, Hij was weggegaan. Ik was buiten mijzelf, toen Hij sprak! Ik zocht Hem, maar ik vond Hem niet, Ik riep Hem, maar Hij antwoordde mij niet. Hoo 5:7  De wachters die in de stad de ronde deden, vonden mij. Zij sloegen mij, verwondden mij, zij namen mijn sluier van mij af, de wachters op de muren. Hoo 5:8  Ik bezweer u, dochters van Jeruzalem, als u mijn Liefste vindt, wat zult u Hem vertellen? Dat ik ziek ben van liefde!'' (HSV)</blockquote>
 
== Man en Mannine: schaduwbeeld ==
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.