Naar inhoud springen

Koninkrijk van God: verschil tussen versies

558 bytes toegevoegd ,  1 jaar geleden
k
Regel 103:
Het koninkrijk van God is een koninkrijk op ''aarde''. Het begon met de komst van de Heer Jezus op aarde. In Hem, de Koning, was het koninkrijk midden onder het volk van Israël. Het koninkrijk van God ''met Jezus als koning'' zal bestaan tot het oordeel van de grote witte troon. <blockquote>''1Co 15:24 Daarna is het einde, wanneer Hij het koninkrijk aan God de Vader overgeeft, wanneer Hij alle overheid en alle gezag en kracht te niet gedaan heeft. 1Co 15:25 Want Hij moet regeren, totdat Hij al zijn vijanden onder zijn voeten heeft gelegd. 1Co 15:26 Als laatste vijand wordt de dood te niet gedaan. 1Co 15:27 Want ‘Hij heeft alles aan zijn voeten onderworpen’. Wanneer Hij nu zegt dat alles Hem onderworpen is, is het duidelijk dat Hij wordt uitgezonderd die Hem alles onderworpen heeft. 1Co 15:28 Maar wanneer Hem alles onderworpen is, dan zal ook de Zoon Zelf onderworpen zijn aan Hem die Hem alles onderworpen heeft, opdat God alles in allen zal zijn. (TELOS)''</blockquote>Volgens sommigen eindigt het Koninkrijk van God wanneer het oordeel van de grote witte troon is uitgevoerd<ref name=":0">Wim Zwitser, ''De komst van Christus en de opname van de Gemeente''. Lezing in Veenendaal (NL), 10 juni 2017. </ref>. Daarna valt er voor God niets meer te regeren zijn. Hij is immers alles en in allen<ref name=":0" />. Alles is in overstemming met Hem. Het koninkrijk van God eindigt, de Gemeente blijft bestaan als het Nieuwe Jeruzalem.
 
Tegen de gedachte dat het Koninkrijk van God een einde heeft, kan worden gesteld (1) dat het koninkrijk van God met het 'overgeven' niet ophoudt, maar wordt voortgezet. 'Overgeven' van het koninkrijk aan de Vader sluit een voortzetting niet uit. Als het koninkrijk ophoudt te bestaan, valt er een niet-bestaand iets, d.i. niets, over te geven. Of maakt de Vader na ontvangst van het koninkrijk er meteen een einde aan? (2) Een tweede tegenwerping tegen de gedachte van een beperkte duur is dat het koninkrijk van God eeuwig is. <blockquote>''2Pe 1:11 Want zo zal u rijkelijk de ingang in het eeuwige koninkrijk van onze Heer en Heiland Jezus Christus worden verleend. (TELOS)''</blockquote><blockquote>''Da 2:44  In de dagen van die koningen zal de God van de hemel echter een Koninkrijk doen opkomen dat voor eeuwig niet te gronde zal gaan en waarvan de heerschappij niet op een ander volk zal overgaan. Het zal al die [andere] koninkrijken verbrijzelen en tenietdoen, maar zelf zal het voor eeuwig standhouden.'' (HSV)</blockquote><blockquote>''Da 7:18  De heiligen van de Allerhoogste zullen echter het koningschap ontvangen. Zij zullen het koningschap in bezit nemen tot in eeuwigheid, ja, tot in der eeuwen eeuwigheid.'' (Telos)</blockquote><blockquote>''Opb 11:15 En de zevende engel bazuinde, en er kwamen luide stemmen in de hemel die zeiden: Het koninkrijk van de wereld van onze Heer en van zijn Christus is gekomen, en Hij zal regeren tot in alle eeuwigheid. (TELOS)''</blockquote>Hiertegen wordt ingebracht dat 'eeuwig' in oudtestamentisch perspectief niet verder reikt dan het 1000-jarig vrederijk<ref name=":0" />. Hierop kan worden geantwoord dat de brief van een nieuwtestamentisch geschrift is en dat Petrus weet had van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde na de ondergang van de huidige kosmos. Het boek Openbaring is eveneens een nieuwtestamentisch geschrift. Opb. 11:15 zegt dat de Here God "zal regeren tot in alle eeuwigheid". Deze uitdrukking wijst op een regering zonder einde.
 
== Koninkrijk van God versus Gemeente van God ==
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.