Naomi: verschil tussen versies
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1:
'''Náomi''' was de vrouw van [[Elimélech]] van Bethlehem-Juda, de moeder van [[Machlon]] en [[Chiljon]], en de schoonmoeder van hun vrouwen [[Ruth (persoon)|Ruth]] en [[Orpa]].
[[Bestand:Alexandre-bida-the-exile-from-judah i-G-14-1457-AFBQ000Z.jpg|miniatuur|473x473px|Náomi vertrekt met haar gezin uit Bethlehem-Juda naar de velden van Moab. Illustratie: Alexandre Bida (1813-1895)]]
Haar naam betekent 'mijn liefelijkheid, mijn schoonheid, mijn bekoorlijkheid'<ref name=":0">S.J. van Ronkel, ''Woordenboek der eigennamen, naar hunne eerste spelling en oorspronkelijke uitspraak met eene korte beschrijving de personen, landen en plaatsen, in het Oude Testament voorkomende, en voor het grootste gedeelte ook etymologisch behandeld.'' (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. Elia. Van Ronkel was destijds hoofdonderwijzer aan een Joodse school en beëdigd vertaler.</ref>, van het werkwoord ''naom'' = liefelijk, bekoorlijk zijn<ref name=":0" />. De Hebreeuwse naam is נעמי . Het
Naomi woonde met haar man en haar twee zonen in [[Bethlehem]]. Een hongersnood dwong hen naar het land van de [[Moabieten]] te verhuizen, waar Naomi's zonen met twee Moabitische meisjes [[Ruth (persoon)|Ruth]] en [[Orpa]] in het huwelijk traden.
{{Stamboom Elimelech}}
[[Bestand:Ruth's Wise Choice (Bible Card).jpg|miniatuur|487x487px|Naomi en Ruth.
Toen haar echtgenoot en haar zonen, wier huwelijk niet met kinderen gezegend was, gestorven waren, besloot zij naar Bethlehem terug te keren, vergezeld door Ruth, die haar niet wilde verlaten. Tegen de inwoners van Bethlehem zei ze na aankomst: Noem mij [[Mara]] (= bitterheid).
|