Naar inhoud springen

Prehistorie/Nabije Oosten en Europa: verschil tussen versies

kleine aanvulling op tekst
(Aanvullingen op de tekst)
(kleine aanvulling op tekst)
Regel 15:
'''Tijdsduur.''' De tijd van de schepping tot de zondvloed (Gen. 1-6) is een periode van ongeveer 1656 jaar.
 
'''Schepping en zondeval van de mens.''' De schepping laat ons Gods liefde, almacht en wijsheid zien. De mededelingen over de schepping vormen de grondslag van een christelijke antropologie. De Goddelijke Openbaring (de Bijbel, de Heilige Schrift) informeert de mens over zijn afkomst en zijn bestemming. De mens is niet ontstaan langs een evolutionaire weg uit het dierenrijk (zie ook het artikel 'Homo sapiens erectus'). Naast alle miljoenen schepselen heeft God één bepaald schepsel eenzelfde lichaamsvorm willen geven als waarin Hij Zelf Zich aan dat schepsel (de mens, man of vrouw) wil vertonen (in het Paradijs, in de gestalte van onze Heere Jezus tijdens Zijn omwandeling op de aarde, of bij Zijn Wederkomst). De mens is niet los te denken van het gegeven dat hij door de Schepper Zelf in een Schepper-schepsel-relatie geplaatst is en dat hij naar Gods Beeld geschapen en voor God verantwoordelijk is voor wat hij doet. Deze bijzondere relatie wordt gekenmerkt door liefde en aanbidding. God wil met Zijn Geest in dat lichaam wonen. Een mens (prenataal of postnataal, Ps. 139:13-17) doden is derhalve iets geheel anders dan een dier doden!
 
De mens is goed geschapen, maar helaas in zonde gevallen. God echter openbaart de zondige mens dat Hij hem wil verlossen van eeuwige straf door het geloof in Zijn Zoon Jezus Christus als enig redmiddel. Deze Goddelijke bekendmaking sluit alle andere verlossingsideeën uit.
Regel 55:
'''IJstijden?''' Het is de vraag of de verschillende ijstijden, voorafgaande aan de Würm ijstijd, wel bestaan hebben. De wetenschap heeft algemeen het idee van ijstijden omarmd om daarmee vele opvallende landschappelijke kenmerken te verklaren (kliffen, wallen, duinen of zandverstuivingen, grote stenen). Het zouden gigantische gletsjers zijn geweest, die zich over grote afstanden horizontaal verplaatsten en voor deze landschapselementen verantwoordelijk waren. Rehwinkel<ref>A.M. Rehwinkel, ''De zondvloed in het licht van de Bijbel, de geologie en de archeologie'' (Amsterdam 1971)</ref> heeft er op gewezen dat gletsjers zich zonder de stuwende kracht vanuit de hoger gelegen delen in de bergen niet over grote afstand kunnen bewegen. Ook is hij van mening dat primair gedacht moet worden aan water en niet aan ijs als landschapvormende oorzaak. Het artikel [[Zondvloed en gebergtevorming]] laat zien dat het ontstaan van de Alpen gepaard is gegaan met omvangrijke waterverplaatsingen. De mensen van Swanscombe hebben (naar men algemeen beweert) tijdens het Mindel-Riss interglaciaal geleefd<ref>Sigfried J. de Laet, ''De voorgeschiedenis van Europa'' (Amsterdam 1967)</ref> C. Arambourg zegt hierover<ref>Camille Arambourg, ''Het ontstaan van de mensheid'' (Utrecht/Antwerpen 1964, Aula 182)</ref> dat de eerste ijstijden nog steeds weinig verandering aan het warme klimaat hebben gebracht, gelet op de botten die gevonden zijn van olifanten, neushoorns, nijlpaarden, leeuwen en beren, runderen en herten. Ook planten als de vijg, de laurier, rodondendron en de buksboom waren algemeen. Dit bevestigt het hiervoor gestelde dat de koudeperiode in Europa zich mogelijk geleidelijk ontwikkelde.
 
== Alpiene gebergtevorming tot mislukking van de torenbouw van Babel (ca. 3650 - ca. 3400) ==
'''Periode.''' Deze periode wordt hier gedateerd van ca. 3650 v.C., toen het alpiene gebergte gevormd werd, tot ca. 3400 v.C., toen de torenbouw van Babel mislukte - een periode van 250 jaar.
 
'''Alpiene gebergtevorming.''' Deze periode wordt gekenmerkt door ernstige geologische onrust. Het continent Afrika drukte tegen Europa aan, waardoor het zachte sediment van de Tethys-zee schoksgewijs omhoog werd gedrukt. Hoewel de alpiene gebergtevorming zijn begin had tijdens de zondvloed met het volstorten van de diepe delen van de Tethyszee, bleek eerst met het naar boven komen van het sediment dat de alpiene gebergtevorming (orogenese) begon (ca 3650 v. Chr.). Daarbij bleek al direct de dodelijke combinatie met het zeewater van de Tethyszee. Bij iedere schok kwam het water in beweging, met alle gevolgen van dien. Bij iedere schok kon het omliggende land zich verheffen of dalen. WaarschijnlijkAgemeen heeftzullen menvelen in Europa en Azië een veilig bestaan gezocht hebben. De Bijbel spreekt over de vlaktegroep die onder leiding van SinearNimrod gemeendstond en een veilig teheenkomen zijnvond voorin alde hetvlakte van geweldSinear. OokZij dezijn bewonersonderdeel van Europade zullenGeschiedenis eenvan veiligde bestaanGoddelijke gezochtopenbaring hebbengeworden.
 
'''Sinear.''' Met de komst van de vele immigranten in Sinear begon het vroegchalcolithicum (de vroege kopersteentijd) met de cultuur van Hassuna (zie ook het artikel [[Sinear en de torenbouw van Babel]]). De dragers van de Hassuna-cultuur zijn getuige geweest van een grote toestroom van immigranten. Hassuna droeg nog neolithische kenmerken, maar dat ging veranderen door de komst van de vele nieuwkomers. Op de cultuur van Hassuna volgden andere culturen: Halaf (Noord-Mesopotamië) en Samarra (Zuid-Mesopotamië). De dragers van deze laatste culturen zijn waarschijnlijk getuige geweest van de torenbouw.
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.