Prehistorie/Nabije Oosten en Europa: verschil tussen versies
Kleine aanpassing aan de tekst
(enkele taalkundige correcties) |
(Kleine aanpassing aan de tekst) |
||
Regel 75:
'''Periode.''' Deze periode wordt hier gedateerd van ca. 3400 v.C., de mislukking van de torenbouw te Babel, tot 2659 v.C., de geboorte van [[Peleg]], een periode van bijna 800 jaar. Het is mogelijk de periode van de aartsvaders Arfachsad, Kenan, Selah en Heber geweest.
De torenbouw te Babel eindigde doordat de HEERE door een totale verwarring in woordgebruik alle samenwerking onmogelijk maakte. Het kon bijna niet anders of dat leidde tot een totale miscommunicatie. De verwarring en onenigheid moet groot zijn geweest, zo niet gevaarlijk. Nimrods' dictatuur kon de eenheid niet meer waarborgen. De gemeenschap explodeerde. Assur vertrok met de zijnen en stichtte o.a. de steden Ninevé en Erech (Uruk). Aan het vroegchalcolithicum kwam een eind en het middenchalcolithicum begon (zie '''[[Mesopotamië na de torenbouw van Babel]]'''). In het zuiden van mesopotamië ontstonden enkele steden, waaronder Uruk. De Ubaid-cultuur verkreeg in loop der tijd een dominante rol (cultureel en bestuurlijk). De stad Ninevé lag ver weg noordelijk in Mesopotamië. Door de grote afstand tussen Uruk en Ninevé splitsten de afstammelingen van Assur zich in twee groepen. De zuidelijke Semieten werden Chaldeeën genoemd. De Noordelijke tak, met
'''Klimaatverandering.''' In verband met de mislukking van de torenbouw te Babel spreekt de Bijbel niet direct over een geologische catastrofe. Het valt wel op dat de bewoningslaag van Jericho VIII werd bedolven onder een kleilaag. Er was waarschijnlijk een enorme hoeveelheid water door het Jordaandal gespoeld, ook al behoefde dat niet per definitie op hetzelfde moment te zijn geweest als de spraakverwarring. In het Nabije Oosten werd het klimaat beduidend natter. Bevolkingsgroepen kwamen opnieuw in beweging. Waarschijnlijk kwamen er velen vanuit Azië richting Europa. Zij vestigden zich vooral in het zuidelijke deel van Europa. De bevolking uit de omgeving van Jericho VIII waren vertrouwd met akkerbouw. Zij waren de dragers van de Natufien-cultuur. Ook zij vertrokken, gingen voor een deel richting Noord-Afrika en staan daar bekend als het Mechta-volk, dragers van de Capsien-cultuur. Een ander deel schoof op naar het noorden. Zij zijn de stamouders van het meer lichtgetinte Dalide ras.
Regel 91:
Ook wordt gesproken over de cultuur van het Périgordien. Met deze cultuur wordt het Châtelperronien bedoeld. Zij die menen dat het Gravettien de voortzetting was van het Châtelperronien, hebben het Gravettien het Laat-Périgordien genoemd. Anderen zijn van mening dat het Gravettien aansluit op het Aurignacien.
'''ca 3100 v. Chr.''' Halverwege de periode 'Mislukking torenbouw tot Peleg' moet er iets ingrijpends hebben plaats gehad. Er was sprake van een algemene verwoesting. Deze periode van rampspoed staat in de archeologie bekend als te tijd van Ubaid 2 of Hadjji Muhammad. Wat er gebeurde is niet echt duidelijk. Was het Zagros Gebergte nog steeds onrustig? Aan de Gasshul-cultuur van Palestina kwam een eind. Zoiets gebeurt niet zomaar van zelf. De stad Uruk
Aan het eind van deze lange koudeperiode van 800 jaar had zich in Frankrijk uit het Magdalénien het Azilien ontwikkeld, in Nederland hebben dragers van de Hamburgcultuur gewoond, bekend als de Tjongercultuur en Ahrensburgcultuur.
|