Naar inhoud springen

Mattheüs 27: verschil tussen versies

3.224 bytes toegevoegd ,  9 maanden geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
{{Mattheüs commentaar}}
==Samenvatting==
''1-2'' Jezus overgeleverd aan Pilatus. ''3-5'' Judas’ berouw en zelfmoord. ''6-10'' Koop van de akker van de pottenbakker. ''11-26'' Pilatus ondervraagt Jezus en, op verzoek van het volk, levert hij hem over om gekruisigd te worden. ''27-31'' Romeinse soldaten bespotten en mishandelen Jezus. ''32-38'' De kruisiging. ''39-44'' De gekruisigde door omstanders gelasterd en bespot. ''45-50'' Het sterven van Jezus. ''51-53'' Bovennatuurlijke gebeurtenissen. ''54-56'' Erkentenis door de hoofdman. De toeziende vrouwen. ''57-61'' De begrafenis van Jezus. ''62-66'' De overpriesters en de farizeeën krijgen van Pilatus toestemming om het graf van Jezus te beveiligen met een wacht.  
 
== 26 1==
<onlyinclude><sup>1</sup> Toen het nu morgen was geworden, beraadslaagden al de overpriesters en de oudsten van het volk tegen Jezus om Hem te doden. </onlyinclude>(Telos)
Hoewel ze hem doodschuldig hadden verklaard, moesten ze nog argumenten bedenken om stadhouder Pilatus te bewegen de doodstraf te bevelen.
 
'''Al de overpriesters.''' Dit is wel heel ontluisterend en beschamend voor deze voorname klasse van godsdienstigen.
 
'''De overpriesters en de oudsten.''' Zie vs. 3
 
== 3 ==
<onlyinclude><sup>3</sup> Toen kreeg Judas, die Hem had overgeleverd, berouw, toen hij zag dat Hij was veroordeeld, en bracht de dertig zilverlingen aan de overpriesters en oudsten terug </onlyinclude>(Telos)
'''De dertig zilverlingen.''' <blockquote>''Mt 26:14 Toen ging een van de twaalf, Judas Iskariot geheten, naar de overpriesters Mt 26:15  en zei: Wat wilt u mij geven? Dan zal ik Hem aan u overleveren. Mt 26:16  Zij nu betaalden hem dertig zilverlingen uit. En van toen af zocht hij een gelegenheid om Hem over te leveren. (Telos)''</blockquote>'''De overpriesters en oudsten.''' Zie vs. 1.
 
== 7 ==
<onlyinclude><sup>7</sup> Nadat zij nu hadden beraadslaagd, kochten zij daarmee de akker van de pottenbakker als een begraafplaats voor de vreemdelingen. </onlyinclude>(Telos)
'''Een begraafplaats voor de vreemdelingen.''' Deze vreemdelingen waren elders wonende Joden, die bij hun bezoek te Jeruzalem mochten sterven, zonder daar bloedverwanten of een eigen familiegraf te bezitten; zo had men nu een plaats, waar men zulke doden kon begraven<ref name=":0" />.
 
== 9 ==
<onlyinclude><sup>9</sup> Toen is vervuld wat gesproken is door de profeet Jeremia, die zei: ‘En zij namen de dertig zilverlingen, de waarde van de Gewaardeerde, waarop die van de zonen Israels Hem gewaardeerd hadden, </onlyinclude>(Telos)
'''De profeet Jeremia, die zei.''' De aangehaalde woorden komen het meest overeen met Zach. 11:12-13. <blockquote>''Zac 11:12  Want Ik had tegen hen gezegd: Als het goed is in uw ogen, geef [Mij] Mijn loon; zo niet, laat het na. Toen hebben zij Mijn loon afgewogen: dertig zilverstukken. Zac 11:13  Maar de HEERE zei tegen Mij: Werp dat de pottenbakker toe - een mooie prijs waarop Ik door hen geschat ben! Daarop nam Ik de dertig zilverstukken en wierp ze [in] het huis van de HEERE de pottenbakker toe.'' (HSV)</blockquote>
 
== 10 ==
<onlyinclude><sup>10</sup> en gaven die voor de akker van de pottenbakker, zoals de Heer mij had opgedragen’. </onlyinclude>(Telos)
Zie het commentaar bij vers 9.
 
==26==
Mt 27:26 Toen liet hij hun Barabbas los, maar Jezus geselde hij en leverde Hem over om gekruisigd te worden. (Telos)
Vergelijk:
Regel 19 ⟶ 45:
''Spr 31:6  Geef sterkedrank aan wie dreigt om te komen, en wijn aan hen die bitter bedroefd van ziel zijn.'' (HSV)
 
Wat is de 'gal' die Jezus kreeg? Een opvatting zegt: mirre en andere bittere stoffen<ref name=":0">Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Matth. 27:34. Enige tekst hiervanvan het commentaar is onder wijziging verwerkt op 28 nov. 2021.</ref>.
 
'''En toen Hij die had geproefd, wilde Hij niet drinken.''' Hij wilde Zich niet laten bedwelmen, maar met helder bewustzijn het over Hem beschikte lijden doorstaan<ref>Dr. ir. J. de Graaf e.a. (red.), ''Tekst voor Tekst; de Heilige Schrift kort verklaard en toegelicht'' (Boekencentrum, 1987), commentaar bij Matth. 27:34.</ref>, terwijl Hij later, onmiddellijk vóór het sterven, een dronk nam van de gewone soldatenwijn (Mt. 27:48).  
 
== 40 ==
Mt 27:40  en zeiden: U die het tempelhuis afbreekt en in drie dagen opbouwt, verlos Uzelf, als U Gods Zoon bent, en kom van het kruis af! (Telos)
'''Als U Gods Zoon bent.''' Een beschuldiging was dat Jezus zichzelf Gods Zoon had gemaakt.
Regel 29 ⟶ 55:
''Joh 19:7  De Joden antwoordden hem: Wij hebben een wet en naar die wet behoort Hij te sterven, omdat Hij Zichzelf Gods Zoon heeft gemaakt.'' (Telos)
 
== 46 ==
<onlyinclude>Mt 27:46 Omstreeks het negende uur nu riep Jezus met luider stem de woorden: Eli, Eli, lema sabachthani? Dat is: Mijn God, mijn God, waarom hebt U Mij verlaten? </onlyinclude>(Telos)
'''Mijn God, mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?''' Jezus haalt met deze klagende uitroep, met deze smartekreet de woorden van David aan uit Ps. 22:1. <blockquote>''Ps 22:1 Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op Aijeleth hasschachar. (22-2) Mijn God, mijn God! waarom hebt Gij mij verlaten, verre zijnde van mijn verlossing, [van] de woorden mijns brullens? Ps 22:2  (22-3) Mijn God! Ik roep des daags, maar Gij antwoordt niet; en des nachts, en ik heb geen stilte. Ps 22:3  (22-4) Doch Gij zijt heilig, wonende [onder] de lofzangen Israëls. Ps 22:4  (22-5) Op U hebben onze vaders vertrouwd; zij hebben vertrouwd, en Gij hebt hen uitgeholpen.  Ps 22:5  (22-6) Tot U hebben zij geroepen, en zijn uitgered; op U hebben zij vertrouwd, en zijn niet beschaamd geworden. Ps 22:6  (22-7) Maar ik ben een worm en geen man, een smaad van mensen, en veracht van het volk. Ps 22:7  (22-8) Allen, die mij zien, bespotten mij; zij steken de lip uit, zij schudden het hoofd,'' (SV) </blockquote>De Godheid liet in Christus diens menselijke natuur geheel aan het lijden over<ref>Th. F. Bensdorp, ''Apologetica''. Verzameld en ingeleid door M. Stoks. Derde deel. Amsterdam: N.V. de R.K. Boek-Centrale, 1922. Blz. 280.</ref>.
Regel 37 ⟶ 63:
Dit is het vierde [[Kruiswoorden|kruiswoord]] dat voor ons is opgetekend. Het laatste kruiswoord luidde: "Vader, in Uw handen beveel Ik Mijn geest," (Luk. 23 :46). Hieruit blijkt dat Jezus nog altijd op de Vader vertrouwde en aan Hem zijn geest toevertrouwde.
 
== 54 ==
Mt 27:54  Toen nu de hoofdman en zij die met hem Jezus bewaakten, de aardbeving zagen en de dingen die waren gebeurd, werden zij zeer bang en zeiden: Waarlijk, Deze was Gods Zoon! (Telos)
'''Waarlijk, Deze was Gods Zoon!''' Zie ook vs. 40. De hoofdman en de bewakers hadden kennelijk de beschuldiging, dat Jezus voor Gods Zoon doorging, vernomen, maar zij kwamen tot een andere gevolgtrekking: Hij was werkelijk Gods Zoon.
 
== Voetnoten ==
 
<references />
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.