Naar inhoud springen

Ark van het verbond: verschil tussen versies

6 bytes verwijderd ,  7 jaar geleden
geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
[[Bestand:Réplica del Arca de la Alianza--3.JPG|miniatuur|454x454px483x483px|''Replica van de ark. De Schrift vermeldt niet de grootte of houding (staand, geknield) van de cherubs.'']]
De '''Ark van het verbond''', of 'verbondskist', ook genoemd 'Ark van God', 'Ark van de getuigenis', 'Ark van Jahweh', was een gouden kist die in opdracht van God werd gemaakt en een plaats kreeg in het Heilige der heiligen. De heilige kist bevatte de twee stenen tafels (platen) met de Tien Woorden. Op het verzoendeksel stonden twee cherubs. Op deze 'genadetroon' troonde God te midden van zijn volk en van hier sprak Hij tijdens de woestijnreis van Israël tot zijn knecht [[Mozes]], de leider van het volk. Op de jaarlijkse Grote Verzoendag werd op het verzoendeksel bloed ter verzoening gesprenkeld door de [[hogepriester]]. De ark was het belangrijkste en heiligste voorwerp in de [[tabernakel]] en in de [[tempel]] van [[Salomo]] geweest.
 
Regel 30:
De gouden plaat met haar Cherubs-gestalten was niet alleen deksel van de bondsark maar had ook een zelfstandige betekenis. Zij was binnen het Heilige der Heiligen de plaats, waar '''God''', die in het midden van Zijn volks woonde, '''verscheen''', om door Zijn uitverkoren werktuigen met Zijn volk te verkeren (Exod. 25: 22; 30: 6; Num. 7: 89). Hiermede komt overeen, dat bij de verschijning van God op de Sinai de grond onder Zijn voeten gelijk was aan een werk van saffiersteenen en „aan de gestaltenis des hemels in klaarheid" (Exod. 24:10). Van boven het verzoendeksel deelde God zijn openbaringen mee.
 
Dat de ark het '''belangrijkste''' en heiligste voorwerp in de tabernakel en de tempel te zijn geweest, blijkt uit het volgende. Na de materialen is de ark het eerstgenoemde onderdeel van heiligdom dat God beschrijft. Ook uit de plaats waar de ark gezet zou worden, blijkt dat het het belangrijkste voorwerp is: in het Allerheiligste.[[Bestand:Levieten dragen ark Jordaan.jpg|miniatuur|645x645px|''Levieten dragen de ark bij de doortocht door de Jordaan, Joz. 3:14v'']]Voor het '''vervoer''' moest de ark worden bedekt met het voorhangsel en twee kleden.<blockquote>''Nu 4:5 Bij het opbreken van het kamp moeten Aäron en zijn zonen komen en het voorhangsel ter afscherming losmaken, en daarmee moeten ze de ark van de getuigenis bedekken. Nu 4:6 Zij moeten er een deken van zeekoeienhuid overheen leggen, en daarover een geheel blauwpurperen kleed uitspreiden en zijn draagbomen aanbrengen. (HSV)''</blockquote>
 
Voor het '''vervoer''' moest de ark worden bedekt met het voorhangsel en twee kleden.<blockquote>''Nu 4:5 Bij het opbreken van het kamp moeten Aäron en zijn zonen komen en het voorhangsel ter afscherming losmaken, en daarmee moeten ze de ark van de getuigenis bedekken. Nu 4:6 Zij moeten er een deken van zeekoeienhuid overheen leggen, en daarover een geheel blauwpurperen kleed uitspreiden en zijn draagbomen aanbrengen. (HSV)''</blockquote>
[[Bestand:Levieten dragen ark Jordaan.jpg|miniatuur|646x646px|''Levieten dragen de ark bij de doortocht door de Jordaan, Joz. 3:14v'']]
Op de ark lag tijdens het vervoer een drievoudige bedekking. Als eerste het voorhangsel, dat het Heilige der Heiligen afscheidde van het Heilige. Daarbovenop werd een bedekking van zeekoeienhuid gelegd. Het bovenste dekkleed van de tabernakel was van hetzelfde materiaal. Op de bedekking van zeekoeienhuid kwam tenslotte een hemelsblauw kleed te liggen - de derde bedekking. Een hemelsblauw kleed was het ''onderste'' dekkleed van de tabernakel, maar het ''bovenste'' dekkleed van de verbondskist.
 
Regel 47 ⟶ 44:
Na zeven maanden werd een nieuwe wagen gemaakt, waarvoor de Filistijnen twee zogende koeien spanden. De ark werd zo teruggestuurd naar de Israëlieten met een schuldoffer aan de God van Israël. De koeien, in strijd met hun natuurlijke geneigdheid, lieten hun kalveren in de steek en ging direct naar Beth-semes, want het was God die de ark terugbracht. Daar sloeg God sloegen de mannen van de plaats wegens in het kijken in de ark. De ark werd vervolgens naar Kirjath-Jearim gebracht en daar geplaatst in het huis van Abinadab (1 Sam. 6:1-21; 7:1-2).
 
Davind haalde de ark van daar op een nieuwe wagen, maar toen de ark gleed, stak '''Uzza''' zijn hand uit om de ark vast te houden en werd geslagen door God. Dit maakte David bang en de ark ondergebracht in het huis van '''Obed-Edom'''. De wet had voorgescheven hoe de ark moest worden vervoerd. De nieuwe wagen was naar het voorbeeld van de Filistijnen. Uzza negeerde Gods duidelijke voorschrift en rekende niet met de heiligheid van dat wat de aanwezigheid van God vertegenwoordigd.[[Bestand:Cembalodeckel Überführung der Bundeslade c1600.jpg|miniatuur|487x487px|''Ark van God door David in Jeruzalem gebracht. Schilderij uit c. 1600. Schilder onbekend'']]Toen '''David''' vernam dat God het huis van Obed-Edom, waar de ark stond, had gezegend, kwam hij de ark weer ophalen. De Verbondskist werd nu gedragen door de Levieten, naar goddelijke orde, en werd met met offers en vreugde geplaatst in de tabernakel, in de tent die David had voor haar gespannen (2 Sam. 6).
 
Toen '''David''' vernam dat God het huis van Obed-Edom, waar de ark stond, had gezegend, kwam hij de ark weer ophalen. De Verbondskist werd nu gedragen door de Levieten, naar goddelijke orde, en werd met met offers en vreugde geplaatst in de tabernakel, in de tent die David had voor haar gespannen (2 Sam. 6).
[[Bestand:Cembalodeckel Überführung der Bundeslade c1600.jpg|miniatuur|487x487px|''Ark van God door David in Jeruzalem gebracht. Schilderij uit c. 1600. Schilder onbekend'']]
Toen Salomo de '''tempel''' had gebouwd, werd de ark daarin geplaatst, en de handbomen waarmee hij was uitgevoerd werden uitgenomen: de ark vond nu zijn rustplaats in het koninkrijk van Salomo, wiens regering een typisch voorbeeld is van het duizendjarig vrederijk van Christus. Het is veelzeggend dat toen alleen nog de twee stenen tafelen in de ark waren (1 Kon. 8:1-11): het manna had opgehouden toen ze aten van het overjarige koren van het land, dat een hemelse Christus voorstelt; en de getuige van de staf van Aäron was niet meer nodig nu het volk in het koninkrijk was. De omstandigheden van de woestijn, waarin het manna en het priesterschap van de opgestane Christus zo nodig waren, waren nu voorbij. Manna en staf worden beide genoemd in Heb. 9:4, want daar is de tabernakel en niet de tempel het voorwerp van de beschouwing.
 
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.