Grote Verdrukking: verschil tussen versies
k
→Grootheid van de verdrukking
kGeen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 17:
De Grote Verdrukking zal plaatsvinden door toedoen van het Beest, die de heiligen hevig zal vervolgen. Ook zal door vele oorlogen en natuurlijke en bovennatuurlijke rampen de mensheid tenslotte op de rand van totale vernietiging staan. Jezus zei hierover, toen hij over de 'laatste dingen' sprak: Als die dagen niet ingekort zouden worden zal er geen 'vlees' behouden blijven.
De Grote Verdrukking wordt onder andere in
== Tijdrekenkundige duiding ==
In de kerkgeschiedenis heen werd deze 'profetie' in Matth. 24 en Luk. 21 meestal uitgelegd als vervuld door de Romeinse belegering van Jeruzalem en de verwoesting van de tempel in het jaar 70 na Christus. Tegenwoordig wordt deze verklaring alleen nog maar aangehangen bij het '''[[preterisme]]'''. Met de opkomst van het '''[[dispensationalisme]]''' echter, werd de vervulling van deze passage naar de toekomst verschoven.
Er zijn gelovigen die de grote verdrukking zullen meemaken. <blockquote>''Opb 7:14 En ik zei tot hem: Mijn heer, u weet het. En hij zei tot mij: Dezen zijn het die uit de <u>grote verdrukking</u> komen; en zij hebben hun lange kleren gewassen en ze wit gemaakt in het bloed van het Lam.'' (TELOS)</blockquote>Doch ook al eerder, naar het schijnt vóór de grote verdrukking in de tweede helft van Daniëls laatste jaarweek, worden er heiligen gedood. Na de opening van het 5e oordeelszegel heet het: <blockquote>''Opb 6:9 En toen het Lam het vijfde zegel opende, zag ik onder het altaar de zielen van hen die geslacht waren om het woord van God en om het getuigenis dat zij hadden. Opb 6:10 En zij riepen met luider stem en zeiden: Tot hoelang, heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt U ons bloed niet aan hen die op de aarde wonen? Opb 6:11 En aan ieder van hen werd een lang wit kleed gegeven; en hun werd gezegd dat zij nog een korte tijd moesten rusten, totdat ook hun medeslaven en hun broeders die gedood zouden worden evenals zij, voltallig zouden zijn.'' (Telos)</blockquote>De tijd van de ''grote'' verdrukking schijnt nóg zwaarder te zijn.
== Gebeurtenissen ==
Zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament (met name in de boeken Daniël en Openbaringen) wordt er voorspeld dat er een koning zal opstaan die zwaar in opstand komt tegen God en zijn heiligen:
<blockquote>Daniël 7:25 ''Hij'' (= een bepaalde koning in de eindtijd) ''zal in opstand komen tegen de hoogste God, en de heiligen van de hoogste onderdrukken. Hij zal proberen hun feesten en hun wet te veranderen, en zij zullen aan zijn heerschappij zijn overgeleverd voor één tijd, een dubbele tijd en een halve tijd.''</blockquote><blockquote>Daniël 9:27 ''Hij'' (een toekomstige vorst) ''zal een sterk bondgenootschap sluiten met velen, één week lang. De helft van de week zal hij offers noch gaven laten brengen, en boven op het altaar zal een verwoesting brengende gruwel te zien zijn, totdat het aangekondigde einde van die verwoestende kracht komt.''</blockquote><blockquote>Daniël 12:7 ''Daarop hoorde ik'' (= Daniël) ''de in linnen geklede man die zich boven het water van de rivier bevond, spreken. Hij hief beide handen op naar de hemel en zwoer bij de eeuwig Levende: ‘Eén tijd, een dubbele en een halve tijd: wanneer de macht van het heilige volk niet langer verbrijzeld zal worden, dan zullen al deze dingen zich hebben voltrokken.’'' </blockquote><blockquote>Daniël 12:11
Er worden in deze aanhalingen verschillende tijdsaanduidingen gebruikt, die allemaal op eenzelfde periode lijken te duiden. “Eén tijd, een dubbele tijd en een halve tijd” is drieënhalf. “De helft van de week” is drieënhalve dag. “Twaalfhonderdnegentig dagen” is ongeveer drieënhalf jaar (1.277 dagen). “Tweeënveertig maanden” is eveneens drieënhalf jaar. En ook “Twaalfhonderdzestig dagen” is ongeveer drieënhalf jaar. Als “drieënhalve dag” als symbolische geïnterpreteerd wordt, zou dit als een periode van drieënhalf jaar gezien kunnen worden.
In onder andere
In de Bijbel staan
== Opname van de Gemeente ==
Er zijn gelovigen - heiligen worden ze genoemd - die de Grote Verdrukking meemaken. Wordt de gemeente van Christus vóór, in of na de Grote Verdrukking opgenomen? Op deze vraag geven christenen verschillende antwoorden. Veel christenen geloven dat zij worden opgenomen voordat God zijn toorn uitgiet over deze wereld. De Bijbel leert immers dat wij niet bestemd zijn tot toorn? Deze zienswijze wordt [[pretribulationisme]] genoemd. De heiligen die de Grote Verdrukking meemaken zijn personen die na de opname van de gemeente tot bekering en geloof zijn gekomen.
Anderen menen daarentegen dat de christenen door die bijzondere tijd van verdrukking heen moeten, voor een deel of geheel. Het midtribulationisme leer dat de gemeente halverwege de zeventigste jaarweek wordt opgenomen, dus voordat de Grote Verdrukking in eigenlijk zin plaatsvindt. Het posttribulationisme leert dat Christus pas na de Grote Verdrukking de zijnen tot Zich neemt en met hen verschijnt in deze wereld. Mid- en posttribulationisten kunnen zich gaan voorbereiden op de tijd van verdrukking, door bijvoorbeeld te bidden: "Laat ons zien hoe we moeten vechten tegen deze geprofeteerde oorlog, of minstens voorbereid te zijn het te verdragen"<ref>Bron: ''Israël weekbrief'' (van Floris Poot), 1 juli 2016.</ref>. <blockquote>''"Ik zag dat die horen strijd voerde tegen de heiligen en hen overmocht… Hij zal woorden spreken tegen de Allerhoogste, en de heiligen des Allerhoogsten te gronde richten…" (Daniel 7:21, 25a)'' </blockquote>
== Meer informatie ==
|