Naar inhoud springen

Israël (land): verschil tussen versies

8 bytes toegevoegd ,  1 maand geleden
k
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 211:
De Israëlieten hadden het land tot een erfelijke bezitting ontvangen. Het genot van dit bezit en de bewoning van het land was afhankelijk van hun gehoorzaamheid. Ze konden in het land wonen en genieten van vrucht en vrede zolang ze God, met wie ze een verbond gesloten hadden, gehoorzaamden<ref>Voor de gemeente van Jezus Christus geldt iets dergelijks: de belofte van het heil is onvoorwaardelijk voor ieder die gelooft in de Heer Jezus. Het genot van de zegen van het heil (zoals vreugde, gemeenschap) is afhankelijk van onze trouw. Zonde verhindert gemeenschap met God, ook bij heiligen.</ref>. <blockquote>''Jer 25:5 Bekeert u toch, een iegelijk van zijn bozen weg, en van de boosheid uwer handelingen, en woont in het land, dat de HEERE u en uw vaderen gegeven heeft, van eeuw tot in eeuw;'' (SV)</blockquote>In de tijd van de Richteren worden de Israelieten wegens hun ongehoorzaamheid aan God meermaals benauwd door de vijandigheid van buurvolken. 
 
Om zijn zonden werd Israël uit het land verdreven, en in ballingschap weggevoerd. Het volk is in meerdere fasen uit het land weggevoerd. Toen Jeruzalem, de hoofdstad van het land, wegens de zonden van het volk Israël door Nebukadnezar, de koning van Babel, was geslagen, sprak God tot de profeet Ezechiël over de kwestie van erfelijke bezitting:<blockquote>''Eze 33:24 Mensenkind! de inwoners van die woeste plaatsen in het land Israëls spreken, zeggende: Abraham was een enig [man], en bezat dit land erfelijk; maar onzer zijn velen; het land is ons gegeven tot een erfelijke bezitting.'' ''Eze 33:25 Daarom zeg tot hen: Zo zegt de Heere HEERE: Gij eet [vlees] met het bloed, en heft uw ogen op tot uw drekgoden, en vergiet bloed; en zoudt gij het land erfelijk bezitten?'' ''Eze 33:26 Gij staat op ulieder zwaard; gij doet gruwel, en verontreinigt, een ieder de huisvrouw zijns naasten; en zoudt gij het land erfelijk bezitten?'' (SV)</blockquote>Vanwege de gruwelen door hen gedaan, heeft God de Israëlieten gevankelijk doen wegvoeren en het land tot een verwoesting en een schrik gesteld. <blockquote>''Eze 33:29 Dan zullen zij weten, dat Ik de HEERE ben, als Ik het land [tot] een verwoesting en een schrik zal gesteld hebben, om al hun gruwelen, die zij gedaan hebben.'' (SV)</blockquote>Na de Babylonische ballingschap keert een overblijfsel van Juda door Gods ontferming terug naar het land. Onder hen wordt eeuwen later naar Gods belofte Juda's zoon, de Heiland, de beloofde Messias, geboren (Gen. 49:10; Micha 5:1,2). De Joden verwerpen hem, op een overblijfsel na, verwerpen hem en worden voor straf opnieuw verstrooid. 
 
De Messiasverwerping bracht echterdus het oordeel van de verwoesting over deze heilige erve, en het oordeel van de verstrooiing over Gods oude volk. 
 
In de tegenwoordige tijd (anno 2012) zien we Israël nog niet in het bezit van het (hele) beloofde land, waaruit ze verdreven waren. Een deel van het volk is teruggekeerd naar het land, maar in ongeloof (aan de messiasMessias Jezus). God zal hen pas gerust doen wonen nadat zij zich bekeerd hebben. Dan zullen zij als één volk verenigd onder één herder-koning David (= de zoon van David, Jezus Christus) voor altijd in het land wonen.<blockquote>''Eze 37:25 Zij zullen wonen in het land dat Ik aan Mijn knecht, aan Jakob, gegeven heb, waarin uw vaderen gewoond hebben. Zij zullen daarin wonen, zij met hun kinderen en hun kleinkinderen, tot in eeuwigheid, en Mijn Knecht David zal tot in eeuwigheid hun Vorst zijn.'' (HSV)</blockquote>
 
== Verontreinigd en verwoest ==
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.