Naar inhoud springen

Bijbelse geschiedenis van het Oude Testament: verschil tussen versies

geen bewerkingssamenvatting
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'De '''Bijbelse geschiedenis''' van het Oude Testament is de geschiedenis die ons in het [http://www.christipedia.nl/Artikelen/O/Oude_Testament Oude Testament] w...')
 
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
De '''Bijbelse geschiedenis''' van het Oude Testament is de geschiedenis die ons in het [http://www.christipedia.nl/Artikelen/O/Oude_Testament [Oude Testament]] wordt meegedeeld.
 
Voor een algemene inleiding tot de Bijbelse geschiedenis, zie [http://www.christipedia.nl/Artikelen/B/Bijbelse_geschiedenis [Bijbelse geschiedenis]].
 
De bijbelse geschiedenis van het Oude Testament , of de tijd der belofte, bestrijkt de jaren 1 – 4000 vanaf Adam. Deze heeft drie '''tijdperken''':
Regel 24:
 
Een bijbels overzicht van Adams nageslacht tot Noach biedt onderstaand genealogisch schema:
[[Bestand:Adam nageslacht tot Noach.jpg|gecentreerd|miniatuur|1194x1194px|''Van Adam tot Noach. De datums zijn berekend uit Schriftgegevens van leeftijden.'']]
 
''Diagram<sup>[http://www.christipedia.nl/Artikelen/B/Bijbelse_geschiedenis_van_het_Oude_Testament#voetnoot_4 <nowiki>[4]</nowiki>]</sup>: Van Adam tot Noach. De datums zijn berekend uit Schriftgegevens van leeftijden.''
 
(Klik op het diagram om dit te vergroten)
 
Hieronder staan in schema de leeftijden vermeld van de geslachtslijn Adam - Noach. De getallen zijn drieërlei. Van elke stamhouder wordt eerst vermeld de leeftijd, waarop hij de volgende stamhouder gewon; vervolgens de tijd die hij daarna nog leefde, en waarin hij zonen en dochteren gewon; en tenslotte zijn volle leeftijd bij zijn sterven. Door deze getalsverhoudingen krijgen we een blik in de levensverhoudingen van Adams geslacht, doordat we kunnen zien, welke stamhouders tegelijk leefden. Adam was 130 jaar toen hij zijn zoon Seth kreeg, daarna leefde hij nog 800 jaar. Seth was 105 jaar toen hij Enos kreeg. Zetten we de cijfers bij elkaar, dan hebben we dit lijstje:
[[Bestand:Adams stamboom.jpg|miniatuur|607x607px|''Afbeelding: Adams stamboom tot de zondvloed'']]
* Adam 130 plus 800 = 930 jaar
* Seth 105 plus 807 = 912
Regel 40 ⟶ 37:
* Lamech 182 plus 595 = 777
* Noach 500 plus 450 = 950 jaar.
''Afbeelding: Adams stamboom tot de zondvloed<sup>[http://www.christipedia.nl/Artikelen/B/Bijbelse_geschiedenis_van_het_Oude_Testament#voetnoot_1 <nowiki>[1]</nowiki>]</sup>''  
 
(Klik op de afbeelding om deze te vergroten)
 
In lijnen geeft dit de voorstelling van Adams nakomelingschap; de lijn van elke stamhouder loopt eerst van zijn geboorte tot zijn leeftijd, waarop hij de volgende stamhouder gewint, en dezelfde lijn loopt daarna door tot op het einde van zijn leeftijd.
 
Regel 56 ⟶ 49:
Geweldige toeneming van de boosheid. De Geest van God twist met de mens. Lankmoedigheid Gods. Lamechs klacht en hoop, Gen. 5 :29.
 
'''Van de aankondiging van het oordeel tot aan de zondvloed''', 1536 –1656 A.H., 2464 – 2344 v.C. Het oordeel aangekondigd, 120 jaren van te voren, Gen. 6 :3. Noach, de prediker der gerechtigheid, 2 Petr. 2 :5. Zijn prediking straks bevestigd door de bouw van de ark, Gen. 6 :14-16. Verblinding en verharding doet elke waarschuwing in de wind slaan. De [http://www.christipedia.nl/Artikelen/Z/Zondvloed [zondvloed]]. Noach en de zijnen één jaar en tien dagen (360 + 10 = 370 dagen) in de ark. Het oordeel was algemeen. Heel Kaïns geslacht kwam om. Ook dat van Seth, met uitzondering van Noach en zijn gezin, Gen. 7 :11-24
 
De zondvloed: Profetie van het laatste oordeel, Luk. 17:26,27. De ark op de wateren: type van de behoudenis van de Gemeente Gods / gelovig overblijfsel door Christus, 1 Petr. 3 :21.
 
==== Van Noach tot Abraham ====
De periode van [http://www.christipedia.nl/Artikelen/N/Noach [Noach]] tot [http://www.christipedia.nl/Artikelen/A/Abraham [Abraham]], ofwel van de zondvloed tot de komst van de vader van de gelovigen, is van 1657 - 2083 A.H., 2343 - 1917 v.C. Noach, de stamvader van de nieuwe mensheid. Genealogie, Gen. 10. Hebers zoon, Peleg, afgezonderd tot de drager van de belofte. Hebers andere zoon, Joktan, vindt zijn plaats in de geschiedenis van de volken. Te onderscheiden: De periode vóór, en na die van Peleg. De duur van elke periode kan slechts bij benadering worden bepaald.
 
'''Van Noach tot Peleg''' is de tijd van 1657 – ongeveer 1850 A.H., 2342 – ongeveer 2150 v.C. Gods Verbond met Noach (Natuurverbond), al voor de zondvloed beloofd, Gen. 6 :18 en door een teken bevestigd, Gen. 9 : 8-17.
Regel 145 ⟶ 138:
Laban bedreigt hem herhaaldelijk, maar God zegent hem. Terugkeer naar Kanaän op Gods bevel. Door Laban achtervolgd. Rachels terafim.
 
Mahanaïm, Gen. 32. Bevreesd voor Ezau. De [http://www.christipedia.nl/Artikelen/J/Jabbok [Jabbok]] over. Gods worsteling met Jakob. Naamsverandering: [http://www.christipedia.nl/Artikelen/I/Isra%C3%ABl_(naam) Israël] (= Vorst Gods). Verwrongen heup. [http://www.christipedia.nl/Artikelen/P/Pniel [Pniël]] (= aanzien Gods). Ontmoeting met Ezau. (Ezau keert terug naar [http://www.christipedia.nl/Artikelen/S/Seir [Seïr]]; van zijn verdere levensloop is niets bekend. Alleen is de geslachtslijst van zijn afstammelingen bewaard gebleven in Gen. 36). Naar Sukkoth. Over de Jordaan in Kanaän terug.
 
De tijd van Jacobs terugkeer in Kanaän tot aan zijn dood betreft bij benadering de periode 2265 – 2315 na Adam, ofwel 1735 –1685 v.C. Trad in het eerste tijdvak van Jacobs leven de naam "Jakob" meer op de voorgrond, nu openbaart hij zich meer als "Israël". Het tweede tijdvak van Jacobs leven kan in tweeën worden verdeeld:
Regel 164 ⟶ 157:
Jacob wordt eervol onthaald door de koning van Egypte. Onbezorgd leven in Gosen in het midden van de zijnen. Zijn sterfbed. Profetische zegening van Jakobs zonen, daarna van al de zonen: “Juda, gij zijt het!” Jakob sterft, 147 jaar oud. Begrafenis in Kanaän, in het erfgraf te Machpela.
 
Het leven van [http://www.christipedia.nl/Artikelen/J/Jozef_[Jozef (zoon_van_Jacob)zoon van Jacob)|Jozef]] kan in vier perioden worden verdeeld:
 
1. Geboorte tot wegvoering in Egypte, 2258 – 2275 na Adam, ofwel 1742 – 1725 v.C.
Regel 181 ⟶ 174:
Tot de geboorte van Mozes, c. 2368 – 2433 na Adam (c. 1632 –1567 v.C.) groeien de Israeliëten sterk in aantal en worden zij, na het aantreden van een farao die Jozef niet gekend heeft,  verdrukt. Zij lijden een viervoudige verdrukking: (1) Schatstedenbouw, (2) stenen bakken en velddienst; (3) bevel aan de vroedvrouwen; (4) bevel om de zoontjes te verdrinken. Aanleiding voor de Egyptenaren om Israël te verdrukken: Israëls groei in aantal en macht; de oorzaak was de vrees van de Egyptenaren, dat Israël in geval van oorlog de vijand helpen zou.
 
Van c. 2433–2473 na Adam (c. 1567–1527 v.C.) lijden de Israëlieten zware verdrukking. In [http://www.christipedia.nl/Artikelen/M/Mozes [Mozes]], een betachterkleinzoon van Jacob, wordt de Verlosser uit bange nood verwekt. Mozes leven (120 jaar) valt in drie gelijke delen uiteen: 40 jaar in Egypte; 40 jaar in Midian; 40 jaar Israëls leidsman tijdens de woestijnreis. Omstreeks deze tijd leefde naar alle waarschijnlijkheid Job. Omstreeks 2473 na Adam (c. 1527 v.C.) besluit Mozes het volk Israël te helpen. Hij doodt een Egyptenaar die een Israeliet mishandelt en vlucht, bevreesd om opgepakt te worden, naar het buitenland, naar Midian.
 
Van c. 2473–2512 na Adam (c. 1527–1488 v.C.) is Mozes in Midian. Terwijl Mozes in Midian woont, wordt in Egypte de druk op het volk Israël verzwaard. Vlak voor de verlossing roept Israël tot de Heere; God hoort, Hij gedenkt aan Zijn Verbond met Abraham, Izaäk en Jakob.
Regel 207 ⟶ 200:
Het jaar 2513 na Adam (1487 v.C.) is door de uitleiding uit Egypte, de volksformatie, en de wetgeving de allesbeheersende grondslag van heel het tijdvak van de wet (van Mozes tot Christus). Feitelijk vormt het de overgang van het tweede tijdperk (Abraham tot Mozes) naar het derde tijdperk (Mozes tot Christus).
 
De belangrijke feiten in het jaar 2513 na Adam (1487 v.C.) zijn: De roeping van Mozes. Verschijning van de Heere in de brandende braambos. “Ik zal zijn” = Jahweh. De drie tekenen: staf, hand in de boezem, uitgegoten water. Aäron aan Mozes toegevoegd. Samen naar Farao. Gevolg: De verdrukking wordt verzwaard. Vanwege Farao’s weigering: De tien [http://www.christipedia.nl/Artikelen/P/Plagen_van_Egypte[Plagen van Egypte|plagen]]; de Israëlieten deelden alleen in de eerste drie; de plagen duurden ongeveer een half jaar.
 
De uittocht uit Egype, voorbereid door het Pascha; het bloed van het lam aan de bovendorpel en aan de posten van de deuren ter bescherming tegen de tiende plaag; Egypte’s eerstgeborenen sterven. Uittocht vanuit Raämses, door Gosen, naar Sukkoth. Het volk der Israelieten telde 600.000 mannen (Ex. 12:37). [http://www.christipedia.nl/Artikelen/W/[Wolkkolom |Wolk]]- en [http://www.christipedia.nl/Artikelen/V/Vuurkolom [vuurkolom]]. Van [http://www.christipedia.nl/Artikelen/S/Sukkoth [Sukkoth]] naar [http://www.christipedia.nl/Artikelen/E/Etham [Etham]]; terug naar Pihachiroth; Doortocht door de Rode Zee. Drie dagreizen de woestijn [http://www.christipedia.nl/Artikelen/S/Sur [Sur]] in. Murmurering om het bittere bronwater te [http://www.christipedia.nl/Artikelen/M/Mara [Mara]] (= bitter). dat vervolgens door 'een hout', door Jahweh aangewezen, wordt zoet gemaakt. Bij de twaalf fonteinen te Elim. Na Elim komen de Israelieten, op de 15e dag van de tweede maand nadat zij uit Egypteland waren uitgegaan, in de woestijn Sin. Het Manna. Rafidim: water uit de steenrots, Ps. 105 :39-43. Verraderlijke overval van de Amelekieten: Jozua, Aäron, Hur. Komst van Jethro met Mozes’ vrouw en twee zonen. Naar Sinaï.
 
De volksformatie en het Verbond, beide door de Wetgeving bezegeld. De nakomelingen van Abraham, Izaäk en Jakob geformeerd tot een volk, Gen. 12 :2; 46:3, tot Gods volk aangenomen. Aan het volk de belofte van het Verbond gegeven, onder beding van gehoorzaamheid. Het antwoord van het volk, door Mozes aan de Heere gebracht. De wetgeving op de Sinaï. Het Verbond verzondigd: het gouden kalf. Mozes voorbede. Straf en ontferming. Het Verbond vernieuwd. Voortzetting van de wetgeving.
Regel 432 ⟶ 425:
'''Josia''', de zoon van Amon, regeert 31 jaar. Een godvrezend vorst. Hervorming in Juda. Bij de herstelling van de tempel wordt het Wetboek teruggevonden. Er komt een algemene verootmoediging. Het Paasfeest. Josia mengt zich ongeroepen in de strijd van Farao Necho, van Egypte, tegen de koning van Assyrië, wordt verslagen en sneuvelt te Meggido.
 
De profeet '''Jeremia''' profeteert in Juda en wel tijdens de regering van Josia, Jojakim en Zedekia, vóór en tijdens de val van [http://www.christipedia.nl/Artikelen/J/Jeruzalem [Jeruzalem]]. In het 13e jaar van Josia's regeerperiode geschiedt het woord van God tot [http://www.christipedia.nl/Artikelen/J/Jeremia_[Jeremia (bijbelboek) |Jeremia]] (Jer. 25:3).
 
'''Joahaz''', de tweede zoon van Josia, regeert 3 maanden, wordt door Necho gevangen, en sterft in [http://www.christipedia.nl/Artikelen/E/Egypte [Egypte]].
 
[http://www.christipedia.nl/Artikelen/J/Jojakim_(koning_van_Juda) '''[[Jojakim (koning van Juda)|Jojakim]]'''], Josia’s oudste zoon, door farao Necho koning gemaakt, regeert 11 jaar (609-598 v.Chr.). Egypte en de daaraan schatplichtige landen worden onderworpen door Babel.
 
In het begin van het koninkrijk van Jojakim geschiedt het woord van de HEERE tot de profeet Jeremia (Jer. 26:1v). En in het 4e jaar van Jojakim, dat is het 1e jaar van de Babylonische koning Nebukadnezar (605 v.C<supref>[http://wwwDit jaartal wordt genoemd in Encyclopedie van de Bijbel (Lion Publishing 1978-1980, Kok Voorhoeve), s.christipediav.nl/Artikelen/B/Bijbelse_geschiedenis_van_het_Oude_Testament#voetnoot_2 <nowiki>[2]Nebukadnezar </nowiki>]</supref>), geschiedt het woord van Jhwh tot Jeremia (Jer. 25:1). Dit gebeurde in het 23e jaar van Jeremia's profetische arbeid (Jer. 25:3). God voorzegt de verbanning en verwoesting van Juda, de zeventigjarige onderhorigheid aan de koning van Babel en de ondergang van het rijk van Babel.<blockquote>''Jer 25:8  Daarom, zo zegt de HEERE der heirscharen: Omdat gij Mijn woorden niet hebt gehoord; Jer 25:9 Ziet, Ik zal zenden, en nemen alle geslachten van het noorden, spreekt de HEERE; en tot Nebukadnezar, den koning van Babel, Mijn knecht; en zal ze brengen over dit land, en over de inwoners van hetzelve, en over al deze volken rondom; en Ik zal ze verbannen, en zal ze stellen tot een ontzetting, en tot een aanfluiting, en tot eeuwige woestheden. Jer 25:10 En Ik zal van hen doen vergaan de stem der vrolijkheid en de stem der vreugde, de stem des bruidegoms en de stem der bruid, het geluid der molens en het licht der lamp. Jer 25:11 En dit ganse land zal worden tot een woestheid, tot een ontzetting; en deze volken zullen den koning van Babel dienen zeventig jaren. Jer 25:12 Maar het zal geschieden, als de zeventig jaren vervuld zijn, [dan] zal Ik over den koning van Babel, en over dat volk, spreekt de HEERE, hun ongerechtigheid bezoeken, mitsgaders over het land der Chaldeen, en zal dat stellen tot eeuwige verwoestingen. (SV)''</blockquote>In het 4e jaar van Jojakim gaf God aan Jeremia bevel om de woorden die Hij gesproken had te schrijven in een rol (Jer. 36:1-3). De rol wordt aan Jojakim voorgelezen. Deze laat de rol verbranden en geeft bevel om de schrijver Baruch en de profeet Jeremia te vangen (Jer. 36:26). God had ze echter verborgen (Jer. 36:26).
 
Jojakim, na 3 jaar Babel te hebben gediend, komt in opstand tegen Nebukadnezar, wordt gevangen, maar onder belofte van onderwerping weer vrijgelaten. De eerste wegvoering vind plaats, waarbij ook Daniël en de drie jongelingen zijn (606<supref>[httpDit jaartal wordt genoemd in C. Lindeboom, ''Bijbelgids, of Handleiding tot het verkrijgen van Bijbelkennis''. Middelburg://www Stichting de Gihonbron, 2009.christipedia Bewerking van de uitgave uit 1929, door J.nl/Artikelen/B/Bijbelse_geschiedenis_van_het_Oude_Testament#voetnoot_3 <nowiki>[3]</nowiki>]Pluimers.</supref>). Daarna regeert Jojakim nog een aantal jaren en sterft.
In het 4e jaar van Jojakim gaf God aan Jeremia bevel om de woorden die Hij gesproken had te schrijven in een rol (Jer. 36:1-3). De rol wordt aan Jojakim voorgelezen. Deze laat de rol verbranden en geeft bevel om de schrijver Baruch en de profeet Jeremia te vangen (Jer. 36:26). God had ze echter verborgen (Jer. 36:26).
 
[http://www.christipedia.nl/Artikelen/J/Jojachin '''[[Jojachin]]'''], zijn zoon, regeert 3 maanden, en wordt dan gevangen genomen door [http://www.christipedia.nl/Artikelen/N/Nebukadnezar [Nebukadnezar]]. De tweede wegvoering, waarbij ook [http://www.christipedia.nl/Artikelen/E/Ezechi%C3%ABl_[Ezechiël (bijbelboek) |Ezechiël]] wordt weggevoerd (598).
Jojakim, na 3 jaar Babel te hebben gediend, komt in opstand tegen Nebukadnezar, wordt gevangen, maar onder belofte van onderwerping weer vrijgelaten. De eerste wegvoering vind plaats, waarbij ook Daniël en de drie jongelingen zijn (606<sup>[http://www.christipedia.nl/Artikelen/B/Bijbelse_geschiedenis_van_het_Oude_Testament#voetnoot_3 <nowiki>[3]</nowiki>]</sup>). Daarna regeert Jojakim nog een aantal jaren en sterft.
 
[http://www.christipedia.nl/Artikelen/Z/Zedekia_(koning_van_Juda) '''[[Zedekia (koning van Juda)|Zedekia]]'''], een jongere zoon van Josia, regeert 11 jaar. Tegen Jeremia’s waarschuwing in rebelleert hij, verwachtende hulp van Egypte. In het 9e jaar van Zekedia, in de 10e maand, komt Nebukadezar en zijn leger tegen [http://www.christipedia.nl/Artikelen/J/Jeruzalem [Jeruzalem]] en zij belegerden haar (Jer. 39:1). Het beleg duurt 1½ jaar. Jeremia’s waarschuwing; de profeet wordt in de kuil geworpen, maar door Ebed-melech gered. Het woord van de HEER geschiedt tot Jeremia in het gevangenhuis en belooft aan Ebed-Melech, die op God had vertrouwd (Jer. 39:18), behoudenis bij de aanstaande val van Jeruzalem (Jer. 39:15v).
[http://www.christipedia.nl/Artikelen/J/Jojachin '''Jojachin'''], zijn zoon, regeert 3 maanden, en wordt dan gevangen genomen door [http://www.christipedia.nl/Artikelen/N/Nebukadnezar Nebukadnezar]. De tweede wegvoering, waarbij ook [http://www.christipedia.nl/Artikelen/E/Ezechi%C3%ABl_(bijbelboek) Ezechiël] wordt weggevoerd (598).
 
In het 11e jaar van Zedekia, in de 4e maand, op de 9e van de maand, wordt de stadsmuur doorgebroken (Jer. 39:2). Jeruzalem wordt ingenomen en verwoest, de muren worden afgebroken, de [http://www.christipedia.nl/Artikelen/T/Tempel [tempel]] verbrand.
[http://www.christipedia.nl/Artikelen/Z/Zedekia_(koning_van_Juda) '''Zedekia'''], een jongere zoon van Josia, regeert 11 jaar. Tegen Jeremia’s waarschuwing in rebelleert hij, verwachtende hulp van Egypte. In het 9e jaar van Zekedia, in de 10e maand, komt Nebukadezar en zijn leger tegen [http://www.christipedia.nl/Artikelen/J/Jeruzalem Jeruzalem] en zij belegerden haar (Jer. 39:1). Het beleg duurt 1½ jaar. Jeremia’s waarschuwing; de profeet wordt in de kuil geworpen, maar door Ebed-melech gered. Het woord van de HEER geschiedt tot Jeremia in het gevangenhuis en belooft aan Ebed-Melech, die op God had vertrouwd (Jer. 39:18), behoudenis bij de aanstaande val van Jeruzalem (Jer. 39:15v).
 
In het 11e jaar van Zedekia, in de 4e maand, op de 9e van de maand, wordt de stadsmuur doorgebroken (Jer. 39:2). Jeruzalem wordt ingenomen en verwoest, de muren worden afgebroken, de [http://www.christipedia.nl/Artikelen/T/Tempel tempel] verbrand.
 
Zedekia vlucht, maar wordt bij Jericho opgepakt. Hij wordt naar Nebukadnezar in Ribla, in het land van Hamath, gebracht (Jer. 39:5). Zedekia’s zonen worden voor zijn ogen geslacht, ook alle edelen van Juda wordt afgeslacht (Jer. 39:6). Daarna wordt Zedekia zelf blind gemaakt en naar Babel gevoerd. De derde wegvoering (588 v.Chr.). De armste mensen worden in het land achtergelaten (Jer. 39:10).
Regel 506 ⟶ 497:
== Bronnen ==
In dit lemma is, onder toestemming, gebruikt gemaakt van tekst uit: C. Lindeboom, ''Bijbelgids, of Handleiding tot het verkrijgen van Bijbelkennis''. Middelburg: Stichting de Gihonbron, 2009. Bewerking van de uitgave uit 1929, door J. Pluimers.
 
== Voetnoten ==
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.